Een symbool is (in dit artikel) een afbeelding die ook een ander, niet afgebeeld,
vaak abstract begrip vertegenwoordigt, bijvoorbeeld de uil staat symbool voor wijsheid.
Een symbool of zinnebeeld is beeldtaal: een afbeelding verwijst naar een abstracte begrip. In het voorbeeld is de uil het symbool en wijsheid het
abstracte begrip.
Kenmerken van zo'n een symbool:
- het zinnebeeld verwijst naar een abstract begrip (wijsheid, schoonheid, hoop,
afgunst, god e.d.)
- je moet de betekenis van het zinnebeeld kennen, anders anders komt
de boodschap van het symbool niet over.
Het gebruik van symbolen schept een eigen, onderliggende wereld die simpelweg interessant kan zijn, maar soms maatschappelijk noodzakelijk is, bijvoorbeeld omdat bepaalde uitingen of meningen verboden
zijn en je je mening uitsluitend via een symbool kenbaar kunt maken
(vaak aan een bepaalde groep "ingewijden").
Symbolen zijn dus vaak verborgen boodschappen: als je het symbool niet kent, komt de boodschap niet
over. Een voorbeeld van een symbool met een politieke of sociale lading: in tijden dat men geen aanhanger mocht zijn van de Oranjes, gaf men met een afbeelding van een sinaasappel aan dat men aanhanger was van
de stadhouder of koning Van Oranje.
De betekenis van symbolen verandert met de tijd. In religieuze tijden kent men andere symbolen dan in de huidige tijd. De icons in app-jes zijn vaak ook
symbolen, als verkorte schrijfwijze, maar soms, voor de kenner, met
een erotisch geladen (zoals dat ook in vervlogen tijden zo was met
symbolen op schilderijen).
Een symbool kan verschillende betekenissen hebben; de context moet duidelijk
maken welke dat is. Ook kunnen verschillende symbolen naar hetzelfde begrip
verwijzen.
Voorbeelden:
- meer betekenissen voor hetzelfde symbool: de kolibrie staat voor gratie, veerkracht, vreugde, vervulling, vluchtigheid van het
leven; in India echter (ook) voor boodschapper tussen hemel en
aarde
- meer symbolen verwijzen naar het abstracte begrip: bijvoorbeeld de
kolibrie en het zeepaardje staan voor het begrip gratie
- verschillende betekenissen afhankelijk van, in dit geval, de
kleur van een object: de gele tulp staat voor blijdschap, de rode tulp voor perfecte
liefde
- hetzelfde symbool voor twee zeer verschillende begrippen: de
vlinder staat voor zorgeloosheid (fladderen) maar ook voor milieubehoud (kwetsbaarheid van de natuur),
de kraai staat voor wijsheid en waarheid maar ook voor diefstal en bedrog
- één of meer symbolen kunnen verwijzen naar iets dat zelf weer symbool staat voor
een iets ander; in dit geval interpreteren we de samenhang van de symbolen (voorbeelden:
(a) kruik > hart > leven,
wijsheid, gevoel (b) dolfijn > kalme zee
> Triton; zie verderop bij de symboliek van termen).
In de schilderkunst is de "symbool-leer" een onderdeel van de iconografie. De iconografie beschrijft o.m. de "onderdelen" van een schilderij en interpreteert eventueel de symboliek van die onderdelen.
Dit kan wel eens wat overdreven worden: wellicht heeft de schilder een
afbeelding nooit als symbool bedoeld. Belangrijk is een goed beeld van een
bepaalde periode te hebben, om te beoordelen of iets inderdaad symbool staat
voor een abstract begrip.
Gebouwen kunnen symbolen (tekens, iconen) zijn van een bepaalde tijd, bouwstijl, samenleving,
denkwijze. Dit worden iconische gebouwen genoemd, zoals de Eiffeltoren
("Parijs", zeer lange tijd de hoogste toren van Europa), maar ook het Centre Pompidou
(High-Tech), de Notre Dame in Parijs
(vroege Gotiek), Opera House
Sydney (zeilboten, toch ook wel organische bouw), het Evoluon in Eindhoven (symbool voor
technische vooruitgang en wetenschap).
Voorbeelden van symbolen en verwante begrippen:
- symbolen als abstract begrip in schilderkunst, architectuur e.d. (zie
de lijst verderop)
- symbool (teken) als bondige verbeelding van een
begrip
- semiotiek is de
studie die zich bezighoudt met tekens en de betekenissen die hiermee
samenhangen
- allegorie is een specifiek symbool: in de letterkunde en beeldende kunst is de allegorie een abstract begrip dat
vaak uitgebeeld wordt als een persoon
- pictogram of
icon is een eenvoudig symbool (afbeelding) dat meestal verwijst
naar een fysiek begrip (staand mannetje en vrouwtje is toiletten, P is parkeerruimte, mes en vork is
restaurant); voor pictogrammen in de bouw
zie bij symbolen
in bouwtekeningen
- een teken lijkt op een symbool: een teken verwijst meestal duidelijker naar het eraan gekoppelde begrip en heeft meestal maar één betekenis (een symbool kan meer betekenissen
hebben)
- merkteken (algemene term voor
allerlei tekens die de herkomst aangeven, graffiti, metseltekens,
timmermanstekens enz.)
- graffiti (dakpannen, bakstenen;
steenhouwersteken)
- metselteken
- paringsteken (bij elkaar behorende
onderdelen)
- stiepelteken (vaak magische of
christelijke tekens op schuurdeuren van boerderijen)
- telmerk (assemblagemerk)
- trotseerloodje
- vlotmerk.
