home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.

Het is al gelukt dat er bijna nergens woningen gebouwd mogen worden
nu wil GroenLinks overal betaald parkeren in Utrecht. 
Zie GroenLinks en de bizarre dwingelandij.

R-waarde, warmteweerstand

 

R-waarde

R-waarde heeft meer betekenissen:



De R-waarde en calculators


Ook: warmteweerstand, thermische weerstand. De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van een materiaallaag aan, vaak gebruikt als isolerende waarde van dubbelglas, muren, vloeren, daken. De R is de warmteweerstand van een materiaallaag. 
Met Rc wordt de totale R-waarde aangegeven van een constructie (spouwmuur, combinatievloer, dubbelglas e.d. incl. overgangsweerstanden; denk bij de R aan Resistance (weerstand, verzet) en bij de c van Rc aan het woord combinatie of constructie).

Berekening van de R-waarde is primair afhankelijk van de materialen waaruit de te onderzoeken constructie bestaat.
De materiaalsoort wordt aangegeven door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe hoger de warmtegeleidingscoëfficiënt hoe slechter de isolatie (de warmte wordt immers beter geleid).
Om de warmteweerstand te bepalen wordt de materiaaldikte, in meter, gedeeld door de λ-waarde. Hoe hoger de materiaaldikte, hoe beter de isolatie, een dubbel zo dikke laag heeft proportioneel ook een dubbel zo goede warmteweerstand.

De formule is R = d / λ waarbij:
R = warmteweerstand in m2 K / W
d = dikte van het materiaal in m
λ = warmtegeleidingscoëfficiënt in W / m K; vaak wordt λreken genomen, d.w.z. de λ-waarde waarmee gerekend moet worden.

Online-berekeningen van de Rc-waarde:

- Rc-waarde calculator Kingspan (handig!)

- U-wert-rechner van Ubakus (zeer uitgebreid!, ook veel andere gegevens)

- Rc-waarde calculator van Knauf

- Rekentool Rc-waarde daken en U-waarden kozijnen en deuren (in hout, een initiatief van SHR)

- Rekentool houtskeletbouw Rc en constructiedikte



De gebouwschil kan onderverdeeld worden in (Rc, U, Psi)


- dichte delen (gevels, dak, vloer e.d.); hiervoor is de Rc-waarde, de warmteweerstand van dat constructiedeel, bepalend voor de warmteverliezen [in (m2.K)/W]
- transparante delen (veelal glas van ramen en deuren); hiervoor geldt de U-waarde van dat glasdeel e.d., de warmtedoorgangscoëfficiënt [in W/(m2.K)]
- de overgang tussen bouwelementen (en grond en buitenlucht); voor deze lijnvormige aansluitingen geldt dus de Psi-waarde (Ψ-waarde) [in W/(m.K)].



klik op de afbeeldingen hieronder voor meer info over de r-waarde (icedd):



voorbeeld berekening rc-waarde van een spouwmuur, geschikt voor bijna-energieneutraal beng;
klik voor groter! (kingspan rc-calculator): 


extra isolatie is
niet altijd economisch aantrekkelijk, situatie 2015 met de oude nen 7120 die is vervangen door nta 8800, maar de extra-winst is nog steeds vrij gering (pdf bouwen aan een goede schil): 

 



