home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.
(Oud-)student(e) Archit., Bwk, Civ. Techn.?
Iets schrijven voor de site, als auteur?
Mail even naar Joostdevree


warmtegeleidingscoefficient lambda

 

warmtegeleidingscoëfficiënt λ

Ook: thermische geleidbaarheid, lambda. De λ-waarde (lambda-waarde) geeft de warmtegeleiding van het materiaal aan, bijvoorbeeld van baksteen, beton, hout, metaal, minerale wol. Hoe lager de λ-waarde, des te beter het materiaal isoleert, dus hoe groter de isolatiewaarde.  
Een paar algemeenheden: zware materialen isoleren slecht, poreuze materialen isoleren beter, vocht in het isolatiemateriaal beïnvloedt het isolerend vermogen nadelig.

De warmtegeleidingscoëfficiënt λ  drukt uit hoeveel energie per seconde door een vlak van 1 m2 gaat bij een dikte van 1 m, per Kelvin temperatuurverschil tussen beide zijden van het vlak. (Energie per seconde wordt gegeven in Watt ofwel Joule/seconde; 1 Kelvin komt overeen met 1 graad Celcius.)
Warmtegeleiding is een eigenschap van het materiaal zelf; de λ-waarde houdt geen rekening met de dikte van het (isolatie)materiaal zelf. Als een bepaald materiaal een hogere λ-waarde heeft dan een ander, dan kun je met een dikker pakket toch eenzelfde isolatiepeil bereiken.
"Hoe hoger de thermische geleidbaarheid, hoe meer het materiaal dus de warmte doorlaat naar buiten. Hoe lager deze geleidbaarheid, des te beter is de isolerende werking van het product. Deze coëfficiënt is slechts van toepassing bij homogene materialen."



De aanduiding λd houdt in: λ declared (afhankelijk van het type materiaal).
De aanduiding λcalc of λreken of λr houdt in: λ calculated (afhankelijk van de constructie), ook wel rekenwaarde genoemd (de rekenwaarde is vaak ca. 20% hoger dan de declared waarde, dit geldt vooral voor materialen die nat kunnen worden en daardoor minder goed isoleren).

Let op (voor de tabel hieronder):
- we gebruiken hieronder de declared-variant
- verschillende bronnen geven vaak verschillende waarden (afhankelijk van leverancier, rekenwaarde of laboratorium, droog of nat, verschillen in volumieke massa, toevoegingen e.d.; de DoP van het specifieke product van een fabrikant moet uitsluitsel geven)
- als geen aparte waarden vermeld zijn voor droog en nat wordt altijd droog verondersteld (of in ieder geval binnenshuis bij kamertemperatuur)
- af en toe staan er lege regels in de tabel om hem wat meer "leesbaar" te maken.

De onderstaande tabel geeft een aantal waarden van de warmtegeleidingscoëfficiënt, waarbij geldt:
- een paar hondersten betere lambda is niet eens zo belangrijk, geschiktheid voor de toepassing en vooral een vakkundige uitvoering is vaak relevanter (mede i.v.m. luchtdichtheid); natuurlijk kan ook de prijs een voorname rol spelen
- gebruik voor de zekerheid de rekenwaarde i.p.v. de declared waarde (eigenlijk zou je op de uiteindelijk berekende Rc gewoon een "veiligheidsmarge" moeten zetten, ook i.v.m toch niet geheel luchtdichte afsluitingen e.d, en niet op de lambda's) 