oermoeder,
voedingsbodem
(Grieken: godin Gaia is de oermoeder die ontstond uit
de oergod Chaos
aan het begin van alle tijden; de godin Demeter is
ook bekend als Moeder Aarde)
Christelijk: god
als begin en einde van alles (alfa en omega zijn eerste en laatste letter
van het Griekse alfabet; alfa is de geboorte en omega is de dood; verg. XP;
zie
ook bij Magere Hein)
het leven (denk aan
de naam Toet-ank-amon, levend evenbeeld van Amon);
het ankh-symbool lijkt op een Latijns kruis waarbij het bovenste verticale
deel vervangen is door een lus
hoop, vertrouwen en
veiligheid (i.v.m. houvast en veiligheid die het anker geven en dus hoop in bange
dagen), bescherming van zeelui
(Christelijk: verlossing i.v.m. enige gelijkenis met het kruis); verg. dolfijn
heilige (aureool
is een lichtende cirkel of ring, halo is brede ring,
nimbus kan verschillende vormen hebben; stralenkrans is een schijf
met stralen die naar het middelpunt gaan, het hoofd; mandorla
heeft een amandelvorm)
(Christelijk: rond aureool voor overleden heilige of Jezus; kruis in
aureool voor tijdens vervaardigen levend persoon van priesterlijke of
keizerlijke status; de aureool e.d. suggereren het verblijf in het
koninkrijk Gods, dus meestal geldt: pas na het overlijden)
duivel, wreedheid,
soms: begeerte, ziekte (basilisk of "koning der serpenten" is
een draakachtig fabeldier half haan met veren en vogelpoten (vaak 2 maar
soms zelfs 8 poten) en veer-en-vleermuisachtige vleugels, half serpent)
inwijding
(initiatie) in een gemeenschap (o.m. joods, islamitisch), mogelijk ook een
bloedoffer; oorspronkelijk was de besnijdenis waarschijnlijk om
hygiënische redenen; bij de katholieken fungeert de doop
als initiatie in hun gemeenschap
elektriciteit,
elektronica (verg. tandwiel voor mechanisch,
mechanica),
gevaar, snelheid; soms: mannelijk; zie ook bij pijl; zie ook bij adelaar
en Eon
onpartijdigheid,
"zonder aanzien des persoons" (het gaat om het feit, niet om de
dader); zie verder bij weegschaal
bloemenkroon
de lente
boek
kennis, wetenschap, soms: wijsheid
(Christelijk: boek is het evangelie; boek op een graf is meestal de bijbel; een vouw in het boek
is persoon is plotseling overleden)
communicatie, bescherming, handel, goddelijke kennis,
genezing (zie ook
bij slang);
een caduceus heeft twee dooreen kronkelende slangen om een staf en vaak ook vleugeltjes
bovenaan (de caduceus is het kenmerk van Mercurius, de Romeinse god van de
handel, in Griekenland Hermes geheten; de staf
is kracht)
let op: een esculaap heeft één slang om een staf
(de staf van Asclepius; kenmerk van geneeskunde)
de mens die
verstrikt zit in zijn eigen drift: woest, gewelddadig,
doeltreffend (centaur met pijl-en-boog) uitgezonderd Cheiron die wijs en vriendelijk was (centaur is half paard,
half mens,
vanaf de hals een mens; zie deels dier,
deels mens)
chanoekia, hanukkiah
jood, jodendom (de
chanoekia is de negenarmige kandelaar)
cherubijn is een
andere naam voor putto; hoewel cherubijn een meer religieuze
context kent, als een soort engeltje: van oorsprong zijn het "wezens, die tussen god en mens in staan en het contact tussen god en mens tot stand
brengen";
zie bij putto en cupido (een
beetje ook wel deels dier, deels mens)
overwinning van de
geest op de materie (Chimaira is een fantasiewezen met het lichaam van een
leeuw, een geitenhals- en kop als extra op de rug en de staart eindigt in
een slang; Chimaira is de zus van Hydra)
een metselteken
(muurteken): bescherming tegen blikseminslag,
bescherming tegen boze geesten (zie metselteken)
(donderbezem kan een combinatieteken zijn van Grieks
kruis en een maalkruis)
donderkeil
donder en bliksem,
attribuut van Zeus (een donderkeil wordt vaak
uitgebeeld door een (donkere) wolk met bliksemschichten) (Hindoeïsme: onverstoorbare mannelijke principe dat "de
weg" vertegenwoordigt); zie ook bij pijl
duivel (satan), vleselijke driften, aards
genot, zonde (een draak is een te veroveren
monsterachtig "dier"; de veroveraar
strijdt vaak met de draak voor een goede zaak, en juist op
tijd); in het verre oosten: brenger van geluk en
regen
(in het verre oosten brengen draken geluk; China: de hemels dieren zijn
draak, feniks, schildpad en
eenhoorn; een draak is in het verre oosten meestal
een vuurspuwend, slangachtig lang fabeldier, heeft een geschubd lijf,
hoorns, poten van een roofvogel, stekelige staart, de kop heeft wat weg
van een kruising tussen een krokodil en een leeuw met grote ogen, een
lange tong en stekels)
(in het westen zijn draken helaas vaak boosaardig; een draak is in het
westen meestal een vuurspuwend, reptielachtig dier met een krokodilachtig
lijf, klauwen als een roofvogel, vleugels, de kop heeft wat weg van een
kruising tussen een krokodil en een leeuw met grote ogen, een lange tong
en stekels, de draak kop ook meer koppen hebben en aan het eind van de
staart een pijlvormig uitloopsel)
(in mythologie van China en Griekenland waren draken en grote slangen
vaak synoniem; het Griekse drakon betekenden zowel slang als draak)
(in India zijn er olifant-draken)
overgang naar een
ander leven, plaats tussen buiten en binnen
(onder de drempel zouden geesten en goden wonen, zowel goede als kwade)
(denk ook aan de bruid over de drempel van de woning dragen)
(na de begrafenis zout op de drempel strooien voorkomt dat de dode
"terugkeert")
(een muntstuk onder de drempel bewaren)
(je mag niet op de drempel stappen maar er overheen)
staf van Neptunus,
soms: drietand van de duivel (staf is kracht)
duim
"top",
geweldig, OK
duim en ringvinger
duim en ringvinger
en pink tegen elkaar is gebaar van de "leraar", zegening
("wijsvinger en middelvinger vormen de letters ΙϹ, duim en
ringvinger de letter Χ, de pink weer een Ϲ: samen vormt dat dus
het Christusmonogram ΙϹ ΧϹ",
Pancreator)
zuiverheid,
onschuld (kuisheid),
maagdelijkheid, schoonheid, kracht, moed, genezing, magie (de eenhoorn is
een paardachtig of geitachtig wezen met één spiraalvormige hoorn op het
voorhoofd); verg. paard (China: de hemels dieren zijn draak,
feniks, schildpad en
eenhoorn)
ei
geboorte, nieuw
leven, schepping (ook van de aarde: uit het oerei of het kosmisch
ei komt de zon, de dooier, waarna hemel en aarde ontstonden);
bij slang: slang kronkelt rond een ei betekent
bescherming
ei: struisvogelei
opstanding
(struisvogelei zou zichzelf uitbroeden)
(Christelijk: struisvogelei: goddelijke perfectie)
Eiffeltoren
"Parijs"
eiland
paradijs,
gelukzaligheid, zelfstandigheid, magische afscheiding van de rest van de
wereld
een hoger bestaan,
spiritualiteit, zuiverheid; evangelist
Mattheus (symbolen van de vier evangelisten: stier is Lucas,
leeuw
is Marcus, engel is Mattheus, adelaar is Johannes);
kenmerken en attributen van de engel kunnen zijn:
lange haren, wit gewaad en witte vleugels (wit als
kleur is zuiver, onschuldig), gevouwen handen (biddend), handen voor de
ogen (treurend, bij een graf), boek, trompet, harp, toverstafje, hart,
ster, aureool; aartsengelen houden (ook) nog vaak in de hand:
een scepter of staf of wierookdoosje
(Rafaël), zwaard of weegschaal
(Michaël) of lelie (Gabriël)
eeuwigheid, eeuwig
wezen (half mens, half dier; eon of aeon is een man met leeuwenkop,
onderlijf omringd door een slang, met sleutel,
scepter en bliksemschicht
in de hand)
artsenij, geneeskunde (zie ook bij
slang en Asclepius);
een caduceus (Mercuriusstaf, staf van
Hermes) heeft twee slangen om een staf,
een esculaap heeft één slang om een staf (de staf van Asclepius);
staf is kracht
gezag, fascisme; fasces
is gebonden bundel van olmen- of
berkentakken (roeden, eventueel rond een bijl) bijeengehouden door een leren band
of rood touw; verg. pijl (Italië, ooit: eenheid van socialisten en nationalisten)
(Romeins: eenheid (één tak of pijl is gemakkelijk te buigen en te breken, maar
een bundel takken of pijlen geeft sterkte)
vernieuwende
levenskracht, onsterfelijke ziel, opstanding (het verhaal dat de feniks zich eens in de zoveel eeuwen in het vuur
werpt om er totaal verjongd weer uit te komen)
(China: de hemels dieren zijn draak, feniks, schildpad
en eenhoorn)
macht over hemel
(arend, verstand) en aarde (leeuw, kracht), overwinning, bescherming?