Notaties
van warmteweerstand

Notaties van warmteweerstand zijn onder meer:
Rm = R materiaal (bij een pakket van materialen, bv. een spouwmuur, zijn er verschillende Rm's)
Rc = R constructie (het pakket aan "materialen" dat de warmte passeert, exclusief overgangsweerstanden aan buiten- en binnenzijde van de constructie), d.w.z. Rm1 + Rm2 + Rm3 maar excl. Ri en Re
Rsi = Ri = R surface interior (de overgangsweerstand van binnenlucht naar materiaal, ingaande warmtestroom, jaargemiddelde 0,13 m2K/W)
Rse = Re = R surface exterior (de overgangsweerstand van materiaal naar buitenlucht, uitgaande warmtestroom, jaargemiddelde 0,04 m2K/W)
Rcav = R luchtspouw = meestal gesteld op 0,15 m2K/W (waarde voor een sterk-geventileerde spouw; niet-geventileerde spouw R=0,18 i.p.v. 0,15; zwak-geventileerde spouw R=0,16 i.p.v. 0,15); soms Rsp genoemd (de cav van Rcav van cavity, spouw; de sp van spouw)
Rluchtspouw bij gebruik reflecterende folie op isolatie aan spouwzijde (bij niet-geventileerde spouw) = 0,57 m2K/W (dus aanzienlijk meer dan de "standaard"-waarden Rluchtspouw niet-geventileerd 0,18);
Rluchtspouw bij gebruik reflecterende folie op isolatie aan spouwzijde (bij zwak-geventileerde spouw) = 0,48 m2K/W (en dus ook meer dan de normale 0,16 in dit geval); 
zie eventueel de tabel bij spouw
Rd = R declared (de warmteweerstand volgens de leverancier van het materiaal)
Req (ook Requi) = equivalente warmteweerstand, d.w.z. een gelijkwaardige warmteweerstand, een soort "virtuele" warmteweerstand berekend i.v.m. bepaalde omgevingsomstandigheden (voorbeelden: R berekend als gevolg van reflectiefolie of doordat de grond onder een gesloten kruipruimte warmer is grond buiten), verg. de equivalente warmtegeleidingscoëfficiënt λeq.

De warmteweerstand van een constructieonderdeel (spouwmuur, vloer o.d.) is Rc en wordt als volgt berekend (Rcav is ook te beschouwen als een Rm en telt mee in de berekening):

Rc = ΣRm + Rsi + Rse

Let op: met de BENG is de correctiefactor vervallen! Dat was ook de motivatie om de verplichte minimale Rc-waarden te verhogen. Tot invoering van de BENG gold:

Er is sprake van een correctiefactor α (alpha) 0,05 omdat er altijd onvolkomenheden in de constructie zijn.
Omdat er zoveel prietpraat is over Rc-waarden (exacte minimale waarden dus elk honderste puntje telt mee) zijn er allerlei extra zaken aan de berekening van de Rc toegevoegd, waaronder de correctiefactor voor warmtestroming (convectie) en onnauwkeurigheden in de uitvoering, en een onduidelijk geworden berekening.
Rc = { (ΣRm + Rsi + Rse) / (1 + α) } - Rsi - Rse 


Bepaling van Rsi, Rse.

Opmerkingen
- Het totaalpakket aan maatregelen is belangrijk om de warmte buiten én binnen de gebouwschil te houden (of juist die warmte uit het gebouw te laten verdwijnen) en voor een comfortabel binnenklimaat te zorgen: warmte, luchtdichtheid, vochtigheid, ventilatie, tocht, zonwering aan buitenzijde, nachtventilatie, massa om warmte vast te houden (maar weer niet te lang), een duurzame manier van warmte-opslag voor de winter. De aandacht moet niet uitsluitend op de Rc-waarde gericht zijn.
- Controle tijdens de uitvoering en na oplevering (luchtdichtheidstest) is zeer belangrijk
. Het materiaal kan nog zo goed zijn en de berekende Rc nog zo hoog, een slechte plaatsing van het isolatiemateriaal en andere bouwfysisch slecht uitgevoerde onderdelen betekent zeer veel warmteverlies, ongewenst vochttransport e.d. 
- De luchtdichtheid van de gebouwschil kan meewerken aan een goede isolatiewaarde.
- Hou er ook rekening mee dat de Rd-waarde van het isolatiemateriaal hoger moet zijn dan verwacht, wanneer er ook materialen in de constructie zitten die een lagere isolatiewaarde hebben (bijvoorbeeld: de houten balken van een traditionale kapconstructie hebben een lagere Rd-waarde dan het isolatiemateriaal tussen de balken). 
- In Nederland wordt in documentatie meestal de warmteweerstand R-waarde gegeven (hoe hoger hoe meer isolerend; in België wordt vaak de warmtedoorgangscoëfficiënt gebruikt, de thermische geleidbaarheid U; voor de U-waarde geldt hoe lager hoe meer isolerend).