- de decimale komma bij de warmtegeleidingscoëfficiënt moest voor de sorteringsoptie (klik op een turquoise kolomkop) plaatsmaken voor de decimale punt
- de milieubelasting is hier niet meegenomen omdat die zeer discutabel wordt bepaald (bijvoorbeeld schapenwol wordt door sommige milieumensen als hoog milieubelastend beoordeeld terwijl de schapen vanwege het vlees worden gehouden en in het geheel niet om de wol; jammer dat milieumensen nooit eens normale bèta-mensen zijn)
- bij de berekening van de Rtotaal (dat is de Rc-waarde plus de overgangsweerstanden Rsi en Rse) van een bouwdeel spelen dus ook de Rsi en Rse (interne en externe ) een rol; vandaar dat de Rtotaal-waarde van bijvoorbeeld enkel glas niet 0,004/0,8=0,005 is, maar 0,004/0,8+0,13+0,04=0,175 kan zijn en dus de U-waarde van dit glas niet 1/0,005 = 200 is, maar 1/0,175 = ca. 5,7 (overigens, let ook op de significantie, die 0,175 is eigenlijk veel te nauwkeurig in deze de omgeving)
- thermische isolatiematerialen hebben zeker niet altijd óók goede geluidsisolerende eigenschappen (zie het Excel-sheet met akoestische en thermische materialen van Gerard Voskuil)
- een niet of zwak geventileerde luchtlaag (spouw) wordt beschouwd als een homogeen materiaal en heeft daardoor een betere warmteweerstand dan een (sterk) geventileerde spouw; de lambda van deze spouw wordt de equivalente warmtegeleidingscoëfficiënt λeq of λequi genoemd; de equivalente warmtegeleidingscoëfficiënt van een spouw kan eventueel bepaald worden door de daadwerkelijke dspouw/Rspouw (ofwel dcav/Rcav).

Het broertje van de warmtegeleidingscoëfficiënt is de warmteweerstand (de R-waarde), de verhouding tussen de dikte en de warmtegeleidingscoëfficiënt: 
R = d / λ

Thermische faseverschuiving
Sommige leveranciers van isolatiematerialen, vooral van natuurlijke materialen, geven aan dat het materiaal een goede thermische faseverschuiving heeft: de tijd tussen het bereiken van de hoogste buitentemperatuur en de hoogste binnentemperatuur is in dit geval 7 à 12 uur. Het duurt vrij lang voordat het isolatiemateriaal de warmte weer uitstraalt naar de kamers, maar niet zó lang dat het de hele nacht warmte blijft uitstralen.
Het voordeel is dat er gedurende het etmaal een geleidelijker temperatuurverloop binnenshuis is.
Praktisch kan het nadeel zijn dat die stoffen meer warmte kunnen opnemen (een hogere warmteopslagcapaciteit) en dus ook meer warmte zullen uitstralen in de nacht, als je het in een hete zomer juist minder warm wilt hebben. 
Zie bij faseverschuiving voor positieve, neutrale en negatieve aspecten. In ieder geval is de faseverschuiving nauwelijks van belang bij een goede isolatie omdat het temperatuurverloop in dat geval vrijwel een rechte, horizontale lijn is (bijvoorbeeld bij 25 graden C als het overdag buiten 35 graden C is, ervan uitgaande dat er geen warmte op andere manieren, bijvoorbeeld door de vensters!, binnen kan komen...)


Klik op de kolomtitel in de tabel om de sortering aan te passen

materiaal soortelijke massa
(dichtheid)
ρ
[kg/m3]
warmte-
geleidings-
coëfficiënt
(lambda)
(λ-waarde) 
[W/(m.K)]
aardgas 0.833 0.029
abs 1100 0.2
aceton   0.16?
acrylaat (acryl, plexiglas, pmma) 1200 0.2
aerogel (spaceloft; zie ook bij bluedec) 150-200 0.015
airofill (spouwmuurisolatie op basis van aerogel, fase prototype) 70 0.020
alcohol (ethanol; verg. methanol) 800 0.17

aluminium

2700-2800

200-237

argex korrels (geëxpandeerde klei; bijv. type AR 8/16 - 340)

340

0.104

argex beton (bijv. type D 0.9 LAC 2) 800 0.23
argon (isolatie dubbelglas) 1.78 0.016
asbest   0.09?
asbestcement 1600-1900 0.35-0.70 (droog) 0.95-1.2 (nat)
asfalt (bitumen) 2100 0.66

b2-blok

1200

0.42

bakeliet 1300 0.2

baksteen (hard)

1700-1900

0.8 (droog) 0.9-1.2 (nat)

baksteen (hardgrauw) 1700-1900 0.65-0.73 (droog) 1.0-1.2 (nat)
baksteen (gevelklinker) 2100 0.80 (droog) 1.30 (nat)
baksteen (licht, drijfsteen) 1000 0.45
baksteen (licht) 800 0.40

baksteen (rood, boerengrauw)