(griffioen heeft bovenlijf
van arend / adelaar en onderlijf van leeuw; komt vaak voor bij koningsgraven)
(Christelijk: wereldlijke en geestelijke macht)
islam (de wassende halve maan
en ster zijn onderdeel van de vlag van naties waar regering en religie nog
steeds niet gescheiden zijn zoals Turkije)
(Hindoeïsme: Shiva)
"handen van een
Cohen, een priester, werden zo gehouden bij het uitspreken van de
priesterzegen in de synagoge"
handen:
ineengrijpend
ineengrijpende
handen, soms liggend op een kussen, staan voor liefde en verbondenheid
tussen man en vrouw
haren, haar: haarlok
- afsnijden van een
haarlok van de overledene is "bevrijding van zijn ziel in de
onderwereld"
- één haarlok en verder kaal is bij de indianen tarten van de vijand
roofvogel met een
mensenkop (monsterachtig wezen; roofvogel met scherpe klauwen en hoofd van
een oude vrouw); zie deels dier, deels
mens; een harpij is ook een havik-achtige vogel
geluk, voorspoed,
positieve energie, hoop, bescherming tegen kwaad
(het open deel aan de bovenkant "vangt" het geluk; meestal
hangend boven raam of deur o.d.; ijzer van het hoefijzer betekent kracht,
het hoefijzer is twee maal een bijna "halve
maan" en de halve maan betekent kracht en groei)
honing
zuiverheid,
inspiratie, voedsel voor de onsterfelijken, goddelijk woord (honingdrank
"mede" was nectar van de goden)
hoofd steunend op
hand (elleboog op been of tafel o.d.)
desinteresse,
melancholie, nadenken (denk aan het beeld De
Denker van Rodin)
onuitputtelijke
overvloed, nooit meer honger, rijkdom en welvaart (hoorn des overvloeds of
cornucopia is vaak een hoorn van een geit waar rijkelijk fruit, bloemen,
graan e.d. uit
komt); verg. kalasha
(Verenigde Staten: Thanksgiving Day)
de moeilijkheid je
eigen fouten te overwinnen: als je er één hebt overwonnen, blijken er
inmiddels twee bijgekomen te zijn;
Hydra van Lerna is een
veelkoppig slang- en draakachtig monster, dat met hulp van Iolaos door
Herakles / Hercules verslagen werd: steeds als er één hoofd afgehakt
werd, groeiden er weer twee aan... (Iolaos schroeide echter elke afgehakte
kop dicht om de aangroei te blokkeren); zie bij meerkoppig
(deel zeerveelkoppig); Hydra is de zus van Chimaira,
een ander type monster
Christus: ichthus
staat voor Iesius CHristos THeou (h)Usios Soter, Jezus Christus zoon van
god en verlosser (zie bij vis); ook de gevleugelde vis
is Christus (hier: die de wereld ontstijgt)
(ichthus is Oud-Grieks voor vis)
Jezus Christus
(Griekse I en C de eerste en laatste letter van de naam Jezus, X en C de
eerste en laatste letter van de naam Christus); verg. alfa
en omega, XP
IHS
Jezus ("In Hoc
Salus" d.w.z. "hierin ligt de zaligheid" en "In Hoc
Signo" d.w.z. "in dit teken zult gij overwinnen")
indiaan
natuur
Ionische orde
intellect, symbool van het leren
INRI
koning der joden
("Iesus Nazarénus Rex Iudaeörum" d.w.z. "Jezus van
Nazareth, koning der joden"):
tekst op een plaquette bovenaan een kruisbeeld met Jezus (crucifix)
zeevaart (jacobsstaf
is een oud navigatiemiddel), pelgrim (pelgrimage naar het graf van Sint-Jacob te Santiago de
Compostella; overigens, Sant-Iago betekent Sint-Jacob); staf
is kracht
janushoofd
tijd, onoprechtheid, leugen,
alertheid
jonge vrouw met lang blond haar en gekleed in lange witte
gewaad
voorspoed; kalasha
is een pot met overvloedig mango, kokosnoot, lotus, waterlelie e.d., een
soort hoorn des
overvloeds (symbool in o.m. het Boeddhisme, Hindoeïsme, Jaïnisme)
kan en schaal
attributen bij het
rituele handenwassen van een priester
begin van de winter
(donker seizoen, vandaar de lichtjes in de boom die altijd groen is),
onsterfelijkheid (overleven van de winter; verg. pijnboom),
Kerstmis (christelijke toevoeging aan een oud gebruik; overigens, de
kerstboom is een spar)
"de tijd is verstreken",
de dood (zie ook bij Magere
Hein); wegstromende tijd (verg. rivier)
knoop:
in een touw
verbinding,
verbintenis, versterking, bescherming tegen het kwaad (in de Oudheid), soms: verwarring, gevangenschap
knoop:
blauwe knoop
anti-alcoholisme
knoop:
oneindige knoop
verwevenheid, lang
leven, band wijsheid en waakzaamheid, oneindige cirkel van het bestaan
(geboorte, dood, geboorte nieuwe generatie enz.)
