1.
Ook:
deklaag, estrich, ondervloer, overgangslaag, smeervloer, strijkvloer, tussenvloer, uitvlakvloer, uitvlaklaag, vulvloer
en helaas ook (verwarrend) afwerkvloer.
Een dekvloer is
een vloer die op de constructieve vloer (de draagvloer) wordt aangebracht, vooral bedoeld:
- als egalisatievloer (een harde, gladde en strakke vloer; oneffenheden en beschadigingen worden opgeheven;
koppeling tussen verschillende kamers op dezelfde verdieping omdat soms
draagvloeren van
ruimtes niveauverschillen hebben)
- als drager voor vloerverwarming
- voor geluidsisolatie
(uitsluitend de zwevende dekvloeren, ook enigszins warmte-isolerend; niet in
combinatie met vloerverwarming tenzij die onderdeel van de zwevende vloer is).
De dekvloer dient om de meest
voorkomende vloerbedekkingen (de toplagen) op aan te kunnen brengen,
dus als tussenvloer tussen draagvloer en
zichtvloer/topvloer/gebruikersvloer. Een enkele keer wordt de dekvloer als
"eindvloer" toegepast, als gebruiksvloer, bijvoorbeeld een glad
afgewerkte betonnen dekvloer in een high-tech omgeving of houten vloerdelen in
een oud pand.
De dikte van de dekvloer moet
voldoende zijn om leidingen e.d. op een goede manier te kunnen bergen.
"De dekvloer moet vrij zijn van scheuren. Dilataties in de constructie dienen in de dekvloer te zijn
doorgezet, de aanzetten en niveauverschillen dienen met egaliseermiddelen eenvoudig overbrugbaar te
zijn. Het oppervlak mag niet afzanden (een te zacht oppervlak van de
dekvloer
waardoor verlies van samenhang optreedt), maar moet wel vochtabsorberend zijn.
Er dient op te worden toegezien dat de ruimte onder de
constructievloer (draagvloer) voldoende geventileerd is om toename van het vochtgewicht
in de toekomst te vermijden."
Sparingen in kanaalplaatvloeren, voor bijvoorbeeld trappen of verticale
leidingen, dienen fabrieksmatig te worden aangebracht, omdat de constructieve
veiligheid gewaardborgd moet blijven. Een en ander is uiteraard afhankelijk van
de soort kanaalplaat, de omvang en vorm van de sparingen en de te verwachten
belasting.
Afhankelijk van de uiteindelijke vloerbedekking of het uiteindelijke
gebruik kunnen extra eisen
gesteld worden aan de dekvloer, bijvoorbeeld wanneer er grote puntlasten
verwacht worden, i.v.m. geluid- of warmte-isolatie, gebruik van
vrachtwagens of heftrucks o.d.
Wanneer in de dekvloer leidingen worden gelegd zijn dat meestal
cv-leidingen of leidingen van de vloerverwarming. Om de dikte van de dekvloer niet
extra te vergroten mogen
de leidingen elkaar niet kruisen en dienen de leidingen goed bevestigd
te zijn aan de draagvoer voordat de dekvloer wordt aangebracht. De
bovenzijde van de dekvloer moet minstens 25 mm boven de bovenzijde van de leidingen
liggen. Verder dienen
waterleidingen in de dekvloer goed geïsoleerd te zijn (om condensatie
te vermijden en een lekkage sneller te zien).
Er bestaan ook zwevende dekvloeren i.v.m. geluid- en warmte-isolatie en
om scheuren in harde vloerafwerkingen te vermijden. Scheurvorming in dekvloeren kan op verschillende manieren worden
vermeden:
- door een
druklaag (een "gewapende" dekvloer, het rode deel in de
afbeelding bovenaan)
- een zwevende dekvloer toe te passen (de dekvloer kan als geheel enigszins
bewegen)
- door een glijlaag tussen betonnen draagvloer en dekvloer aan te brengen; voor
de druklaag geldt dat de dikte minimaal 50 mm dient te zijn (de dekvloer kan als
geheel enigszins bewegen).