1700 0.65 (droog) 1.0 (nat)
baksteen (rood, boerengrauw)

1500

0.55 (droog) 0.85 (nat)

baksteen (rood, boerengrauw) 1300 0.45 (droog) 0.75 (nat)
basalt 2700-3200 3.5
beton (betonsteen, niet verdicht, gewapend) 2300 1.4 (droog) 1.9 (nat)
beton (betonsteen) 1900 1.28 (droog) 1.44 (nat)
beton (betonsteen) 1600 1.03 (droog) 1.16 (nat)
beton (metselblok, metselsteen) 2000-2300 1.9-2.1
beton (met geëxpandeerde kleikorrels / argex; 500-1000) 500-1000 0.18-0.35
beton (met geëxpandeerde kleikorrels / argex; 1000-1800) 1000-1800 0.35-0.85
beton (ongewapend)   1.3?
beton (gewapend beton)

2500

1.7-2.0

beton (met lichte toeslag) 550-1000 0.18-0.35
beton (met lichte toeslag) 1000-1800 0.35-0.84

betontegel

2500

1.86

bims (is puimsteen) 700 0.18
bimsbeton (700-1000) 700-1000 0.23-0.35
bimsbeton (1000-1400) 1000-1400 0.35-0.50

bitumen, gebitumeerd glasvlies e.d.

1050

0.17-0.20

biofoam 35-40 0.034
blauwsteen (kalksteen)   2.9
bluedec isolatiemateriaal (deken van bluedec; zie ook bij aerogel) 135 0.0135
brons 8800 65
celit 3d (houtvezelplaat, bitumenemulsie) 270 0.048
cellenbeton Ytong G2/300 300 ca. 0.08??
cellenbeton Wüpor G2/400 400 ca. 0.09??
cellenbeton Ytong G4/600 610 0.16
cellenbeton Ytong G5/800 795 0.21
cellenbeton Ytong Multipor (geïsoleerd blok) 115 0.045

cellenbeton (400)

400 ca.

0.17

cellenbeton (600) 600 ca. 0.16-0.20

cellenbeton (700; 800)

700-800 ca.

0.23 (droog) 0.25 (nat)

cellenbeton (1000) 1000 ca. 0.35 (droog) 0.7 (nat)

cellenbeton (1300)

1300 ca. 0.3-0.5 (droog) 1.2 (nat)
cellulair glas (cellenglas, schuimglas, foamglas perinsul-s als niet-dragende isolatie)

100-165

0.036-0.050

cellulair glas (cellenglas, schuimglas, foamglas perinsul-hl als dragende isolatie)

200

0.058

celluloid   0.12-0.21
cellulose (papiervlokken, als isolatie, o.m. Isocell, Isofloc; kg/m3 is resp. vrijliggend en ingeblazen) 22-40;
38-65
0.036-0.039
cellulose korrels (granulaten uit cellulosekorrels, o.m. Thermofloc) 500 0.07
cementgebonden vezelplaat   0.23
cementmortel (bijv. voeg) 1900 0.93 (droog) 1.5 (nat)
c-eps (betopor, niet in Nederland)   0.043 - 0.075
c-eps (contiroof) 250-450 0.071 - ?
c-eps (contifloor) 260 0.13
c-eps (isomix)   0.065 (?)
chamotte 1700-2000 1.1 (100 graden C) 1.3 (1100 graden C)
chape (anhydrietchape)   1.2
chape (cementchape)   1.3
chape met vulstof (isolerend)   0.1
chloor gas   0.0076
clt (cross laminated timber; verg. hout; waarden CLT van Thoma) 400 ca. 0.079-0.12 (andere, dunnere clt's ca. 0.2)
composiet (koolstof-vezel en epoxy) 1600 ca. 0.6-1.0 (afh. van type)

dakpan (beton)

2100

1.50

dakpan (keramisch)

2100

1.28

dekvloer (steenachtig, verg. cementmortel) 1800-2000? 1-1.5?
e-board (drager steenstrips)   0.031

eps 60-SE (expanded polystyreen, SE geeft aan brandvertragend)

