Vaak:
schoon beton; ook, soms: zichtbeton. Schoonbeton is beton, waarbij vooraf bewust eisen zijn gesteld aan de esthetische
kwaliteit van het zichtbaar blijvende betonoppervlak. Het gaat
meestal om in het werk gestort beton.
Bij het werken met schoon beton moet veel aandacht worden besteed aan de
bekisting en het storten. Onzorgvuldigheden in de bekisting zullen altijd zichtbaar blijven. Reparatie van tekortkomingen in schoonbeton is bijna niet mogelijk. Alleen door de combinatie van een goede voorbereiding en nauwkeurig werken kan het gewenste effect
bereikt worden.
Er
zijn vier hoofdtypen schoonbeton (ruw beton, béton brut):
type I
onbewerkt, glad
type II
onbewerkt, met structuur
type III
bewerkt
type IV
niet-bekiste oppervlakken
Een andere indeling is:
klasse B1
niet-geprofileerd bekist
oppervlak, zonder verdere bewerking, van een in het werk gestort beton of
van een geprefabriceerd betonelement
(voor klasse B1 is voor maatafwijkingen en scheuren onderscheid gemaakt in civiele werken
en niet-civiele werken zoals woningbouw of utiliteitsgebouwen)
klasse B2
niet-geprofileerd bekist
oppervlak, zonder verdere bewerking, van een geprefabriceerd betonelement
klasse B9
betonoppervlak, nier behorende
tot B1 en B2
Denk bij structuur aan textuur
voor plaatselijke, fijne en kleinschalige structuren (bijna
tweedimensionaal) of profilering voor grotere oppervlakken
(driedimensionaal, bv. de afdruk van de zeer grove houtnerf van de
bekisting). Profilering kan ook verkregen worden door het bewerken van het
schone beton, wat dan meestal sprekender is dan bij het onbewerkte
schone beton.
Elk van deze typen kan weer onderverdeeld worden naar kleur: grijs, wit, gekleurd op basis van wit of grijs
cement met gebruik
van pigmenten.
Om wit beton veel langer wit te laten blijven, wordt bijvoorbeeld drie procent
titaniumoxide aan het betonmengsel toegevoegd.
Naast de gebruikelijke bestanddelen als zand- en
grindfracties van allerlei natuurstenen, cement, water, pigmenten kunnen
voor het uiterlijk van het beton andere materialen toegevoegd worden:
- schelpen: na schuren en polijsten
ontstaat een oppervlak met ringvormige koraaleilandjes
- glasscherven of glasbrokken: een gepolijst oppervlak met glas als toeslagmateriaal heeft zijn eigen dynamiek
- zwarte glimmer of glanskies: na zuren van het oppervlak ontstaat een donker glimmend antraciet oppervlak (deze diepzwarte steentjes zijn een
sinterproduct van Hoogovens)
- polystyreen "schelpen": na verharding van het beton wordt het polystyreen
opgelost/verwijderd en geeft als resultaat een sponsachtig uiterlijk
- wilgentakken: de groeikracht van de natuur in combinatie met het materiaalgedrag
van beton.
Duidelijk moet zijn dat er een werkplan opgesteld moet worden (zie ook de pdf):
- welke kenmerken het schoonbeton moet hebben (bepaalt het uiterlijk van
het beton)
- en daarmee welke productiemethode en type bekisting - of er grafische toevoegen moeten zijn (fotobeton/vectogramm,
of andere vormen van "grafisch" beton zie verderop)
Betonsteen dat géén schoonbeton is, wordt soms "vuilwerk"
genoemd.
de vier hoofdtypen van schoonbeton; klik voor groter: