Doorstrijken
is een
methode om bij metselwerk een stevige voeg te hebben:
de voeg wordt
met dezelfde specie aangebracht als de metselspecie voor het
metselwerk zelf en in vrijwel dezelfde "arbeidsgang". Er
zijn daardoor geen hechtingsproblemen tussen metselwerk, metselspecie en
voegspecie. (De later uitgevoerde voegactie met
speciale voegspecie, nadat het metselwerk is uitgehard, is hier dus
niet van toepassing.)
De
metselspecie dient vol en zat te worden
aangebracht.
Ca. 60% van de projecten wordt al uitgevoerd in doorstrijk (situatie 2020).
Zoals
vroeger gebruikelijk was, wordt de metselspecie bijna "naar
buiten" geduwd. Na ongeveer een half uur is de metselspecie
meestal voldoende gehard om met een voegspijker of voegroller
(pointmaster, easypointer) aan te drukken en af te werken. Het
tijdstip waarop de mortel voldoende stijf is
om de voeg glad af te werken, is o.m. afhankelijk van temperatuur,
luchtvochtigheid, plasticiteit van de specie en hardheid van de steen (zuigende
karakter van de steen). Bij sterk zuigende stenen moet eerder met afwerken worden
begonnen dan bij weinig zuigende stenen omdat de mortel sneller uitdroogt.
Afwerken op een te plastische mortel heeft smetwerk tot gevolg; afwerken op een
te ver doorgeharde mortel heeft een onregelmatig oppervlak tot gevolg. Meestal
blijkt het een wachttijd te zijn van 30-60 minuten. Voor de verschillende
soorten zuigende steen zijn verschillende doorstrijkmortels verkrijgbaar,
bijvoorbeeld DS15-0 t/m -3 van MegaMix.
Door het "pointeren" ontstaat een voeg met een constante voegdiepte.
Het is gebleken dat
voegen door het "onmiddellijk" doorstrijken homogener en daarmee
sterker
worden. Deze doorgestreken voegen hebben minder last van doorslag van water
wat in de winter stukvriezen sterk reduceert. De slechte aanhechting van de
achteraf aangebrachte voeg, bijvoorbeeld bij zeer droog weer of onvakkundig
voegen, komt bij doorstrijken uiteraard niet voor.
Vooral
wanneer een minimale stootvoeg wordt toegepast, kan met de voegroller
snel worden gewerkt; het metselwerk krijgt bij zo'n stootvoeg een
massiever maar ook wel een wat statisch uiterlijk.
Aspecten (met dank aan o.m. Aberson)
- Werk met een doorstrijkmortel.
- De metselmortel heeft bij doorstrijken ook een esthetische functie (zichtbaar
immers). Om kleur- en structuurverschillen te vermijden dienen de materialen
(zand, cement, pigment e.d.) voor de gehele muur of partij gelijk te zijn.
Standaard zijn ca. 10 kleuren beschikbaar en uiteraard is maatwerk mogelijk.
- De zandkorrelopbouw is iets fijner waardoor een compactere mortel ontstaat.
- Het cementgehalte is iets groter.
- Het luchtgehalte is kleiner dan normaal (max. 9%).
- De duur van de arbeidsgang is afhankelijk van het opstijfgedrag (opstijftijd)
van de mortel;
daarom zijn speciale doorstrijkmortels ontwikkeld.
- Bij elk project kunnen er projectgebonden voor- en nadelen zijn.
- Er zijn verschillende voegpennen voor de voegroller beschikbaar om een nette voeg te maken.
-
In het buitenland wordt meestal niet achteraf gevoegd en wordt de
doorstrijkmethode standaard toegepast.
- Aangeraden wordt bij doorstrijken de metselprofielen
(stelprofielen) door de timmerlui van de aannemer te laten
plaatsen, zodat er geen maatafwijkingen in het metselwerk zijn. Voordeel van bijvoorbeeld de Weber
BeamixProfielsteller is dat de timmerlui niet steeds terug hoeven te
komen om tijdelijk een profiel weg te halen en later terug te plaatsen.
- Voor elk metselwerk, dus ook voor doorstrijkwerk, geldt: "Voorkom het optreden van uitslag, cementsluier en
hechtingsverlies door het verse metselwerk minimaal 48 uur (bij voorkeur nog langer) afdoende te beschermen tegen uitdroging en inwatering. Werk bij voorkeur met een steiger met gaasdoek en kap."
- Ook voor elk metselwerk geldt: "Doorstrijkmortel verwerken bij een omgevingstemperatuur
> 0 °C, waarbij de morteltemperatuur ≥ 5 °C moet zijn."