"Ten aanzien van vocht zijn er bij cement- en magnesietvloeren twee perioden te onderscheiden:
- De periode van verharding, waarbij het bindmiddel chemisch reageert. In deze periode moet droging juist
worden voorkomen.
- De periode van droging, waarbij de dekvloer een vochtgehalte moet krijgen dat in
'evenwicht' is met de omgeving en dat voldoet aan de vereisten die bij de gewenste vloerafwerking horen."
Een zogenoemde droge dekvloer is een dekvloer die uit plaatmateriaal
bestaat.
"Een lichtgewicht dekvloer is een dekvloer waarvan de volumieke massa na 28 dagen verharding minder dan 1400 kg/m3 bedraagt."
Tussen de dekvloer en de uiteindelijk gewenste vloer (de vloerbedekking)
wordt meestal een
isolatiepakket gelegd, vooral voor thermische isolatie,
maar ook voor geluidsisolatie.
De toplaag (niet de dekvloer, maar de vloerbedekking) is vaak een vloer
van houtachtige of steenachtige materialen, kunststof of textiel: parket, laminaat,
tapijt, vaste vloerbedekking (textielachtig), natuursteen, tegels,
terrazzo ("grind", "woongrind", grindvloer), linoleum,
pvc-vloer, vinyl
e.d.
opbouw vloer met tegels als vloerbedekking:
a. voegmateriaal
b. tegels (toplaag), op lijm of speciebed
c. dekvloer
d. glijlaag (om ongelijk
krimpen en uitzetten van draagvloer en dekvloer mogelijk te
maken)
f.
gewapend betonnen vloer (draagvloer, constructievloer)
voorbeeld van gyvlon dekvloer , met vloerverwarming, kantstrook e.d.;
klik voor groter:
Classificatie van een
cementdekvloer (zie url-0706)
klasse 1)
dikte in mm 2)
druksterkte in N/mm2
totaal (d)
toplaag
dekvloer
toplaag
D15
>=25
-
15
-
D20
>=25
-
20
-
3)
D30,
D30-N,
D30-S,
D30-M
>=25
-
30
-
D40,
D40-N,
D40-S,
D40-M
>=30
-
40
-
D50,
D50-N,
D50-S,
D50-M
>=30
-
50
-
4)
D75-N,
D75-S,
D75-M
>=38
>=8
40
75
1) De D van de klasse staat voor Druksterkte.
2) "Indien in een dekvloer leidingen of buizen
worden aangebracht, moet de dikte ervan boven deze leidingen of buizen ten minste 20 mm bedragen." Bij cementgebonden dekvloeren met een toplaag moet
de totale dikte van dekvloer en toplaag boven de leidingen of buizen minimaal 28 mm bedragen. 3) In de klassen D30 t/m D50 kan de
oppervlaktekwaliteit worden verbeterd met een strooilaag. Hiertoe worden
toeslagmaterialen met een hardheidsklasse N (Normaal toeslagmateriaal), S
(Slijtvast toeslagmateriaal), M (Metaalkorrels als toeslagmateriaal) op de nog
niet uitgeharde dekvloer gestrooid. 4) Voor de toplaag geldt: hardheidsklasse N (Normaal toeslagmateriaal), S
(Slijtvast toeslagmateriaal), M (Metaalkorrels als toeslagmateriaal).
Een toplaag van een cementgebonden dekvloer moet ten minste 8 mm bedragen.
Kijk ook eens op BBM
Vloeren voor meer informatie over o.m. dekvloeren.
Met dank aan o.m. Swedesign
(uit het Artigo technisch handboek),
Jellema.
2. De dekvloer is een ander woord voor "dek".
Bijvoorbeeld de dekvloer van een schip (de bedekking van het ruim van een
schip) of van een brug (de laag die het te berijden deel van een brug
vormt).
Eng. cover, deck