(Boeddhisme: lang leven)
knoop:
platte knoop
bescherming tegen het
kwaad (in de Oudheid), zie knoopzuil
knots
sterkte, vechtlust
knuppel
samen met een
leeuwenhuid de attributen van Herakles (Hercules)
schat, geheim; gesloten koffertje
is maagdelijkheid; man met sleutel die koffertje wil openen dat
vastgehouden wordt door een meisje is de wens naar "meer" (zie ook bij sleutel)
kompas
alle
(wind)richtingen, iets dat de juiste richting aangeeft (een leidend of
sturend team / organisatie o.d.)
tempel (fiool of
medicijnflesje, lauwerkrans, wierookvat en kruik duiden op tempelrituelen)
(Egypte, ook: bij de mummie de bewaarplaats van het hart; kruik was hier
symbool voor het hart, waarschijnlijk omdat het hart niet mocht worden
afgebeeld)
hemel en aarde (verticale deel is hemel en horizontale deel is
aarde), verzoening, vier windrichtingen, geloof, Christendom (crucifix), bescherming boze geesten (vaak boven
kelderramen, wellicht om inbraak tegen te gaan), verzoening
symbool van de Rex
Deus familie (die als bron fungeerde van de Tempeliers) en van de Orde van
de Fleur de Lis;
lijkt op een Tempelierskruis (croix
pattëe)
teken van de eerste
kruistocht-ridders, in de Tweede Wereldoorlog symbool van de Vrije Franse
Strijdkrachten en na die oorlog door de gaullisten;
een Lotharings kruis is een dubbel kruis met één verticale balk en twee
horizontale balken waarbij de bovenste balk korter is dan de
onderste
orde van de
Tempeliers (een rood croix pattée);
een Tempelierskruis is een Grieks kruis met 4 balken naar het midden toe
smaller en elk aan het uiteinden in tweeën gesplitst;
verg. croix fleury
levenspad,
levensweg, "innerlijke weg naar jezelf" (een slingerend en
verwarrend pad naar de toekomst; een tikje vaag maar toch: je komt
meermaals dicht bij de kern maar weet dat (nog) niet, pas als je een
bredere blik hebt kun je dat zien en waardeer je de ervaring van de weg er
naartoe), geheimzinnigheid
ladder
verbinding tussen het hogere en het
lagere (tussen hemel en aarde)
Latijns kruis in
een cirkel rond het snijvlak van de kruis-delen is een Keltisch kruis, een
samenvoeging van een Latijns kruis en een "heidens" zonnewiel
roem, overwinning,
onvergankelijkheid en eeuwig leven (i.v.m. altijd-groene bladeren, zie bij laurier), eerbetoon
(zie ook bij eikenblad, verg. olijfkrans), reinheid (Apollo);
tempel (zie bij kruik);
schedel
met lauwerkrans is heerschappij dood over leven
leeuwenhuid
samen met de
knuppel de attributen van Herakles (Hercules)
kennis van goed en
kwaad (i.v.m. boom van Adam en Eva; zie bij dadelpalm),
levensbron ("laat goddelijke energie stromen van naar de
mensenwereld"), schepping, op een grafmonument staat de levensboom juist voor het beëindigde leven,
"soms omgehakt, inclusief bijl, verwijzend naar het te jong
afgebroken leven"
(Mesopotamium: boom van het licht)
vrouwelijkheid,
moedergodin; nacht; soms: de dood, soms: plotselinge verandering van
stemming (humeur); zie ook bij halve maan
(Boeddhisme: weerspiegeling van de maan in het water staat voor illusie en
vergankelijkheid)
(Romeinen: godin Diana is personificatie van de maan)
oorlog, geweld,
energie, moed, vurigheid, vuur; voorgesteld als man met helm, gewapend met
schild en zwaward / speer en soms met een wolf als gezelschap; verg. Mars
als god
algemeen: soms een monsterachtig maar
soms een positief symbool;
tweekoppig: dualiteit, man en vrouw, verleden en heden, aards en
geestelijk;
driekoppig: jeugd volwassenheid en ouderdom; verleden heden en toekomst;
vierkoppig: vier seizoenen, vier windstreken
zeerveelkoppig: onheilspellend (denk aan de Hydra als
veelkoppig slang- en draakachtig monster, steeds als er één hoofd afgehakt
werd, groeiden er weer twee aan), vooral overdrachtelijk gebruikt,
bijvoorbeeld voor iets dat of iemand
die greep heeft op veel plaatsen of personen zoals bij de maffia en in
iets minder criminele maar wel agressieve en nietsontziende manier bij het neoliberalisme,
GroenLinks en andere fanatieke religies met grote en kleine
dictatortjes die vinden dat het hele volk uitsluitend hun visie onderdanig
moet zijn: steeds als je denkt dat er
enige vooruitgang is, dan blijken er juist meer problemen ontstaan te zijn,
maar uiteindelijk overwinnen
rede, kennis én slimheid het van het monster (Herakles / Hercules
verslaat het meerkoppig monster Hydra met de hulp van Iolaos die de
afgehakte koppen dichtschroeit)
geheimzinnig,
mystiek (i.v.m. "stukjes van sterren")
(het ijzer van meteorieten werd in Egypte gebruikt om ijzeren wapens /
gereedschap te maken (messen, bijlen, speerpunten; in het midden van de
Kaäba in Mekka wordt een meteoriet bewaard)
labyrint, doolhof;
de Minotaurus is in de Griekse mythologie half mens half stier (stierenkop
op een mannenlichaam) die het Labyrint bewaakte; zie deels
dier, deels mens
een manier om een
"hoger" wezen (god, godin, fetisj, gestorvene) gunstig te
stemmen, over te halen of te bedanken voor iets;
het "iets" is meestal een uitweg uit moeilijke situatie, een
slechte oogst, een dreigende schipbreuk, een slechte gezondheid, een
misdaad o.d.
belangrijke aspecten / eisen bij offers zijn:
(a) het motto is "voor wat hoort wat" (ik offer dus verwacht
iets terug)
(b) degene die offert is niethet slachtoffer (vroeger waren vaak dieren en kinderen
letterlijk het slacht-offer, tegenwoordig gelukkig vaker planten o.d. maar
het blijft wonderlijk wat mensen andere levende wezens aandeden en nog
aandoen, omdat ze geen raad weten met hun fouten of onvolkomenheden of,
simpelweg, met de loop van de natuur)
(c) het "offerdier" moet (bij voorkeur) ernstig gemist worden
door degene die offert (dan is "voor wat hoort wat" des te
belangrijker)
(d) degene die offert is ondergeschikt / minderwaardig aan degene voor wie
het offer is (of verwacht in ieder geval dat degene aan wie geofferd wordt
hem/haar kan helpen);
(e) een votief of gelofte-offer
is een beschaafde manier van offeren (als dank een altaartje o.d., geen
slacht-offers)
(f) vasten is een soort zelfopoffering of boetedoening
(waarvoor?): een duidelijk onderdanige, in sommige religies toch een
werkelijke plicht of anders wel een morel plicht; voordeel van vasten is
de fysieke "zuivering" anders zou het helemaal nutteloos zijn
alziend
oog, verwoestende kracht van de zon (vrouwelijke zon Sechmet) (verg. Amon);
de Egyptische wedjat is kosmische eenheid en alziend oog van Horus;
"de afzonderlijke onderdelen van het oog [van Horus] staan voor de zintuigen: ruiken, zien, denken, horen, proeven en
voelen "(Wikipedia)
Toscaanse
orde verwijst naar de mens in zijn eenvoudigste staat (de jeugd). Dorische orde verwijst naar de jonge sterke puber. Ionische orde verwijst naar het huwelijk en de
volwassenheid (de man of vrouw op zijn meest stabiel). Korintische orde verwijst naar volwassenheid, wijsheid, en de
dood (Korintische orde is "een meesterwerk van de kunst met zijn schijnbaar overbodige details"). Composietorde is als
compositie van de Korintische en Ionische stijl de zoon (een mengelmoes van de moeder en de
vader; de vader leeft voort in de zoon).