15

0.038

eps 100-SE 20 0.036
eps 150-SE 25 0.035
eps 200-SE, eps 250-SE 30 resp. 35 0.034
eps Isobouw HR60SE   0.031
eps Isobouw 60SE   0.038
eps Isobouw 150SE    0.034 
fenolharsschuim (hard) 25-200 0.025-0.035
foamglas (cellulair glas, schuimglas; als niet-dragende isolatie) 100-165 0.036-0.050
foamglas (cellulair glas, schuimglas; als dragende isolatie) 165-200 0.050-0.058

geëxpandeerde kurk

100-200

0.040-0.045

gietijzer 7300-7500 50-60
gips 2320 1.3

gipsplaat (gipskartonplaat, standaard)

715

0.16

gipsplaat (gipskartonplaat, geluidwerend o.d.) 800-1400 0.23-0.46
gipsvezelplaat ca. 1100 0.25-0.40

glas (materiaal, denk aan enkel glas)

2500

0.80

glasvezel (fiberglass)   0.04
glaswol 15-60 0.032-0.040
grafiet   160?
graniet 2000-3000 3.5 (droog) 4.3 (nat)
gravel   0.7
grind (grof) 1) 2000 0.5

grindbeton (niet verdicht, ongewapend)

2200

1.3 (droog) 1.7 (nat)

grindbeton (niet verdicht, gewapend) 2300 1.4 (droog) 1.9 (nat)
grindbeton (verdicht, ongewapend) 2400 1.7 (droog) 2.2 (nat)
grindbeton (verdicht, gewapend)

2500

1.9 (droog) 2.3 (nat)

grond (aardvochtig, natuurvochtig) 1700 2.0
glycerol 1260 0.29
gutex houtvezelvulling thermowall isolatie 160-210 0.039-0.043
hardboard 1000 0.29

hardhout

800

0.18-0.21

hardhout 1000 0.3
hardsteen (blauwe e.d.) 2750 2.3 (droog) 2.9 (nat)
hdpe 940-970 0.42-0.51
helium   0.144
hennep als isolatie (HempFlax Thermohanf) 35-40 0.042
hennepblok (kalkhennep-blok, hempcrete, hemlime, IsoHemp) 340 0.071 (50% RV)
heraklith basispaneel (25 mm dik)   0.085

holle baksteen (vloer)

2000

0.66

hoogovenslakkenbeton (1000) 1000 0.23 (droog) 0.35 (nat)
hoogovenslakkenbeton (1300) 1300 0.30 (droog) 0.45 (nat)
hoogovenslakkenbeton (1600) 1600 0.45 (droog) 0.7 (nat)
hoogovenslakkenbeton (1900) 1900 0.7 (droog) 1.0 (nat)
hout (hard)   0.17-0.21
hout (zacht; verg. CLT)   0.13

houten beschot

550

0.18

houten schrootjes

550

0.16

houtskool   0.084
houtvezelplaat (houtwol als isolatie, bijv. Pavaflex, Steicoflex) 50-60 0.036-0.038
houtvezelplaat als isolatie (Agepan DWD Protect NF 16 mm) 565 0.090
houtwolcementplaat (HWC) 350-480-700 0.07-0.12-0.21
houtwol magnesietplaat 400-700 0.10-0.21
houtwoldeken 55 0.038
humus (humusaarde, bosgrond) 1) 1450 0.78
icynene isolatie (schuim, spuitbaar, open celstructuur) 7-11 0.036-0.038
icynene isolatie (icy foam basic, gesloten celstructuur) 40 0.027

ijs (vergelijk met water en sneeuw)

917

2.1

ijzer 7900-9000 72-80
ijzer: gietijzer 7300-7500 50-60
ijzeroxide (roest, corrosie)   0.6
i-ligger (houten i-ligger, zonder isolatie)   0.13
isolatiesteen A3 1000 0.30
isomix (c-eps)   0.065 (?)
jute en gras (ecologisch; Gramitherm technisch, 25 tot 240 mm dik)   0.041
kalium   1
kalk   0.09
kalkhennep (blok), zie bij hennepblok    
kalkmortel 1600 0.70
kalksteen (zacht) 2200-2350 1.4-1.7
kalksteen (hard) 2550-2750 2.3 (droog) 2.9 (nat)

kalkzandsteen (kzs)