Voor nieuwbouw gelden in Nederland door de nieuwe BENG-eisen de volgende Rc-waarden (tabel in het Bbl)

 
locatie
 
Rc-waarde (NTA 8800)
[m2K/W]
vloer >= 3,7
gevel >= 4,7
dak >= 6,3
wonderlijke uitzondering: woonwagen alle locaties Rc >= 2,6;
een woonboot, in de Bbl een "drijvend bouwwerk" genoemd, is geen woonwagen


De Rc-waarde van zeer energiezuinige woningen (o.m. passiefhuizen) kunnen zelfs boven de 10 m2K/W uitkomen.

Voor de λ-waarden van veel materialen zie bij warmtegeleidingscoëfficiënt. 

Een voorbeeld van de warmteweerstand Rc (R constructie) van een spouwmuur:
(a) metselwerk, dikte 0,10 m met λ = 1, geeft een R = 0,10 / 1 = 0,1 m2K/W
(b)
lucht in spouw, standaardwaarde R = 0,15 m2K/W
(c) isolatiemateriaal PIR, dikte 0,10 m met λ = 0,023 geeft een R = 0,10 / 0,023 = 4,3 m2K/W
(d) metselwerk,
zie (a), R = 0,1 m2K/W
Samen met een Re van 0,04 en een Ri van 0,13 wordt dit: 0,04 (Re) + 0,1 (a) + 0,15 (b) + 4,3 (c) + 0,1 (d) + 0,13 (Ri) = 4,8 m2K/W (voldoende wanneer de Rc minimaal 4,5 m2K/W moet zijn). 
De temperatuur van 20 graden Celsius is hier slechts een voorbeeld.
De pleisterlaag e.d. laten we soms buiten beschouwing; die R van 0,02 is niet significant in het totaal van de Rc.

Voorbeeld berekening dikte van resol hardschuim spouwisolatie bij Rc = ca. 4,5 m2K/W.

Om energie te besparen komt de Rc-waarde van de bouwschil (vloeren, muren, dak) soms al op 10 m2K/W (variant passiefhuis).

Warmtedoorgangscoëfficiënt
Vaak wordt de term U-waarde gebruikt, de warmtedoorgangscoëfficiënt, vooral bij isolatie door dubbelglas. De U-waarde is de omgekeerde van de totale R-waarde
U = 1/Rtotaal
(en R is daarmee 1/U).
In het voorbeeld is de U-waarde dus 1/2,52 = 0,40 W/m2K.
Volgens de normen vanaf 2015 moet voor bijvoorbeeld de gevel de R-waarde minimaal 4,5 zijn (de U-waarde is daarmee maximaal 0,22 W/m2K).

Warmteverlies, warmtestroom
Het begrip warmteverlies of warmtestroom is afhankelijk van het temperatuursverschil (delta T), de grootte van het oppervlak, de tijdsduur dat er warmte stroomt en uiteraard de R-waarde van de constructie. In formule wordt dit: Q = A * h * ΔT / R (uit Q = A * h * ΔT * U, want R = 1/U).
Een zeer eenvoudig, fictief voorbeeld om uit het "warmteverlies" de R-waarde te bepalen, waarbij 30 kWh verbruikt is in 24 uur, voor een oppervlakte van 280 m2, terwijl het temperatuurverschil tussen de twee zijden van de  isolerende laag 13 graden C is:

   
verbruikt (soort Q) 30 kWh
tijd (h) 24 uur
oppervlakte (A) 280 m2
temp. verschil (delta T) 13 graden K


R = (A * h * ΔT) / Q 
dus:
R = 280 * 24 * 13 / (30 * 1000) = 2,9 m2K/W

Documentatie

- Rc-waarde calculator van Knauf

- Rekentool Rc-waarde daken en U-waarden deuren en ramen (initiatief SHR)

- Bouwen aan een goede schil (situatie 2015)

- Meer over warmtegeleiding, warmtestroom, warmteweerstand e.d.

