Ook (te ontraden): gasbeton, "versteende lucht". Cellenbeton is beton met luchtbellen erin dat
        daardoor lichter in gewicht is, warmte-isolerend en warmte-accumulerend, brandwerend, vochtbestendig.
Cellenbeton is poriënrijk en heeft toch steenachtige eigenschappen; de poriën
(cellen) beslaan 80% van het totale volume.  
Cellenbeton wordt gefabriceerd door een kleine hoeveelheid
        aluminiumpoeder (ca. 0,05%) aan
        kwartszand
(ca. 65%), cement
(ca. 20%), kalk (ca.
15%) en water toe te voegen,
        waardoor waterstofbellen in de specie ontstaan: 
2 Al + 3 Ca(OH)2+ 6 H2O
—> 3 CaO • Al2O3 • 6 H2O+ 3H2
 Lucht verdingt de
        waterstofbellen en vult de bellen (cellen) in het beton. Het cellenbeton
        wordt in mallen gegoten. Het laatste stadium is het verhitten van het
        jonge beton tot 180 à 190 graden Celsius onder een druk van verzadigde stoom van ongeveer 10
        à 12 bar. Na zes tot twaalf uur is het harde cellenbeton ontstaan dat zo nodig nog wordt bewerkt (frezen,
        zagen) en verpakt. 
De cellen moeten klein en bolvormig zijn en homogeen verdeeld zijn in de massa.
De krachten worden overgedragen door de celwand in tegenstelling met gewoon
beton waar de krachtenoverdracht plaatsvindt via het toeslagmateriaal
en waarbij het cement alleen fungeert als bindmiddel
(zie de afbeelding van het principe van de
krachtenoverdracht).
 Het lichte gewicht van cellenbeton maakt het mogelijk met grote eenheden te
        bouwen. Een cellenbetonmuur van blokken (bouwblokken), die niet gewapend
        zijn, is dikker dan gewone metselmuren en wordt geplaatst met lijmmortel
        waardoor de verticale sterkte toeneemt en onder bepaalde voorwaarden
        geschikt is voor dragende muren. Voor een betere aansluiting tussen de
blokken worden blokken ook wel uitgevoerd met tand en groef.
 Naast cellenbeton in blokken is er
        ook gewapend cellenbeton in de vorm van bouwelementen. Gewapend cellenbeton
        van cellenbetonelementen of cascobeton voor
        dragende wanden is o.m. verkrijgbaar van 150 tot 350 mm dikte. 
 De
        blokken worden gebruikt voor zowel  dragende als
 niet-dragende binnen- en buitenmuren (buitenmuren altijd isoleren aan
buitenzijde en pleisteren; geen cellenbeton toepassen als buitenblad in een
spouwmuur).
Vuistregels dikte blokken cellenbeton: niet-dragende wanden >= 70 mm dik en
dragende wanden >= 100 mm dik.
        De volumieke massa van
        droog cellenbeton varieert van 300 tot 800 kg/m3 (normaal beton tot ca. 2400
        kg/m3) met een druksterkte van
        2 tot 6 N/mm2.
In bepaalde gevallen dient Murfor
voegwapening aangebracht te worden,
bijvoorbeeld bij vloer en plafond.
Voordelen cellenbeton:
- goed brandwerend
- eenvoudig te plaatsen  (licht in gewicht, blok-vorm) 
-  een redelijke warmte-isolatie  (de warmtegeleidingscoëfficiënt
is ca. 0,15 W/mK)
- een redelijke geluidsisolatie. 
 
Nadelen cellenbeton:
- lage slijtvastheid (is meestal niet belangrijk bij de toepassingen van
cellenbeton)
- gevoeligheid voor vocht?
Schuifspanning:
- CC3/500 heeft een t
van 0,07 N/mm2 en CC4/600 van 0,10 N/mm2.
Elasticiteitsmodulus:
- CC3/500 heeft een Ec van 1750 N/mm2 en CC4/600 van 2250 N/mm2.
 Cellenbeton leent zich in de vorm van blokken bij
renovaties ook voor
 isolatie van de binnengevel.
        Naast bouwtechnisch interessante voordelen kan met cellenbeton eenvoudig
gebeeldhouwd worden door het schrapen en kerven van het materiaal.
Omdat er sprake is van waterabsorptie, mogen  blokken van cellenbeton niet
onbeschermd worden opgeslagen.
| aanduiding | druksterkte: f-klasse en karakter. buigtrek sterkte [N/mm2] | vol. massa droog [kg/m3] | diffusie- getal μ | 
| blokken | |||
| C-serie: | |||
| C2/400 | 2 (0,44) | 350-399 | 4 | 
| C3/450 | 3 (0,66) | 400-499? | 5 | 
| C4/550 | 4 (0,88) | 500-599? | 5 | 
| C5/650 | 5 (1,10) | 600-650 | 6 | 
| G-serie (Ytong): | |||
| G2/300 | > 2 | < 300? | |
| G2/400 | > 2 | < 400 | 4 | 
| G4/550 | |||
| G4/600 | > 4 | < 600 | 5 | 
| G5/800 | > 5 | < 800 | 6 | 
| gewapende blokken | |||
| CC-serie: | |||
| CC3/500 | 3 | 400-499 | 5 | 
| CC4/600 | 4 | 500-600 | 6 | 
| G-serie (Ytong): | |||
| GB2/400 | > 2 | < 400 | 4 | 
| GB4/600 | > 4 | < 600 | 5 | 
| GB5/800 | > 5 | < 800 | 6 | 
| lateiën e.d. | |||
| lateien (Ytong) | |||
| Lnn-nnnn | nn-nnnn is soort volgnr en lengte in mm | ||
| L20-3000 | voorbeeld; lengte 3000 mm en hoogte 250 mm en dikte (breedte) 240 mm | ||
| vul-latei voor massiefblokken (Ytong): | |||
| Unnn/nnn | nnn/nnn is hoogte in
      mm resp. lengte in cm | ||
| U300/500 | voorbeeld; hoogte 300 mm, lengte 500 cm en bijv. 250 mm dikte (breedte) | ||
| andere coderingen | |||
| G+H | blok Glad en voorzien van Handgrepen | ||
| cellenbeton (foto's o.m. xella):  | 
|  | 
| principe krachtenoverdracht cellenbeton:  | 
| cellenbeton van xella (lamers veldhoven):  | 
| bouwblok van cellenbeton:  | 
| pluggen voor cellenbeton (lage belasting!):  | 
| voorbeeld van technische gegevens van cellenbetonblokken ytong; klik voor groter:  | 
Documentatie
- Voorbeeld
 cellenbeton lijmblokken (van H+H)
- Voorbeeld cellenbeton verdiepinghoge panelen (van H+H)
- Handboek cellenbeton (van Febecel)
- 
Warmtegeleidingscoëfficiënt,
soortelijke warmte, dichtheid, warmtecapaciteit, dampdiffusie en brandklasse van
een aantal materialen
        Met dank aan Xella, H+H, Lamers
        Veldhoven, Nederlandse Cellenbeton Vereniging.
        Zie ook bouwblok, betonsteen
        algemeen, ytong.
        Verg. schuimbeton, waar geen
        kalk wordt toegevoegd en dat als vloeibaar beton op de bouwplaats wordt
        toegepast. In België is schuimbeton, door de cellenstructuur, vaak een
        synoniem voor cellenbeton, in Nederland zijn schuimbeton en celbeton
(niet: cellenbeton) synoniemen.
 Eng. cellular concrete, aerated concrete, air-entrained concrete
          Eng. cellular concrete, aerated concrete, air-entrained concrete