1610-2350 bij 4% vocht

0.8-1.0 (droog) 0.9-1.0 (90%)

kalkzandsteen (hol) 1000 0.47-0.52

kalkzandsteen hoogbouwelement Calduran

2200-2400

1.3 (droog) 1.4 (90%)

kalkzandsteen thermo-kimblok   0.33
kapok   0.034
katoen   0.04
katoenwol (gerecycled katoen als isolatiemateriaal) 18? 0.038
keramiek (glaskeramiek) 2500 1.4
keukenzout 2170 0.05-0.06
kingspan kooltherm platen en buizen
  bijv. kooltherm K108 heeft 0.018
  0.018-0.023
kingspan quadcore panelen   0.018
kingspan optim-r 180-220 0.007
kleding, isolatieplaat uit kleding 25 0.038
klei 1700-1800 1.2 (droog) 1.8 (nat)
klei of leem met veenlagen   1.2
kleikorrels (bijv. Argex)   0.050
koelmiddel MEG, MPG 1053 resp. 1038 0.34
kokosvezel als isolatie   0.043
koolstofdioxide (kooldioxide, CO2) 1.986 0.015
koper 9000 370-390
krypton (isolatie dubbelglas) 3.745 0.0088

kunststof dakbedekkings-materiaal (PVC, EPDM e.d.)

1300

0.17

kunststofschuim

15-60

0.025-0.035

kurk (geëxpandeerd, geïmpregn. en niet geïmpregn.) 100-200 0.04-0.05
kwarts 2200-2500  0.22?
kwik   8.3
ldpe 910-940  0.32
leem   1.7
leemplaat (Lemix) 1450 0.59
leemsteen (Oskam) 2200 1.13
leer   0.14

lichtbeton (200)

200

0.08 (droog) 0.11 (nat)

lichtbeton (500)

500

0.17

lichtbeton (1300) 1300 0.5 (droog) 0.8 (nat)
lichtbeton (1600) 1600 0.7 (droog) 1.2 (nat)
lichtbeton (1900) 1900 0.95 (droog) 1.4 (nat)
linoleum 1200 0.17
lood 11360 35
lucht (spouw) 1.3 ca. 0.024-0.026 (droog, stilstaand)
rekenw 0,18
marmer 2750 2.1 (droog) 2.9 (nat)
melk 1000 0.53
mergel 1500 ca. 2.0- 2.3?
messing (geelkoper) 8400 120-122
methaan   0.030
methanol (verg. ethanol) 790 0.21

metselwerk (gevelklinker, incl. voeg)

2100

1.03 (droog) 1.39 (nat)

metselwerk (baksteen, incl. voeg)

1800

0.82 (droog) 1.11 (nat)

minerale wol (glaswol, steenwol)

15-175 (vaak 30-40)

0.032-0.041

minerale wol (geperst)

250

0.06

multiplex 500-750 0.13-0.17
multipor (xella ytong multipor) 115 0.045
muschelkalk 2700 2.4

naaldhout

500-550

0.14 (droog) 0.17 (nat)

neon   0.046
nikkel 8800 91
nylon (nylon-6)   0.25 (0.2-0.3)
olie (olijfolie)   0.17
olie (machineolie)   0.15
olie (paraffineolie) 800 0.15
ondervloer redupax   0.168
osb plaat   0.075-0.13
papier 700-1200 0.18
papiervlokken als isolatie (cellulose, o.m. Isofloc) 30-60 0.036-0.040
paraffine 850-890 0.25-0.26
paraffineolie 800 0.15

pe (polyethyleen)

750-930

0.17-0.29

perliet, perlite (geëxpandeerde perliet-korrels, los gestort) ca. 90; 65-120; 250? 0.04-0.06
perlite mortel (perliet-mortel, 1:5 cement:perliet) 525-550 0.11
perlite mortel (1:12 cement:perliet) 270-320 0.06
pif isolatiefolie, noppenfolie 8.8 0.017-0.022
pir (polyisocyanuraat)   0.019-0.022

pir gecacheerd (polyisocyanuraat; bijv. 2-zijdig aluminium 0,022)