dichtkunst
(poëzie), inspiratie, drager van de bliksemschichten van Zeus
(pegasus is
een gevleugeld paard); soms: als vliegend paard de synthese tussen hemel
en aarde
jacht, gevecht,
jagers, soldaten, krijgers, mannelijk, marteldood (martelaars), fasces
(roedenbundel, pijlenbundel) skelet dat een pijl afschiet is de dood (soms ook
met een zandloper), zie ook bij Magere
Hein
eendracht, "de
Zeven Provinciën" (7 pijlen; 16e eeuw), de Republiek (17e eeuw;
"eendracht maakt macht"; later 4 pijlen nadat de zuidelijke
provinciën in Spaanse handen waren gevallen); fascisme (zie bij fasces)
perfecte bouw,
streven naar het hoogste,
volmaakte afbouw van het leven (streven, dood na een groots leven),
verbinding met de sterren;
("de lagen van het bouwwerk vertegenwoordigen de structuur van de
wereld en de stappen die de mensheid moet doorlopen om kennis en inzicht
te verwerven")
liefde (een
minnegodje; putto is een naakt kinderfiguur, speels, dartel, veelal:
gevleugeld, met pijl en boog of met een lier);
een andere naam voor putto is cherubijn, hoewel cherubijn een meer
religieuze context kent, van oorsprong zijn het "wezens, die tussen
god en mens in staan en het contact tussen god en mens tot stand
brengen"; verg. cupido
qi [tsie]
"leven"
(ki in Japan; prana of shakti in India; ka in Egypte)
macht (zie bij kroon);
rijksappel is (in Christelijke symboliek) een gouden bol met een Latijns
kruis erboven, rijksappel stelt de globe, aardbol, wereldbol voor;
koning of keizer heeft in de ene hand de rijksappel en in de andere hand
de scepter
wegstromend iets (zie bij water; verg. klok),
reinigend (zie bij bad / wassen, denk aan de miljoenen
hindoes in de rivier de Ganges in India bij het religieuze festival Khumba Mela)
(a) snoer met kralen
als hulpmiddel bij het bidden in de katholieke kerk (snoer met een kort
deel met 6 grote kralen, een lang deel met 53 kleine kralen en meestal een
kruisje onder het korte deel; voor elke kraal een gebed)
(b) rozenkroon op de beelden van de Maagd Maria (zie ook bij roos)
wijnminnaar, roes,
wellust, overdaad (saters zijn deels
dier, deels mens: mens met staart en benen van
een paard of poten van een bok, vaak de fluit als attribuut; saters zijn
volgelingen van de wijngod Bacchus / Dionysos)
(eventueel met
gekruiste beenderen eronder) vergankelijkheid van het leven (vanitassymbool,
vanitas is ijdelheid; zie ook bij Magere
Hein)
schedel: met
lauwerkrans
schedel met lauwerkrans
is heerschappij dood over leven
schedel: met
beenderen of zwaarden
piraterij (schedel
op een zwarte piratenvlag in top van een piratenschip, soms heeft de schedel een rode
hoofddoek die aan één kant over het oor hangt; de piratenvlag werd
alleen vlak voor de aanval gehesen, anders zou het te veroveren schip snel
weten dat het moet verdwijnen)
schelp, st. jacobsschelp (coquille saint jacques)
verwekking,
vruchtbaarheid, vulva (vorm van de schelp),
geboorte (bijvoorbeeld als attribuut van de liefdesgodin Aphrodite)
(Christelijk ook: graf dat de mens omsluit, tot wederopstanding)
verdrijven van de
duivel: schoen tussen spouwmuren (misschien ook tussen holle binnenmuren?)
of hoog in de toren van kerk of kathedraal (let op: weghalen van
zo'n schoen in de muur of toren betekent ongeluk);
iemand een veilige reis wensen: iemand die vertrekt een oude schoen
nawerpen;
gelukkig huwelijk: een paar oude schoenen achter de wagen binden;
andere betekenis: zie bij rode schoentjes
Egypte: farao: half mens,
half dier, de verbinding tussen
het leeuwenlichaam (grote kracht, macht, gids naar
het dodenrijk) en mensenhoofd (denkvermogen);
(vermoedelijk was de sfinx een bewaker); zie deels
dier, deels mens; verg. fabeldier; Griekenland: sfinx
heeft lichaam van een leeuw, vleugels, een menselijk vrouwenhoofd en
borsten (in de Griekse mythologie is Sfinx de dochter van Typhon en
Echidna)
de dood (zie ook bij
Magere Hein; in de schilderkunst vaak een
skelet als ruiter gehuld in een mantel en zwaaiend met een zeis); skelet dat een pijl afschiet verwijst ook naar de
dood
toegang, voorspoed, kansen, uitdagingen, "openen van een gesloten hart",
openbaring, kennis, bezit, macht (i.v.m. openen of i.v.m. toegang tot een huis)
(zie bij koffertje)
kuisheid; een
bleke, gesluierde zon: onheilspellend, de dood; zie eventueel bij gesluierde
urn het verplicht dragen van een sluier is een symbool van een dictatuur (gedwongen kuisheid)
sombrero
Mexico
speelkaart-
symbolen
schoppen is
aristocratie (top van een hellebaard, een soort lans), harten is kerk,
ruiten is burgers (welvaart, ruiten van de huizen) en klavers is
boerenstand
Russische godin
Pravda ("op haar voorhoofd een heldere rode ster droeg die de hele
wereld verlichtte door overal waarheid en gerechtigheid te verspreiden
(...); op een dag werd de rode ster gestolen door Krivda (dat 'onwaarheid'
betekent) wier heerschappij de wereld in de duisternis en ellende
stortte", uit "Het verhaal van mythe en macht" van Oralando
Figes), Rode Leger (ca. 1920, rode ster op pet en uniform; om aan te geven
dat de "dappere kerels" van het Rode Leger "Krivda en haar
boosaardige volgelingen" bestrijden zodat de waarheid over de
wereld kon heersen...)
ster: vierpuntig
waarheid
hoop en geest, NAVO
ster: vijfpuntig,
pentagram
punt naar boven: harmonie
vrede en evenwicht, Orde van de
Tempeliers
punt naar beneden: heksen (Wicca?)