- Eenvoudige berekeningen R-waarde als de warmtestroom (het warmteverlies) bekend is

- Stap voor stap berekeningen warmteverliezen e.d.
duidelijke warmteverliesberekening met uitleg van de berekeningen (Excel-sheet van Steven van Lier)


Zie eventueel verder bij isolatie, PIR, BENG, Psi-waarde.
Verg. Rw-waarde (geluidsisolatie).

Eng. R-value; warmteweerstand is thermal resistance, heat resistance



Bepaling Rsi en Rse

De waarden van Rsi en Rse
in situaties waarbij de standaardwaarden niet gewenst waren:

     

constructie onderdeel (en voorbeeld)

Rsi

Rse

Wand grenzend aan buitenlucht (spouwmuur)

0,13

0,04

Wand grenzend aan water of grond (kelderwand)

0,13

0

Vloer grenzend aan water of grond (keldervloer)

0,17

0

Binnenwanden (niet bij garages; warm-warm verondersteld)

0,13

0,13

Vloeren boven buitenlucht, warmtestroming naar beneden (uitkragend bouwwerk)

0,17

0,04

Vloeren boven onverwarmde ruimtes, warmtestroming naar beneden (kruipruimte)

0,17

0,17

Vloeren boven onverwarmde ruimtes, warmtestroming omhoog (dus vanuit de ruimte onder de onverwarmde ruimte????)

0,10

0,10

Verdiepingsvloeren tussen verwarmde bouwlagen

0,13

0,13

Daken met een hellingshoek van > 75 graden

0,13

0,04

Daken met een hellingshoek >= 0 graden en <= 75 graden (hellende daken, platte daken, omkeerdaken)

0,10

0,04


Een andere mogelijkheid
("horizontaal" geldig voor een warmtestroom die niet meer dan ca. 30 graden afwijkt van het horizontale vlak):

   

 

richting warmtestroom

 

opwaarts

horizontaal

neerwaarts

Rsi

0,10

0,13

0,17

Rse

0,04

0,04

0,04


En in een afbeelding geplaatst:


voorbeeld met o.m. hellend dak, dakterras, onverwarmde ruimte op zolder, onverwarmde garage; gevel is te zien als een helling van > 60 graden (klimapedia):



Bepaling correctiefactor


Let op: met de BENG is de correctiefactor vervallen!


Niet meer geldend is dus: 
De correctiefactor α (alpha), voor inwendige convectie en/of uitvoeringsinvloeden, is als volgt te bepalen (met nogal wat scherpslijperij in de derde situatie en eigenlijk ook de vierde situatie):

situatie

α

(1)

Bij een isolatielaag die aan beide zijden wordt begrensd door een luchtlaag van >= 5 mm, tenzij er voorzieningen zijn getroffen om convectie te voorkomen. 
(Officieel: indien het onderdeel isolatielaag bevat die aan weerszijden wordt begrensd door een luchtlaag van meer dan 5 mm dikte, tenzij er voorzieningen zijn getroffen om convectie te voorkomen.)

1,0

(2)

Bij gebruik van foamglas én een isolatielaag die aan beide zijden wordt begrensd door een luchtlaag van < 5 mm. 
(Oficieel: in andere gevallen dan (1) én als isolatiemateriaal uitsluitend cellulair glas is toegepast.)

0

(3)

In andere gevallen dan (1) en (2) én het onderdeel wordt, afgezien van eventuele afwerklagen (waaronder buitenspouwbladen), onder geconditioneerde en beheerste omstandigheden vervaardigd.

0,02

(4)

In alle andere gevallen.

0,05