gietmortel

home		discl. / ©, lid NVJ
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z Toets een onderwerp in het zoekboxje, of klik op één van de letters A..Z hierboven.

gietmortel

gietmortel

Ook, soms: ondersabelingsmortel, stelmortel. Gietmortel is een krimparme of krimpvrije, dun-vloeibare mortel en kan (daardoor) in vrijwel iedere vorm en afmeting worden gegoten. Gietmortel is door zowel het krimparme als het dun-vloeibare karakter bedoeld voor het ondergieten (ondersabelen) van constructies die belasting moeten afdragen naar onderliggende bouwdelen of funderingen en voor het vullen van holten e.d.
Gietmortel is verkrijgbaar is verschillende soorten en druksterktes.

Speciale gietmortels zijn o.m.:
- staalvezel-gietmortel (hogesterkte gietmortel, gietmortel versterkt met staalvezels)
- epoxy-gietmortel (met een kunsthars bindmiddel i.p.v. cementgebonden)
- extreem lage krimp gietmortel
- snel uithardende gietmortel
- zwelmortel (gietmortel die krimpvrij is; krimpt dus minder dan krimparm)
- thixotrope gietmortel (door roeren, schudden o.d. wordt de mortel vloeibaarder).

Gietmortel kan meestal ook worden gepompt wat voor grotere volumina handiger kan zijn.

Toepassingen van gietmortel
- ondersabelen (ondergieten) van windturbines op land en zee, generatoren, machines en andere industriële installaties
- ondersabelen van prefab betonconstructies (bijvoorbeeld betonelementen zoals prefab funderingsbalken of betonnen kolommen, voegen tussen betonelementen) en staalconstructies (bijvoorbeeld voetplaten van staalkolommen); vanaf sterkteklasse K70 (druksterkte 70 N/mm2) ook voor hoogbouw
- ondersabelen van kraanbanen, civiele spoorbouw, rioleringen en drinkwaterinstallaties
- ondersabelen van wanden, vullen van sparingen (horizontale en verticale naden)
- aangieten van stekeinden, verlijmen van ankers (horizontaal en verticaal), ondergieten van opleggingen
- staalvezel-gietmortel, een speciaal type (naast de toepassingen van de normale gietmortel): precisie aangietwerk van machines die een grote druksterkte en demping van trillingen eisen, aangieten van radiotelescopen, installaties voor elektriciteitscentrales, aangieten van zwaar belaste voegovergangen en dilatatieprofielen
- epoxy-gietmortel, een speciaal type (naast de toepassingen van de normale gietmortel): voor verzinkte bouwdelen en non-ferro-metalen, geluidsschermen, ingieten van sensoren in wegenbouw, ook bij geringe giethoogte, chemische industrie, machines met hoogfrequente trillingen, verbindingen op beton, staal en hout.

selectietabel montagemortel gietmortel, injectiemortel, ondersabelingsmortel, stelmortel, thixomortel;
klik voor groter! (bruil betonmortels, droge mortels, prefab montage, prefab printen enz.):

Let op:
- Een gietmortel bevat geen stenen zoals de meeste betonmortels. Gietmortel heeft een maximale korrelgrootte van 8 mm, vaak kleiner, afhankelijk van de wensen.
- Elke gietmortel heeft zijn specifieke eigenschappen. Hieronder is een aantal veel voorkomende eigenschappen van gietmortels vermeld.

Eigenschappen van veel gietmortels
- hoog vloeibaar
- krimparm (sommige gietmortels zwellen licht in de plastische fase, d.w.z. ze zijn krimp-compenserend waardoor de aansluiting zonder speling is)
- hoge begin- en eindsterkte
- vorst-/dooizout-bestendig
- oliebestendig en benzinebestendig
- watervast
- verpompbaar
- vrij van chloriden
- voor binnen en buiten
- verpakt of in silo
- milieuklasse wisselend per product (X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA1, XA3)
- sterkteklassen K30, K50, K70, K90, K100 (de sterkteklasse van gietmortels wordt vaak gegeven in een K-notatie; K70 wordt veel toegepast in de hoogbouw, de kubusdruksterkte na 7 dagen is 70 N/mm2; K50 is voldoende voor woonhuizen)
- brandklasse bijvoorbeeld A1
- korrelgroottes 0-1, 0-2, 0-4 of 0-8 mm (grote korrelgroottes meestal niet voor het fijnere werk)
- vloeimaat na 5 minuten bijvoorbeeld > 550 mm (en na 30 minuten > 450 mm)
- vloeihoogte bijvoorbeeld 5-20 mm of 20-50 mm of meer dan 50 mm
- laagdiktes afhankelijk van de vloeimaat, bijvoorbeeld van 5 tot 30 mm (Pagel V1-10), of van 20 tot 120 mm (Pagel V1-50), of van 100 tot 400 mm (Pagel V1-160)
- lage elasticiteitsmodulus
- toepasbaar in installaties voor drinkwater
- omgevingstemperatuur van 5 tot 35 graden C ("lagere temperaturen vertragen de sterkteontwikkelingen en verminderen de vloeibaarheid, hogere temperaturen versnellen, koud aanmaakwater hindert de vloeibaarheid").