![]() |
![]() |
![]() |
1.
Wanneer kalksteen en
klei tot ca. 1450 graden C verhit worden, ontstaan korrels met een aantal
calciumverbindingen (de zogenoemde klinker).
De fijngemalen korrels worden vermengd met gips en
vaak met bijproducten uit het
hoogovenproces. Het eindresultaat is cement, de kleur is meestal
lichtgrijs; bij wit cement is wit krijt het belangrijkste element (er
zitten dan nauwelijks of geen ijzeroxiden in).
Cement is een bindmiddel: het heeft het vermogen om, gemengd met
toeslagmaterialen als zand en grind,
onder
invloed van water (hydratatie) die materialen aan elkaar te laten
"plakken". Cement is als een soort lijm te beschouwen. Het
uitgeharde resultaat heet cementsteen.
Ook onder water hardt cement uit en behoudt het uitgeharde mengsel zijn
sterkte en stabiliteit (in de vorm van beton).
De bekendste soorten cement zijn:
- Portlandcement is een cementsoort die de naam ontleent aan de
grijze kleur waardoor het lijkt op de kalksteen uit de groeven bij Portland.
Portlandcement is een sterk hydraulisch
bindmiddel dat vrij snel uithardt. Het heeft een hoge eindsterkte (na 4 weken)
maar belangrijker is dat de aanvangssterkte hoog is. Daarom kan
portlandcement worden toegepast als snel ontkisten of voorspannen noodzakelijk is.
Portlandcement bestaat uit meer dan 90% portlandklinker,
5% gips en verder anhydriet,
ijzeroer en/of ander stoffen. Het gips regelt de bindtijd waarmee gevarieerd kan
worden.
Productinformatie
en samenstelling van portlandcement CEM I 52,5 N (HCM Cement).
- Hoogovencement is een cementsoort die de naam ontleent aan een
belangrijk bestanddeel. "Hoogovencement wordt gemaakt door het mengen van gemalen
gegranuleerde hoogovenslak en portlandcementklinker, waaraan gips en/of anhydriet worden toegevoegd als bindtijdregelaar.
Hoogovenslak is een bijproduct dat vrijkomt bij de productie van ijzer in hoogovens. Daarbij worden ijzererts, schroot en smeltmiddelen, tezamen met cokes als brandstof in een hoogoven gebracht. De cokes worden verbrand voor de productie van koolmonoxide, dat het ijzererts reduceert tot gesmolten ijzer. Op dit ijzer drijft de slak, die hiermee gelijktijdig wordt afgetapt. Nadat slak en ijzer van elkaar zijn gescheiden, wordt de slak door het inspuiten van een grote hoeveelheid water snel afgekoeld, waardoor de slak in zandachtige korreltjes met een glasachtige structuur uiteengeslagen wordt (er treedt geen of slechts een geringe mate van kristallisatie op). Dit proces wordt granuleren genoemd.
Hoogovencement CEM III/B 42,5 N LH (NEN 3550: HS) heeft een normale
aanvangssterkte en eindsterkte en kan daardoor worden toegepast als er geen bijzondere eisen aan de
aanvangssterkte worden gesteld. Door zijn samenstelling is deze cement zeer geschikt ter voorkoming van een alkali-silica-reactie of aantasting door sulfaten."
Productinformatie
en samenstelling van hoogovencement III/B 42,5 N LH (HCM Cement)
Productinformatie
en samenstelling van hoogovencement CEM III/B (Heidelberg Cement).
Met dank aan HCM Cement
en Heidelberg Cement.
-
Aluminiumcement is
een cementsoort met een hoog Al2O3-gehalte die wordt toegepast voor vuurvast
beton (voor ovens e.d.).
- Metselcement is een cementsoort die met een juiste verhouding zand en water
toegepast wordt om metselmortel (specie) te maken. Aan metselcement hoeft alleen
maar leidingwater en zand te worden toegevoegd. De verhouding is afhankelijk van
de soort metselsteen (baksteen). Vaak is
aan metselcement een luchtbelvormer toegevoegd voor een betere verwerkbaarheid,
maar niet altijd is dat gewenst (restauratiewerk).
Metselcement is ongeschikt als bindmiddel voor voegmortel of voor betonmortel
(in Duitsland heet metselcement PM Binder, Putz und Mauerbinder;
soms wordt hier kalk toegevoegd).
Productdocumentatie
van metselcement Heidelberg Cement.
- Voegcement is speciaal ontwikkeld voor het voegen als aparte
activiteit (dus niet bij het zogenoemde doorstrijken).
- Latexcement
(rubbercement) is een materiaal dat bestaat uit o.m. portlandcement,
latex (rubber) en water.
- Zandcement is geen
aparte cementsoort, maar een samenstelling van zand en cement en eventuele
toevoegingen, bijvoorbeeld voor een zandcemetn dekvloer.
- Geopolymeer is geen
cement, maar een alternatief voor cement. Zie ook PC-mortel.