30-32

0.022-0.027

pleisterlaag (cementpleister)

1900

0.9 (droog) 1.5 (nat)

pleisterlaag (kalkpleister, zandig pleister) 1600 0.7 (droog) 0.8 (nat)
pleisterlaag (gipspleister) 1300 0.5 (droog) 0.8 (nat)
pleisterlaag (isolerend, met ps of argex)   0.1
polyester (plaat, glaswol versterkt) 1200 0.2
polyetheen, polyethyleen, PE 920-950 0.2 (0.23-0.29)
polyisocyanuraat, zie bij pir   0.019-0.022
polypropeen, polypropyleen, PP 900 0.17

polystyreen PS, zie ook EPS, XPS (beide met veel betere waarden)

1060

0.08

polystyreen schuimbeton (220) 220 0.07
polystyreen schuimbeton (400) 400 0.11
polystyreen schuimbeton (650) 650 0.20
polystyreen parels als isolatie 15 0.035-0.044
polytetrafluorethyleen (PTFE)   0.25?
polyurethaanschuim, zie bij pur 30-45 0.024-0.028
polyvinylchloride, zie bij pvc    
porselein   1.0-1.7

porisosteen (A2 steen)

1200-1350

0.43-0.56

porotherm PLS Newton 25N 925 0.26
pmma (acrylaat) 1185 0.21
propaan   0.015?
pur-schuim (polyurethaanschuim) 30-45 0.024-0.028
pur-schuim (uit spuitbus) 30-35 0.035

pur gecacheerd (polyurethaanschuim)

30

0.026

pvc-schuim 25-50 0.035
pvc-p (zachte PVC) 1300-1400 0.13-0.15
pvc-u (harde PVC) 1100-1500 0.13-0.22 (ca. 0.16 vaak)
pyrex (glas)   1
recticel eurowall isolatieplaat   0.022
recticel eurowall xentro isolatieplaat   0.019
resol hardschuim 37 kg/m3 (dikte >= 45 mm) 37-40 0.018-0.023
(afh. merk/soort)
resol hardschuim 60 kg/m3 (hoge-dichtheid) 60 0.029

riet (dakbedekking op gesloten onderconstructie zoals schroefdak, plaat rietvezel, rietvezelplaat)

250-350

0.08-0.10

riet (op traditioneel gebonden constructie ivm invloed windbelasting)   0.12-0.30
riet (kunstriet)   0.15 (ca.)
rockfit premium (onbedekte plaat) 50 0.033
rockfit premium silver (met gecoate, micro-geperforeerde aluminium bekleding) 50 0.033
rocksono Solid 45 0.035
rockwool algemeen zie bij steenwol    

rubber 1)

1200-1600

0.15-0.29

rvs, zie bij staal (rvs)    
schapenwol als isolatie (o.m. Woolin, Thermowool, Villgrater plaat) 20 0.035-0.040
schelpen   0.2?
schuimbeton (zie eventueel polystyreen schuimbeton) 400 (nat) 0.072-0.075
schuimbeton  500 (nat) 0.086-0.091
schuimbeton  900 (nat) 0.26 (reken lambda)

schuimglas (cellulair glas CG, cellenglas, foamglas; als niet-dragende isolatie)

100-165

0.036-0.050

schuimglas (cellulair glas CG, cellenglas, foamglas; als dragende isolatie) 165-200 0.050-0.058
schuimrubber   0.045
silicium 2330 80-150
siliconenkit   0.2
sneeuw (vers; verg. met ijs) 80-190 0.1-0.2
sneeuw (oud; verg. met ijs)) 200-800 0.5-1.8
snelbouwsteen 1000 0.5
spaanplaat (450) 450 0.10
spaanplaat (600) 600 0.15
spaanplaat (1000) 1000 0.29
speksteen 2980-3000 6.4
split 1850 0.8

staal (koolstofstaal)

