Toeslagstoffen
zijn materialen
die aan een basismateriaal worden toegevoegd om bijvoorbeeld een beter geheel
te maken, holle
ruimten te vullen waardoor de sterkte toeneemt,
of om ruimten met
minder massa te creëren.
Meestal worden onder toeslagstoffen verstaan de stoffen die samen met water en
cement het uiteindelijke beton vormen. Meestal zijn toeslagstoffen
steenachtig (mineraal).
Ze vormen het grootste deel van het beton en nemen de meeste drukkrachten op.
Toeslagstoffen nemen (in principe) zelf niet deel aan de chemische reactie
die hydratatie heet.
De verhouding tussen grof en fijn toeslagmateriaal (de korrelverdeling van
de toegepaste toeslagstoffen) is een belangrijk gegeven bij de bepaling van de juiste
betonsamenstelling.
In
de betontechnologie worden vaak onder toeslagmaterialen uitsluitend
verstaan: zand, grind
en granulaat.
Echter, soms worden ook andere stoffen onder de toeslagstoffen begrepen, zoals
sommige vulstoffen en polystyreenbolletjes.
De grens tussen fijne en grove toeslagmaterialen is 4 mm:
- fijn toeslagmateriaal (korrelgrootte < 4 mm) bestaat meestal uit zand
- grof toeslagmateriaal (>= 4 mm) is meestal grind.
Soms is sprake van een tussenvorm met korrelgroottes van 2-5 mm of 2-8 mm.
resp. fijn zand (en bergzand),
metselzand en betonzand
>= 4 mm
4-8, 4-16,
4-22, 4-32
8-11, 8-16
16-22, 16-32,
16-63;
vaak tot
max. 32 mm
grof toeslag materiaal of
"grindfractie"
grind en granulaat;
granulaat mag max. 20% van het grind vervangen, maar altijd max. 10%
metselwerkgranulaat (NEN 8005)
In relatie met het nut van de toeslagstoffen zijn voorbeelden van
toeslagstoffen:
- om een beter geheel
te maken: zand, grind, en in sommige gevallen steenslag (breuksteen,
granulaat) of aec-granulaat, bij cementspecie voor
beton
- om holle ruimten (tussen de toeslagmaterialen) te vullen waardoor de sterkte toeneemt:
zeer fijn zand en sommige vulstoffen
zoals tras en vliegas
(materialen die voor 90% kleiner zijn dan 63 µm worden vulstoffen genoemd)
- om ruimten met
minder massa te creëren: polystyreenbolletjes,
bims, argex
of liapor
(beide geëxpandeerde kleikorrels), liaver (geëxpandeerde glaskorrels) of perliet
(geëxpandeerd vulkanisch gesteente obsidiaan) toegevoegd aan cementspecie (bijvoorbeeld
c-eps).
toeslagstoffen van verschillende korrelgroottes (state
testing):
verschillende zeeffracties toeslagmateriaal werken mee aan de juiste
betonsamenstelling (betoncentrale
eemsmond, aangepast):
Zowel bij de opslag als tijdens het transport is het wenselijk dat het
toeslagmateriaal niet ontmengd (om een goede korrelverdeling
te houden) en niet verontreinigd wordt (om de werking ervan niet te
verslechteren, denk aan chloriden en sulfaten).
Grof toeslagmateriaal (o.m. grind) kan zijn ongebroken (max. 15% gebroken),
gedeeltelijk gebroken (15-50% gebroken) en gebroken (steenslag).
De eisen voor het toeslagmateriaal zijn opgenomen in NEN 5905.
Naast toeslagstoffen kunnen aan beton worden toegevoegd:
- hulpstoffen
zoals versnellers, vertragers en luchtbelvormers
- de genoemde vulstoffen.
Eng. aggregate; fijne toeslagmateriaal is fine aggregate; gebroken
toeslagmateriaal is crushed aggregate; grof toeslagmateriaal is coarse aggregate;
lichtgewicht toeslagmateriaal is light-weight aggregate