De steen bestaat vooral uit kwartskorrels die er
uitzien als grijze gelei, bontgekleurde (alkali)veldspaat die de steen zijn kleur geeft,
witte plagioklaas mineralen en zwarte biotiet (mica, glimmer d.w.z.
parelmoerachtige plaatjes).
De kleur van graniet is afhankelijk van soort en vindplaats. Graniet is in vele kleuren leverbaar: rood- en
bruintinten komen veel voor, maar ook andere kleuren komen voor (zie
foto's onder).
Van granieten zwerfkeien kunnen onregelmatige (buiten)muren gemetseld
worden. Grotere zwerfkeien werden als fundering gebruikt voor
bijvoorbeeld kerken en torens.
Graniet ontstaat door langzame stolling (afkoeling) in de diepte
van een vulkaan (dieptegesteente).
Eigenschappen graniet:
- weervast gesteente (behalve soorten met veel grote glimmers)
- dicht materiaal
- zeer hard (geschikt voor veelbelopen vloeren)
- goed bestand tegen slijtage, verwering, belasting
- slecht bestand tegen snelle afkoeling (graniet kan
bij een brand door bluswater uit elkaar spatten)
- moeilijk te polijsten (maar wel mooi).
- Balmoral (wordt gewonnen in de buurt van Vehmaa, Finland).
"De steen heeft een donker tot zwarte ondergrond met licht tot donker rode vlekken (veldspaatkristallen). Het breukvlak is grofkorrelig.
(...) De steen varieert van korrel, van grofkorrelig tot fijnkorrelig, waarbij de kleur
varieert van licht naar donker."
- Beiers graniet, soorten zijn o.m. Epprechtsteiner,
Wildstein en Reinersreuther (worden alle gewonnen
in Beieren, Duitsland).
"De ondergrond is wit tot geel-grijs van kleur en de steen is homogeen van structuur, kleur en kwaliteit. Het breukvlak is middel- tot grofkorrelig."
- Kösseine (wordt gewonnen in het Fichtelgergte in Beieren, Duitsland).
Een grofkorrelige, blauw-grijze graniet. "De blauwe kleur wordt veroorzaakt door miniscule insluitsels van het blauwe
mineraal cordieriet in de voornaamste veldspaat die in de graniet aanwezig is, microklien (een kaliumveldspaat)."
("Voor het bewerken en verwerken van dit materiaal zijn i.v.m. respirabel kwartsstof extra beheersmaatregelen nodig.")
- Idefjord (wordt gewonnen in de omgeving van Fredrikstad in de Østfold in
Noorwegen).
De steen is wit tot lichtrose.
("Voor het bewerken en verwerken van dit materiaal zijn i.v.m. respirabel kwartsstof extra beheersmaatregelen nodig.")
- Beucha porfier (wordt gewonnen in de omgeving van Grimma bij
Leipzig, Duitsland).
Beucha porfier is een zogenoemde granietporfier (dus een ganggesteente, zie bij porfier).
"Het grijs tot rood, soms groenachtig gesteente heeft duidelijke, gezoneerde, eerstelingen van alkaliveldspaat,
die samen met grijze kwartskorrels en wat plagioklaas in de grondmassa
drijven. Soms komen gesteenteinsluitsels voor."
("Voor het bewerken en verwerken van dit materiaal zijn i.v.m. respirabel kwartsstof extra beheersmaatregelen nodig.")
- Labrador graniet (wordt gewonnen in Noorwegen).
De Labrador heeft meestal een donkere grijze, blauwe, bronsgroene of zwarte
hoofdkleur. "Labrador Blue is een grofkorrelige graniet met een blauwe achtergrond en blauwkleurige reflecterende
mineralen, die in het licht kunnen wijzigen van kleur. Graniet Labrador Blue is geschikt voor binnen, buiten en natte ruimtes. Verder is dit graniet redelijk vorst- en zuurbestendig."
(Ariës Natuursteen)
Door de in het licht glinsterende kristallen veldspaat geven het uiterlijk extra
glans.
De Labrador in de handel is eigenlijk een blauwgrijze of bronskleurige larvikiet.
Let op: in de handel wordt "de benaming graniet gebruikt voor compacte
en polijstbare natuursteensoorten die overwegend bestaan uit relatief harde mineralen zoals kwarts en veldspaten".
Graniet uit Beieren en Saksen was meestal grijsachtig tot bruingeel en uit
Scandinavië meestal zwart. Het Scandinavische Labrador graniet bevat veel glimmer wat het zwarte
graniet duidelijk verlevendigt.
Het verweren van graniet (Cultureel
Erfgoed)
- "Dit gesteente is weervast, met uitzondering van de soorten die te veel (grote) glimmers bevatten. De steen
verkleurt ook niet of nauwelijks, behalve soms op plaatsen waar de steen in hoge mate met zout belast wordt (trottoirbanden).
- Graniet is ook nauwelijks gevoelig voor invloeden die de verwering zouden versnellen. Wanneer de steen is beschadigd is er meestal sprake van
mechanische schade."