7850

41-52; 58

staal (rvs, roestvast staal, chroomstaal) 7930 16-27
stalton latei ploegsteert 2700 1.0
steenwol (rotswol; bijv Rockwool Rockfit Supra Silver met alu-laag heeft lambda van 0,032 W/m.K bij 65 kg/m3) 15-175 0.032-0.040
stikstof (N2) 1.25 0.024
stro als isolatie (stro loodrecht op gevel,  balen "liggend") 90-110 0.06
stro als isolatie (stro evenwijdig aan gevel, balen "staand") 90-110 0.048
stroleem 300-1600 0.1-0.7
stroplaat (strovezelplaat, stramit, halmplaat) 200-400 0.08-0.12

stuclaag (gips)

1300

0.58

stuclaag (kalk)

1900

0.80

styrofoam of Xenergy   0.0032-0.0034
suikers   0.09?-0.22?
teer 830 0.19
tegels (hardgebakken) 2000 1.2 (droog) 1.3 (nat)
tegels (plavuizen) 1700 0.8 (droog) 1.1 (nat)
textiel als isolatie (métisse en eco-coustic cotton; plaat of rol) 20-45; 55 0.038-0.039
tin 7300 67
trespa 1400 0.3

triplex / multiplex

600-700

0.17 (droog) 0.23 (nat)

triplex multiplex: Gutex Multiplex-top (opgave leverancier) 200 0.047
tufsteen 1100-1500 0.35-0.50 (droog) 0.5-0.7 (nat)
turf 270 0.1
underlayment   0.14
unilin isolatieplaat utherm premium wall L (PIR)   0.022
unilin isolatieplaat utherm premium wall LE (PIR)   0.020
ureumhardschuim (UF) 8-20 0.05
veen 230 (droog)  0.4
vermiculiet (los, verg. perliet) 70-100 0.05-0.06
vermiculite (plaat; Pumica, keramisch gebonden vermiculte) 750 0.17

vezelcement

1750

0.37

vip (vacuüm isolerend paneel)   0.004-0.035
(afh. van merk)
vlas, vlaswol (als isolatie) 25-50 0.035-0.040
vlasplaat (vlasvezelplaat) 300-700 0.08-0.17
vloerverwarmingsboard 1050 0.44
voeg (cementmortel) 1900 0.93 (droog) 1.5 (nat)
was 950? 0.084?
water (vergelijk met ijs) 1000 0.60
waterdamp (stoom) 0.6 0.16
(0.02-0.35)
waterstof 0.09 0.15-0.18
wedi bouwplaat (hardschuim kern; Qboard is vrijwel identiek) 32 0.036
wol (geweven; zie eventueel schapenwol) 350-400 0.05
xenon gas 5.9 0.0051
xiriton 800-1600 0.19

xps (extruded polystyreen)

30-40

0.027-0.038

zachtboard 250-300 0.08-0.10

zand

1600 (droog)
1750 (nat)

0.15-0.25 (droog) 0.25-2 (nat)
(waarde vaak gesteld op 1)

zandsteen 2000-2300 1.7-4 (droog) 4-6 (nat)
zink 7200 110-116
zuurstof 1.43 0.025


1) lambda-waarde geeft bij deze materialen de waarde aan bij een vochtgehalte zoals in een binnenklimaat (van wanden, vloeren e.d.) 

Andere termen in dit kader: U-waarde (warmtedoorgangscoëfficiënt; vroeger: k-waarde), R-waarde (= d / lambda) waarbij d in meters, isolatie, warmteoverdrachtscoëfficiënt (symbool a of h, in W/m2K, net als de warmtedoorgangscoëfficiënt) is een maat voor de overdracht van warmte bij convectie en niet bij geleiding zoals bij de warmteoverdrachtscoëfficiënt. 
Uit R = d / lambda volgt lambda = d / R maar alleen van toepassing op materiaal niet op de constructie, dus Rd i.p.v. Rc.

Afbeelding en aangehaalde tekst van ICEDD.

Meer over warmtegeleiding
.

Eng. coefficient of thermal conductivity; 
Du. Wärmeleitfähigkeit, Wärmeleitzahl