Naast een bindingsregelaar en secundaire bestanddelen zoals hulpstoffen
zijn de bestanddelen van cement (in de volgorde van de afbeelding
hieronder):
K = portlandcementklinker (K van Klinker)
V = vliegas (siliciumhoudend)
W = vliegas (calciumhoudend)
L = kalksteen (organisch koolstofgehalte <= 0,5% (m/m))
LL = kalksteen (organisch koolstofgehalte <= 0,2% (m/m))
S = gegranuleerde hoogovenslak (S van Slak)
P = natuurlijk puzzolaan
Q = gebrande natuurlijke puzzolaan
T = gebrande leisteen
D = microsilica
bestanddelen van verschillende cementsoorten, zie ook onderaan de pagina voor de cem-benamingen (cric occn); klik voor groter!: ![]() |
afbeelding productie van klinker en cement van febelcem; klik voor groter!: ![]() |
afbeelding productie klinker en hoogovencement van vakblad cement; klik voor groter!: ![]() |
![]() |
EN 197-1 benoemt 5 cementsoorten waarvan portlandcement de
belangrijkste is *) :
|
|
|
CEM- |
cementsoort |
specifieke aanduiding
**) |
CEM I |
portlandcement (>= 95% portlandcement) |
CEM I |
CEM II |
portland-mengsel cementen (>= 65% portlandcement): |
|
portland-slak cement (portland slag) |
CEM II/A-S, B/S |
|
portland-silica fume cement, meestal 5-20% silica fume |
CEM II/A-D |
|
portland-puzzolaan cement (portland-pozzolana), met andere puzzolane stoffen dan vliegas |
CEM II/A-P, B-P, A-Q, B-Q |
|
portland-vliegas cement (portland-fly ash), tot 30% vliegas, een vrij universeel cement |
CEM II/A-V, B-V, A-W, B-W |
|
portland-leisteen cement (portland burnt shale) |
CEM II/A-T, B-T |
|
portland-kalksteen cement (portland-limestone) |
CEM II/A-L, B-L, A-LL, B-LL |
|
portland-composiet cement (portland-composite), een vrij universeel cement met hoogovenslak en/of silica fume en/of puzzolanen en/of vliegas en/of gebrande leisteen en/of kalksteen ***) |
CEM II/A-M, B-M |
|
CEM III |
hoogovencement
(blastfurnace), met portlandcement, |
CEM III/A (40%), B, C (90%) |
CEM IV |
puzzolaancement (pozzolanic), silica fume, puzzolanen en/of vliegas ***) |
CEM IV/A, B |
CEM V |
composietcement (composite), hoogovenslak en puzzolanen en/of siliciumhoudend vliegas ***) |
CEM V/A, B |
*) nevenbestanddelen als fillers nemen 0-5%
van de massa in; de nevenbestanddelen worden hier niet vermeld
**) de extra aanduiding A/B/C is van A naar C in afnemend
klinkergehalte (dus toenemend toegevoegd materiaal); bijvoorbeeld CEM II/B-V
bevat meer vliegas dan CEM II/A-V;
S = gegranuleerde hoogovenslak, D = microsilica (silica fume), P = natuurlijke
puzzolaan, Q = gebrande natuurlijke puzzolaan, V = poederkoolvliegas
(siliciumhoudend), W = poederkoolvliegas (calciumhoudend), T = gebrande
leisteen, L = kalksteen (organisch koolstofgehalte <= 0,5% m/m), LL =
kalksteen (organisch koolstofgehalte <= 0,2% m/m), M = cement bevat een
mengsel van de genoemde hoofdbestanddelen
***) de hoofdbestanddelen anders dan klinker moeten in de aanduiding van het
cement vermeld worden (dus hoogovenslak e.d.)
schema cem-i t/m cem-v met cementtype, hoeveelheden klinker, hoogovenslak, microsilica, puzzolanen, vliegas, gebrande leisteen, kalksteen en nevenbestanddelen; klik voor groter! (de betonpocket van betonhuis) ![]() |
Documentatie
- Normalisatie
en certificatie cement (van ir. S. Gruss en ir. J. Petit)
- Toepassingen en gebruik hydraulische middelen bij (historisch) metselwerk
- De Betonpocket van Betonhuis
- Productinformatie en samenstelling van portlandcement CEM I 52,5 N (HCM Cement)
- Productinformatie en samenstelling van hoogovencement III/B 42,5 N LH (HCM Cement)
- Productinformatie en samenstelling van hoogovencement CEM III/B (Heidelberg Cement)
- Portlandcement CEM I 52.5 Komo-attest cement met poederkoolvliegas (van HCM Cement)
- Portlandcement CEM I en CEM III Komo-attest cement met hoogovenslak en/of vliegas en/of kalksteenmeel (van HCM Cement)
- Portlandcement Screedment 32.5 met eco-vulstoffen e.a. (van HCM Cement)
- Productdocumentatie van metselcement Heidelberg Cement
In verband met zachtere, flexibeler alternatieven voor de harde, compacte
cementmortel: Eigenschappen van verschillende
soorten mortel uit de brochure
Voegwerk van Monumentenwacht
Vlaanderen.
De term cement is via
het Franse ciment ontleend aan het vulgair Latijnse cementum uit
het Latijnse caementum (cement, mortel, modder); bron Etymologiebank.
Het
lidwoord van cement mag zowel het als de zijn; dus zowel het
cement als de cement zijn correct.
Zie eventueel opus caementicium,
specie, mortel,
bastaardmortel, beton,
cebarpoeder, cementraam,
cimorné, crepidoma,
dunmortel, tras,
Argex, c-eps,
cebarpoeder, cellenbeton,
gietmortel, grout,
hogesterktebeton, houtwolcementplaat,
kristal-cement-graniet, metselspecie,
perliet, poederkoolvliegas,
rocaille, rotspleister,
schoonbeton, spuitbeton,
vertinnen, vezelcementlei,
watercementfactor, zwelmortel.
En natuurlijk
HCM Cement, Heidelberg Cement, Febelcem, Vakblad cement,
Cement en Beton, Cement
Org, Understanding
Cement.
Eng. cement; portlandcement is portland cement (PC); normaal portlandcement is ordinary portland cement
(OPC)
2. Ook: cementbeton.
Cement is ook de naam voor het verharde resultaat dat ontstaat na toevoegen van
zand en water.