- "Bij doorstrijkwerk is het van groot belang dat de mortel het volledige voegoppervlak vult. Voer
bijvoegen van stootvoegen of de overgang van stoot- op lintvoeg nat-in-nat uit. Hou afhankelijk van
het type mortel rekening met een opstijftijd alvorens de voeg af te werken. De samenstelling van de specie verdient bijzondere aandacht, omdat de mortel niet alleen dienst
doet als metselmortel maar ook als voegmortel. De mortel wordt dus blootgesteld aan het weer en
er worden ook esthetische eisen aan gesteld. Voorkom smetten van het metselwerk."
(Historisch metselwerk, van Stichting
ERM)
Voordelen doorstrijken
- De muur is een monolitisch geheel en
heeft minder last van afbrokkelen van de voeg; geen zwakke verbinding tussen
metselwerk en voeg; de voeghardheid is meestal minimaal VH35.
- Onderhoudsarme gevel; niet uitkrabben en opnieuw vullen van de voeg na een
aantal jaren.
- Eén partij is verantwoordelijk voor de muur; vaak lagere kosten.
- Kost meestal minder tijd en bouwtijd.
- Tijdens aanbrengen en harding van de voeg is er voldoende vocht aanwezig, wat
de hechting van de "voeg" met de steen verbetert.
- Geen verhoogde kans op vorstschade.
- Minder last van doorslag van regen.
- Bij het gebruik van hefsteigers is doorstrijken ideaal; bij achteraf voegen
moeten de steigers langere tijd blijven staan (minimaal twee weken).
- Vooral bij verdiepte voegen is doorstrijken beter dan achteraf voegen; bij
achteraf voegen dient de voeg (te) ver uitgekrabt te worden en is de voeg zelf
eigenlijk te ondiep.
- De metselaar hoeft niet terug te komen voor het voegwerk, waardoor er geen
problemen zijn met ontbrekende of provisorisch aangebrachte voegen (slecht
aangebracht, voegsel op stenen e.d., andere kleur voegcement) bij kozijnen en
achter hemelwaterafvoeren e.d.
- Doorstrijkmortels voorzien van tras
en fijn zand verminderen de kans op eventuele witte uitslag aanzienlijk. De
meeste doorstrijkmortels zijn uitbloeiingsarm.
- Duurzaam bouwen: bijvoorbeeld Remix
Doorstrijkmortel heeft het Dubokeur.
Nadelen doorstrijken - Een nadeel is dat de metselprofielen bij het stellen bijvoorbeeld 10 cm
van de muur los moeten staan, om de voeg goed af te kunnen werken (voordeel is
dat je geen lelijke metselresten op de muur hebt waar het profiel gestaan heeft,
zoals bij achteraf voegen nog wel eens gebeurt). Tegen het profiel kan met een
lijmtang o.d. een koppelprofiel met de lagenmaat
worden aangebracht. Let op: de Weber Beamix Profielsteller kan tijdelijk
worden weggekanteld of eenvoudig worden verwijderd waardoor dit nadeel
nauwelijks speelt.
- Veel metselaars hebben nog (!) niet de kennis en kunde
om het voegwerk door te strijken; de opleidingen besteden hier blijkbaar nog niet
voldoende aandacht aan.
- "De samenstelling van de metselspecie mag nooit gewijzigd worden door
extra toevoegingen in welke vorm dan ook, met uitzondering van wat extra water
voor de verwerkbaarheid."
-
Met de doorstrijkmethode zijn meestal niet de enorm gladde voegen te verkrijgen
zoals bij uitkrabben en achteraf voegen.
Een doorstrijkmortel Een paar voorbeelden zijn:
- Remix
Doorstrijkmortel UA (UitbloeiingsArm), "mortel is voorzien van een pakket
'uitbloeiblokkers' waardoor vrije kalkuitbloei tot ca. 90% wordt gereduceerd"
- Remix
Doorstrijkmortel Allround ER (Earthquake Resistance, aardbevingsbestendiger),
"één mortel voor doorstrijken en dunbed metselen (4-12mm lintvoeg)",
"ook voor slecht hechtende stenen en sterk zuigende stenen, uitbloeiingsarm ter voorkoming van witte kalkuitslag",
"voor metselwerk in aardbevingsgebieden".
- Weber
Doorstrijkmortel 341 UR+ (UitslagRemmend, dus minder kans op uitbloeiing),
voegbreedte vanaf 8 mm.