afzondering
prefereren (ver van het gewone volk);
een ivoren toren zou iets verhevens en onaantastbaars zijn (zie ook ivoor);
bekende voorbeelden zijn politici,
rechters, wetenschappers (de zogenoemde "experts" die alleen in
hun eigen straatje praten en geen idee hebben wat er in de echte wereld
omgaat)
paradijs op aarde
(vooral de 17e-eeuwse tuin), beschermde plek (omgeven door muren als
hortus conclusus, afgeschermd van wilde dieren en ongewenste mensen), "symmetrie in de baroktuin staat voor de
overwinning van de mens op de natuur"
urn
rouw (urn komt van
het Latijnse urna van urere, verbranden)
liefde, verlangen
(genot), verbeelding, geluk; als avondster: genot en vruchtbaarheid; als
morgenster: oorlog en energie; voorgesteld als mooie vrouw; verg. Venus
als Romeinse godin
veren, veer
gebed (hemelvaart),
heilig (indianen: elke veer in de hoofdtooi is heilig en moet worden
verdiend)
veter
pelgrimsveter: teken
dat je pelgrim bent (eventueel met ringetjes eraan van de plaatsen waar je
door wandelt)
persoon met
vleugels is engel, boodschapper;
kind met vleugels zie bij putto en cherubijn;
roofvogel met gespreide vleugels is natie die een ander onder de voet wil
lopen
sluwheid, bezieling
(élan), inspiratie, overgang / transformatie (door het vuur verandert de materie),
reiniging (zuivering, vuur vernietigt bacteriën e.d., zie ook crematie);
bescherming tegen kwaad door over het vuur te springen (bezwering tegen
kwaad)
(Christelijk: vuur van de hel, hellevuur)
vuurslag
een metselteken
(muurteken) dat blikseminslag weert (zie ook bij vuur)
evenwichtigheid
(volmaakt evenwicht), onpartijdigheid, kunnen afwegen, rechtvaardigheid;
ook de blinddoek geeft rechtvaardigheid en
onpartijdigheid aan (denk aan Vrouwe Justitia als toonbeeld voor "het
recht" met weegschaal, en zwaard (voor het vonnis) en vaak ook
blinddoek)
(Christelijk: aartsengel Michaël, zie bij engel)
teken van macht,
zie bij rijksappel;
"omgekeerde wereldbol" (een globe of bol met het kruis niet aan
de bovenkant maar eronder): de valse waarden van de maatschappij (de
morele en politieke chaos in Bruegels tijd, maar van alle tijden helaas)
zuiverheid, deugd,
reiniging (offergift / offergave; waarschijnlijk heel vroeger gebruikt om
de geur van dierlijke offers of brandstapels van een minder penetrante
geur te voorzien)
(Christelijk: gebed; wierook-wolk geeft aanwezigheid van God aan)
Christelijk:
Griekse letters X (CHi) en P (Rho) als eerste letters van CHRistus, vaak
met een ovale cirkel om de XP wat een ei aangeeft dat staat voor geboorte
en nieuw leven (verg. alfa en omega, ICXC)
yin-yang, yin en
yang
tweeslachtigheid
(dualiteit); yin is vrouwelijkheid (zwart, donker, aarde,
koude,vochtigheid, noord) en yang is mannelijkheid (wit, licht, hemel,
warmte, droogte, zuid), tegenstrijdig maar wel elkaar aanvullende
eigenschappen die samen één harmonie (kunnen) vormen; de cirkelvorm
geeft het universum aan; de golvende S-vorm geeft de verwevenheid van de
tegengestelde eigenschappen aan
(yin-yang is een oud-Chinees symbool, Taoïstisch symbool)
Russische
strijdkrachten (Russisch gebruik op militaire voertuigen e.d. na de inval
in Oekraïne, februari 2022; voor Oekraïners en sympathisanten van
Oekraïne heeft het Z-teken dezelfde lading gekregen als het hakenkruis);
later kwamen ook een Z in een vierkant, een V, een O op militair materieel
voor.
Verklaring: "Zo staat de V voor Russische mariniers. De Z voor eenheden in het Oost militaire district.
De Z in een vierkant voor eenheden in het Zuid militaire district (Krim). De O voor eenheden uit Belarus. De X voor eenheden uit Tsjetsjenië. De A voor speciale eenheden zoals Spetznaz."
(Met dank aan nu.nl.)
Andere mogelijkheid: de Z is mogelijk afkomstig van het Russische woord
"Zapad" (omgezet naar ons schrift) dat west betekent, de V staat
dan voor Vostok dat "oost" betekent (of simpelweg toch voor
Victory), de betekenis van de O is nog niet bekend.
tijd, "denk aan de tijd die
ons rest" (het kortstondige leven), de dood (zie
ook bij Magere Hein en pijl); zandloper kun je omkeren om naar de oorsprong terug te
keren;
soms aan weerszijden van de zandloper een adelaars- en een
vleermuisvleugel als overgang van dag (adelaar) naar nacht (vleermuis)
bescherming van een
godheid, verleidelijke kracht en gevaar van de zee, onvolmaaktheid en
(ijdele) hoop op een betere toekomst (geen mens, geen vis); zie deels
dier, deels mens
(het gezang bracht zeelui in vervoering en daardoor in gevaar; een
zeemeerman resp. zeemeermin heeft als bovenzijde het lichaam van een man
resp. vrouw en als heup en benen een vissentorso en vissenstaart)
god Chronos
(Kronos) d.w.z. tijd; Magere Hein is de man met de zeis d.w.z. "uw
tijd is om", de dood (zie ook bij Magere Hein,
de dood als skelet met in de rechterhand de zeis; de zeis geeft de
snelheid en zekerheid aan waarmee de dood in kan treden; de zeis was ook
het oorspronkelijke attribuut van Saturnus)
warmte en licht (levenszon), blijdschap, onsterfelijkheid (de eeuwigheid van de zon als
ster), de god Apollo;
zon in de vorm van een stralenkrans;
zie eventueel ook zonnebloem en ster
bloemen staan vaak symbool voor:
- liefde of vriendschap (kleurig, je geeft bloemen aan een iemand die je
waardeert)
- jong leven
- lust, extase
- vruchtbaarheid
- vrouwelijkheid
- korte duur van het leven (bloemen verwelken)
- ziel (bloem opent hart naar het zonlicht)
- verg. roosvenster (een groot
rond venster in kleurrijke bloemvorm)
(Christelijk: "bloemen openen hun hart naar het zonlicht zoals ene
mens zijn ziel opent voor god")
leven, groei, verbondenheid met de
aarde (vooral de groene boom of tak staat voor leven enz.), impotentie;
verdorde boom
is de dood (zie ook bij Magere Hein);
omgehakte boom (of boom die door een bijl wordt omgehakt) staat voor een
(te jong) afgebroken leven;
door de vertakkingen van wortels en takken symbool voor een
"systeem";
door de as-vorm van boom of paal soms de symboliek van een axis mundi (wereldas), zie bij
axiale aanleg;
twee bomen bij elkaar: dualiteit
(Christelijk: verlossing)
feest, overvloed, goed leven (in
een schilderij bijvoorbeeld)
vrucht zonder schil is de eindigheid van het leven (bijvoorbeeld op een stilleven;
een vrucht zonder schil gaat snel rotten)
overvloed, welvaart
(met aar wordt graan en dus voedsel bedoeld); kroon met korenaren is de
zomer
(Christelijk: hoop op een leven na de dood, eucharistie, het brood des levens)
(Grieken: godin Demeter wordt vaak afgebeeld met
een korenaar)
vriendschap, eerbied,
terughoudendheid, dood en (weder)opstanding (bloesem rood, bloem wit) (zie
ook bij Magere Hein)
(Christelijk: lijden van Christus i.v.m. doornen kroon van acacia,
opstanding uit de dood)
(Mediterraan: onsterfelijkheid i.v.m. hardheid van de boom)
overwinning door
volharding, het leven met zijn beproevingen die overwonnen worden (i.v.m.
