Dunmortel is een metselspecie voor dunne voegen.
Dunmortel is een soort kruising tussen metselmortel
en lijmmortel en wordt aangebracht met een troffel, niet met een
"machine" zoals bij lijmmortel. Met dunmortel is tegemoet gekomen aan de
wens naar een dunne voeg terwijl toch "gewoon" gemetseld wordt. Verder
heeft dunmortel dezelfde prestaties als normale metselmortel. De gevel heeft met
dunmortel eenzelfde uiterlijk als met lijmmortel.
Dunmortel is zeer geschikt voor het vermetselen van
stenen met een sterk zuigend vermogen; voor normaal en sterk zuigende stenen is
een speciale dunmortel beschikbaar.
Dunmortel bestaat uit portlandcement, harde dichte toeslagmaterialen, kalksteenmeel,
pigment en een combinatie van additieven die de verwerkbaarheid, stabiliteit en hechtsterkte bevorderen.
Metselwerk met dunne voegen wordt meestal niet nagevoegd, er kan worden
uitgekrabd. "Bij het uitkrabben wordt de aangetrokken specie (lang genoeg wachten om geen smet op de stenen te krijgen) met een voeger 10 à 15 mm uitgekrabd waardoor de gevel een gestapeld effect krijgt,
vergelijkbaar met het uiterlijk bij verlijmen." Eventueel kan, bij
"vol en zat" metselwerk, worden doorgestreken.
Voordelen van bijvoorbeeld Beamix dunmortel (Weber
Beamix):
- voor dunne voegdiktes van 4 tot 7 mm
- aan te brengen met troffel/truweel
- geschikt voor zuigende en niet-zuigende metselstenen
- metselstenen laten zich makkelijk invlijen
- hoog watervasthoudend vermogen voorkomt verbranding van het metselwerk
- geschikt voor zowel terugliggende als in het zicht blijvende voegen
- uitvoering met open stootvoegen mogelijk (niet voor stapelverband)
- bij uitstek geschikt voor verborgen dilataties
- biedt nieuwe ontwerpmogelijkheden
- leverbaar in 25 standaardkleuren (gekleurde metselmortel heeft het voordeel
dat het zichtbaar smetten van mortel op de stenen vermeden wordt)
- ook verkrijgbaar in silo met een continue doorstroommenger.
Praktijktips van o.m. Beamix:
-bij dunne voegen gelden andere koppenmaten
en lagenmaten
- de stenen moeten maatvast zijn om ongelijke lintvoegen
en stootvoegen te voorkomen
- bij geperforeerde strengpersstenen dienen de perforaties terugliggend te zijn
- gebruik bij metselwerk met dunne voegen speciale platte spouwankers
en dito wapening (1,25 mm)
- bescherm jong metselwerk tegen uitdroging, inwatering en bevriezing.