1.
Klinker is oorspronkelijk een harde baksteen die nauwelijks water opzuigt.
Deze eigenschap ontstaat door de hogere afstooktemperatuur van ca.
1200 graden C en de langere verblijftijd in de oven. De gunstige eigenschappen van hardheid en waterdichtheid
maakte hem zeer geschikt voor funderingen, trasramen
en vloeren.
De term klinker wordt ook gebruikt voor de hardere soort kalkzandsteen
(kalkzandsteenklinker, voor buitenmuren en kelders) en de betonnen
straatsteen (betonnen straatklinker), zie voor afbeeldingen
bijvoorbeeld Doelbeelden.
Goed doorbakken stenen van bijvoorbeeld de Achterhoek "klinken" niet, men spreekt daar van een
"goede stem".
klinker, verblendsteen; klik voor iets groter
(abc-klinker):
Verg. (ook wat betreft voortbrengen van een specifiek geluid) rammelaar,
ratelaar.
Eng. clinker brick (soms: Dutch brick, gele baksteen van huizen in de
koloniën)
2. Klinker als "materiaal" is de basis voor cement. De belangrijkste grondstof voor cement is van natuurlijke
oorsprong, mergel, een kalkrijk gesteente (kalksteen
is een alternatief voor mergel). De mergel wordt fijngemalen en gemengd met onder andere
klei. Door een verhittingsproces
tot 1450 graden C wordt uit dit mengsel portlandcementklinker vervaardigd, kortweg klinker
genoemd. De klinker heeft de vorm van bolletjes, ongeveer ter grootte van knikkers. Deze klinker is de basis voor alle cementsoorten. Door het vermalen van de klinker tot uiterst fijne deeltjes ontstaat portlandcement.