Restaureren
is herstellen. Restauratie
is het bouwgerelateerde werk waarmee gebouwen of onderdelen van gebouwen met een kunstzinnige
of cultuurhistorische waarde in een zodanige conditie worden gebracht dat de oorspronkelijke waarde zoveel mogelijk behouden wordt. Het functionele aspect
i.v.m. het huidige gebruik is daarbij van ondergeschikte betekenis (wat
juist bij een renovatie zeer belangrijk
is).
De eisen die de Stichting
Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) stelt bij een ingreep in een
cultuurhistorisch object, zijn:
- beperk de omvang van de ingreep: zo veel als noodzakelijk is en zo weinig als mogelijk
is
- voer de ingreep degelijk uit, om (opnieuw) ingrijpen zo veel mogelijk te voorkomen of zo lang mogelijk uit te
stellen (reversibel)
- de ingreep moet passend (compatibel) zijn binnen de gegeven situatie (invloed op fysische processen mag niet tot schade leiden, reparaties moeten zwakker zijn dan het origineel);
- vervang bij voorkeur met hetzelfde materiaal (of materiaal met dezelfde eigenschappen) en/of dezelfde techniek.
Het belangrijkste bij ingrepen aan monumenten is ervoor te zorgen dat de oplossingen zijn
terug te draaien zodat "verkeerd" uitgepakte restauraties in de
toekomst eenvoudiger zijn terug te draaien (bijvoorbeeld i.v.m. zout- of schimmelvorming op
en in muren maar ook uit cultuurhistorisch oogpunt, zie bij reversibel).
Wanneer wanden zout bevatten bestaan er restauratiemortels (saneermortels)
om deze wanden toch van een stuclaag
te voorzien; voorbeelden zijn de Köster Saneermortel
en Remmers Bouwchemie
Saneermortel.
Soms werd (en wordt) de nadruk teveel
gelegd op hoe het bouwwerk wellicht bedoeld was, waardoor nieuwe elementen uit
de jeugd van het bouwwerk werden geïntroduceerd en oude elementen
verwijderd worden als die niet voldoen aan het veronderstelde ideaal. Dit wordt historiserendvormgeven genoemd (zoals Eugène Viollet-le-Duc voorstond).
Een andere en tegenwoordig meer gewaardeerde vorm van restaureren is conserveren,
om de historische gelaagdheid te behouden. John Ruskin sprak zich
hiervoor al uit, hoewel hij wel extreem behoudend was, en bij de oprichting van
de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in 1918 maakte directeur Jan Kalf al
duidelijk dat behoud boven vernieuwing ging, met respect voor de
bouwgeschiedenis en zelfs dat aanvullingen in eigentijdse stijl dienden plaats
te vinden.
Soms is een (beperkte) reconstructie
te overwegen, bijvoorbeeld uit didactische overwegingen.
Vaak wordt een te restaureren bouwelement opnieuw gemaakt, bij voorkeur in
hetzelfde materiaal als het oorspronkelijke element maar in bepaald gevallen is
het gebruik van hedendaagse materialen of chemische samenstellingen gewenst (bijvoorbeeld
om bijkomende problemen in de toekomst te vermijden of voor een langere
levensduur).
Elementen van een te restaureren of her te bestemmen gebouw kunnen hergebruikt
worden of worden opgeslagen om mogelijk weer bij andere gebouwen te gebruiken;
ook dit is een vorm van duurzaamheid (als onderdeel van het zogenoemde
"sustainisme").
Steeds vaker krijgt, met reden, de herbruikbaarheid van een monument meer
aandacht: aanpassingen of aanbouwen aan het gebouw voor nieuwe of veranderde
functies, duurzaamheid en energiezuinigheid, comfort, architectonische aspecten.
De economische waarde van een pand is immers vaak belangrijker dan het
instandhouden van het erfgoed zelf: restauratie dient in dit geval de commerciële
waarde van een pand, en af en toe is dat de enige reële manier om
"toekomstbestendig" te restaureren.
Door digitale technieken als 3d-laser-scannen,
3d-printen en CNC-freeswerk kan een restauratie of herbestemming
duidelijk minder duur uitpakken dan in het recente verleden: geladen in een
digitaal tekenprogramma levert de 3d-scan levert exacte afmetingen en
maakt bijvoorbeeld duidelijk waar er sprake is van scheefstand. Ook is
het een goede representatie van de beginsituatie (nul-situatie).
Soms wordt ook een grondige schoonmaak aangepakt om een en ander te
herstellen. Bij de Onze Lieve Vrouw ter Zavel (Notre Dame du
Sablon) in Brussel
werd de schoonmaakactie opgeluisterd door een fraaie afdruk van de
gevel op het afschermdoek.
De restauratie van de Sint Jan kathedraal in Den Bosch wordt gefaseerd,
heel geleidelijk uitgevoerd. Het is wel zo dat er bijna steeds een deel van de
kerk in de steigers staat, maar de voordelen zijn:
- uit de eerste fase wordt kennis en ervaring opgedaan, waarmee de volgende
fasen bijvoorbeeld beter kan worden beoordeeld of herstel mogelijk is of
vernieuwen nodig is
- de uitvoerende bedrijven hebben een continue stroom werk, waarbij
gemakkelijker leerlingen kunnen worden ingeschakeld, de oude ambachten kunnen
blijven bestaan en er mogelijk sneller geïnvesteerd kan worden in nieuwe
technieken.
Met betrekking tot monumenten geldt de stelregel: "Conserveren
is beter dan repareren; repareren is beter dan restaureren en restaureren is
beter dan vervangen".
Kijk eens op de Schadeatlas van Monumentenkennis
waar per categorie en aan de hand van foto's bepaald kan worden welk soort schade
het is (klik op de Engelstalige pagina rechts in de balk op NL, want wonderwel
moest Engels blijkbaar de standaardinstelling zijn).
Sommige restaurateurs willen liever restaurator genoemd worden.
-
Art Restorers Association (ARA)
(restauratoren en conservatoren van kunstwerken en kunsthistorische objecten)
- verfwerk restauraties, bijvoorbeeld via een kleurtrapje (elke verflaag apart
afkrabben zodat de opbouw zichtbaar wordt van oorspronkelijk tot recent) (Linova,
Wendy Schoenaker)
Het woord restauratie is ontleend aan het Franse restauration (herstel),
afgeleid van het Latijnse restauratio (id.), een afleiding van restaurare
(herstellen); bron Etymologiebank.