home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.

Het is al gelukt dat er bijna nergens woningen gebouwd mogen worden
nu wil GroenLinks overal betaald parkeren in Utrecht. 
Zie GroenLinks en de bizarre dwingelandij.

klei

 

klei

Klei is een grondsoort die bestaat uit fijne platte gesteentefragmenten (zandkorrels, vooral kwarts) en mineraaldeeltjes met een korrelgrootte kleiner dan 0,002 mm (< 2 micrometer; de benaming van deze kleine deeltjes is lutum). We onderscheiden zeeklei en rivierklei naar de plaats van ontstaan, het is daarmee een afzettingsmateriaal (een sedimentair gesteente). 

Door de fijne, platte deeltjes (plaatjes) is klei een goede afsluiter van water en wordt als zodanig toegepast bij bijvoorbeeld dijken, sloten, singels. De kleur van klei is grijsachtig, bij rivierklei soms bruinig door oxidatie van ijzerdeeltjes. 

Vette klei is klei met weinig zand; weke, vette klei wordt in Zeeland spier genoemd.
Magere klei is klei met veel zand 
Slappe klei is klei met weinig binding tussen de bestanddelen, stijve klei met veel binding.
Jonge klei is klei die in de laatste geologische periode(n) is afgezet. Diep liggende klei is vaak oude klei.

Door uitdrogen of door druk gaat klei inklinken: het poriënwater verdwijnt uit de kleimassa wat de binding tussen de kleideeltjes sterk verlaagt. Dit inklinken is zeer nadelig voor bijvoorbeeld oude gebouwen die gefundeerd zijn op een kleilaag. Verder zorgt klink voor bodemdaling. Eén van de foto's onder geeft een impressie van krimpscheuren (craquelé) in uitgedroogde klei.

Kenmerken van klei en leem:
- chemisch minder stabiele mineralen en meer anisotroop
- vorm van de deeltjes is schilferig (< 0,01 mm)
- gemakkelijk splijtbare kleimineralen (door het schilferige karakter) worden bij verwering zeer kleine fracties (groot oppervlak en grote waterbinding)
- kleine doorlatendheid
- "opnamevermogen water voor toeslagmaterialen (zonder ontmengingsrisico)"
- behoorlijk samendrukbaar (plastisch en elastisch; klei: voortgaande vervorming)
- goed handelbaar na drogen (in de baksteenindustrie)
- zettingen verlopen langzaam.

Resulterend in:
- samenhangend
- vaak slecht doorlatend (zie bij permeabiliteit)
- redelijk samendrukbaar
- minder geschikt als bouwgrond
- zeer geschikt als grondstof voor baksteen. 


(bron: "beter bouw- en woonrijp maken", ir. d.j. biron, 2004)
 

 

zand

fijn zand en zavel 

klei

veen

draagkracht en
begaanbaarheid

groot

matig tot groot

klein tot matig

zeer klein

samendrukbaarheid

klein

klein

matig

zeer groot

vochthoudend vermogen

klein

groot

groot

groot

doorlatendheid

groot

matig

klein tot groot

klein

 


bodemtextuur driehoek klei-zand-silt; benamingen klei, zware klei, kleileem, leem, zavel, zand, silt e.d. met percentages van elke grondsoort; ternaire grafiek *);
klik voor groter ('t over-leven):


zeeklei (fryslansite):


klei, opgedroogd, ingeklonken (bodemdata):


Zie ook geologische begrippen van Natuurwijzer, zeeklei van Geologie van Nederland, grondsoort, kleef, permeabiliteit, kleikist, Keramiek magazine Klei.


korrelgroottes van klei tot blokken, met benamingen en toepassingsgebieden;
klik voor groter:


de klei-leem-zand-driehoek;
klik voor groter (nen 5104):


Eng. clay; blauwe klei is blue clay; bonte klei is mottled clay, variegated clay; grindhoudende klei is gravelly clay; jonge klei is Holocene clay; kalkhoudende klei is calcareous clay, limey clay; leemhoudende klei is loamy clay; magere klei is lean clay; vette klei is fat clay; slappe klei is soft clay; stijve klei is stiff clay; vuurvaste klei is fire clay, refractory argil; zware klei is heavy clay

*) "Een ternaire grafiek geeft de verhoudingen van drie variabelen weer als posities in een gelijkzijdige driehoek. De aandelen op iedere zijlijn geven samen 100%." ('t over-leven)