doornen en snelle groei;
zie acanthus)
(Grieken: acanthus op Korintisch kapiteel hoort bij "Griekse mythe
van een acanthus die groeit uit het graf van een dode held")
agapanthus (ook Afrikaanse lelie)
liefde (Griekse agapi is
liefde)
agave
standvastigheid, innerlijke rust,
zielenrust (van de Agave tequilana wordt de sterke drank tequila gemaakt)
(Christelijk: de rust van het (samen) beleven van het geloof of van de plaats van samenkomst voor erediensten)
akelei
nederigheid, een verloren liefde terugbrengen,
dwaasheid, onbetrouwbaarheid
allium
eeuwigheid (i.v.m. de lagen van de
ui) (Latijnse allium is knoflook) (allium is een grafbloem)
alruin: wilde alruin
magische krachten,
toverkunst, hekserij (alruin is een narcotische plant)
alstroemeria
langdurige vriendschap (elk
van de 6 bloemblaadjes hebben een relatie met vriendschap: begrip, humor,
geduld, medeleven, daadkracht en respect)
genezing (i.v.m.
lange levensduur)
(Grieken: onsterfelijkheid; "amarant" betekent
"niet-verwelkdende bloem"; vandaar ook beeld van godin Artemis
omdat zij altijd maag bleef)
amaryllis
betoverende schoonheid, stralend,
trots, bewondering (andere naam is Hippeastrum, Griekse
amarussein is stralen, flonkeren)
anemoon
zorgzaamheid,
eerlijkheid, vol verwachting, maar ook dood, kortstondigheid van het leven
anjer
toewijding, fascinatie, grilligheid
(Christelijk: Christus, i.v.m. andere naam voor anjer is nagelbloem en
vandaar bij Christus "nagels aan het kruis")
- witte anjer
toewijding, waardigheid; verzet,
respect en waardering voor veteranen
- lichtrode anjer
bewondering
- donkerrode anjer
liefde, genegenheid, passie,
verlangen
- gele anjer
teleurstelling, afwijzing
anthurium
toewijding, exotische schoonheid
(Griekse
anthos-oura is bloem-staart)
liefde, (ondertoon van) erotiek,
verleiding (denk aan de appel van Adam en Eva), tweedracht, zonde; spirituele kennis
(rijksappel is macht);
appel, granaatappel, sinaasappel, aardbei
en kers hebben vergelijkbare symboliek
zuiverheid, het voorjaar
(Christelijk: Maria i.v.m. "een witte bloem die recht omhoog naar de
hemel wijst")
(Portugal: hart van het huwelijk; bij bruidsboeket in het hart van het
boeket)
schoonheid
(China: gezondheid, kracht)
(Japan: plotselinge dood wellicht i.v.m. vaak in één nacht afsterven van
vrijwel alle bloemknoppen bij een late vorst)
standvastigheid, bestendigheid
(Westen: rouw, verdriet i.v.m. Kyparissos / Cyparissus als rouwende
jongeman in Metamorfoses van Ovidius; Kypassisos schiet per ongelijk zijn
lievelingshert dood, smeekt Apollo hem voorgoed te laten rouwen, Apollo verandert hem in een
cipres waardoor dat een symbool van rouw werd (of was het dat al?))
(Azië: lang leven, doorzettingsvermogen, onsterfelijkheid)
citroenmelisse
liefde, verminderen
van pijn bij liefdesverdriet
cyclaam
"vaarwel, afscheid, maar ook verlangen, bedeesdheid"
(bijvoorbeeld op een graf, kan soms lang duren vóór de cyclaam gaat
bloeien)
welvaart, vreugde,
vruchtbaarheid, geduld (op een grafzerk); soms: "waanzin van de
dronkemansroes"; zie ook bij wijnstok en wijn
(Christelijk: bloed, leven en dood, avondmaal, eucharistie; vooral de
druivenrank met aren verwijst naar de eucharistie of het avondmaal)
Franse koningshuis,
Frankrijk, oorspronkelijk waarschijnlijk het Franse koningshuis Capet; zie ook bij lelie;
de fleur-de-lis bestaat meestal uit drie bladeren van de bloemkroon,
bijeengehouden onderaan door een horizontale band (fleur-de-lis wordt vaak
op hekwerken toegepast)
flox (vlambloem)
waardigheid, onschuld, macht
(Griekse
floga is vlam)
groei,
vruchtbaarheid, voedsel, wedergeboorte (i.v.m. graan dat rijpt in de
aarde, sterft in de herfst, opkomt in de lente)
(Grieken en Romeinen: Demeter en Ceres
waren de Griekse resp. Romeinse godin van landbouw en graan)
(China, Romeinen, Egypte: begrafenissymbool)
macht over veel mensen (koningshuis, kerk), vruchtbaarheid (veel zaadjes),
liefde, kundalini-energie (yoga), godin Hera / Juno;
appel, granaatappel, sinaasappel, aardbei
en kers hebben vergelijkbare symboliek
grove den
het leven, lang
leven, eeuwigheid, onsterfelijkheid
leven, eeuwige vriendschap, warmte,
liefde, vreugde, licht;
de wintergroene bladeren en rode bessen verwijzen naar eeuwig leven en
vooruitziendheid
(Christelijk: stekelige bladeren staan voor het lijden van Christus en de
doornenkroon)
(Germaans: in december de altijdgroene bladeren als versiering van huizen,
vandaar ons gebruik van hulst met Kerstmis)
hyacint
vrede, trots, toewijding,
schoonheid, macht, trots
(Christelijk: geluk, zachte liefde)
liefde, gevoel,
begeerte
(China: maagdelijkheid, voorspoed)
(Japan: symbool van de samoerai); appel, granaatappel,
sinaasappel, aardbei en kers
hebben vergelijkbare symboliek
troost, slaap,
dromen, dood (i.v.m.
slaapverwekkende eigenschappen: de slaap des doods), gesneuvelden in de Eerste
Wereldoorlog (in WO I meende men dat de klaproos op de akkers verscheen
door het bloed van de gesneuvelden); de klaproos is regenvoorspeller (bij
regen klapt zij dicht); kortstondigheid van het leven (tere klaproos
verwelkt snel); bescherming tegen onweer (als er toch onweer komt, steek;
(Grieken: symbool van Hypnos (god van de slaap) en Morpheus
(god van de droom))
klaver: rode klaver
geestelijk rijk
leven
(Kelten: bekoorlijkheid, vruchtbaarheid)
(Ierland: St. Patrick's day)
klaverblad
geluk (i.v.m. de
drie-eenheid van het blad?; verg. driepas),
afscheid (i.v.m. het gebruik van klaver op graven)
(Christelijk: drie-eenheid d.w.z. vader, zoon en heilige geest)
verbondenheid,
trouw, eeuwig leven (i.v.m. altijd-groene bladeren: klimop,
laurier en taxus), volharding
(i.v.m. altijd-groen en stevig hechten aan de ondergrond)
koekoeksbloem
nieuwe liefde
kool
moederschoot, geboorte
korenbloem
leven, vruchtbaarheid; ook onafhankelijkheid
en fijngevoeligheid
(Duitsland: Hemelvaartsdag)
krokus
lente, nieuw begin, "kwets
mij niet", maar ook: blijdschap, vreugde
lente, onschuld, zuiverheid
en reinheid, vrouwelijkheid, vruchtbaarheid, waardigheid, geluk, liefde,
vergankelijkheid;
de, soms geknakte, lelie komt veelal voor op kindergraven (de
"bleke" dood)
(Christelijk: barmhartigheid, Maria i.v.m. de drie bloemblaadjes die de drie-eenheid
aangeeft, de aartsengel Gabriël zie bij engel)
(Amerika: hoop)
(zie ook gloriosa, d.w.z. klimlelie)
toewijding;
voorspoed wensen (bij geven aan iemand)
lelie: rood
geluk
lelietje-van-dalen,
lelietje-der-dalen, meiklokje
zuiverheid,
prilheid, eenvoud, liefde
(Frankrijk, op 1 mei: bosje lelietjes-van-dalen om te tonen dat je iemand
liefhebt)
(Christelijk: Christus als brenger van heil en evangelie)
zuiverheid (puurheid),
hemelse schoonheid, perfectie (volmaaktheid),
Boeddhisme (Boeddha zelf ook), geboorte en wedergeboorte (bijvoorbeeld op
grafmonumenten)
(zuiverheid i.v.m. het onbesmeurd opbloeien boven het moerassige water)
(Boeddhisme: spirituele ontplooiing, mannelijke stam en vrouwelijke
bloesem vormen echtelijke eendracht, harmonie)
(voor een bijna volmaakte schoonheid zie de
afbeelding in Wikipedia)
madelief, madeliefje
onschuld, reinheid
(maagdelijkheid), trouw in de liefde; als een ketting aaneen:
verbondenheid, geluk
vruchtbaarheid,
vrede, leven, liefde, geluk, regeneratie, genezing; voorteken gezegende
verbintenis (als twee mensen elkaar ontmoeten onder een bosje maretak,
vastgebonden met een rood lintje, dan mogen ze elkaar kussen en een besje
plukken; weigeren te kussen brengt uiteraard ongeluk; de
"werking" van de maretak duurt zolang er nog een besje aan de
matetak hangt);
de besjes weren heksen en boze geesten (wellicht door het witte van de
besjes in het donkere seizoen);
de maretak is giftig, alleen van de besjes werd gezegd dat die in
bijvoorbeeld thee werken tegen hoge bloeddruk (probeer dit niet!, er is
speciale kruidenthee van maretak);
de maretak is een wintergroene plant met witte besjes, die parasitair
groeit op een boom, bijvoorbeeld een eik
margriet
onschuld, liefde, "je maakt
me gelukkig", "je bent het zonnetje in huis"
mariabloem
zuiverheid, onschuld (er zijn
allerlei bloemen die een mariabloem zijn); verg. Maagd
Maria
meidoorn
bloesem:
beschermer van de kuisheid
(Oudheid: teken van Hymenaios, god van het
huwelijk)
liefde, schoonheid,
huwelijk (mirte is een altijdgroene struik)
(China: succes)
(Grieken: teken van Aphrodite)
(Joden: op het Loofhuttenfeest worden "drie mirtetakjes samen met andere takken en een geurige vrucht gebruikt voor het
Loelav zwaaien")
monnikskap
dolende ridder
(giftige plant, vroeger toegediend aan ter dood veroordeelden)
ijdelheid (denk aan
Narkissos uit de Griekse mythologie,
gelatiniseerd tot Narcissus), zelfzucht, nieuw leven, maar ook soms
"vroege dood, slaap en wedergeboorte";
de narcis bloeit en sterft vroeg; de dierlijke
variant van Narcissus is de fazant
(Oosten: treurige liefde, maar ook vreugde en welvaart i.v.m. hij bloeit
met het Chinese nieuwjaar)
narcis: wit
nieuw leven,
lentegevoel
narcis: geel
groeiend
zelfrespect, geluk, trouw; maar ook: bedrog (?)
olijf, olijftak,
olijfkrans (krans van olijftakken en -bladeren)
vrede (groene
olijftak verg. witte duif), liefde, trouw, eendracht,
gerechtigheid, zuiverheid; wederopstanding (als voorwerp bij een graf)
(Christelijk: vroomheid, gods zorg voor zijn kinderen; duif met olijftakje
in snavel betekent vrede)
(Grieken: attribuut van godin Athene; overwinnaars
van de antieke Olympische Spelen kregen een kruik olijfolie en een
olijfkrans, verg. lauwerkrans)
(Islam: boom van de verboden vrucht)
oostindische kers
overwinning,
liefdesvlam
oranjebloesem
vruchtbaarheid, zuiverheid,
onschuld
orchidee
vruchtbaarheid, elegantie, zuivere
vriendschap, liefde, vrouwelijkheid, verbondenheid, aanhankelijkheid,
schoonheid, rijkdom, wijsheid, kracht, "ik zal je leven aangenaam
maken"
onsterfelijkheid,
overwinning, paradijs, maagdelijkheid, zuiverheid, martelaarschap
(Egypte: levensboom)
(Midden-Oosten: zon, overwinning)
(Romeinen: denk aan palmtakken en palmbladeren bij een optocht na een
overwinning, ook bij een overwinning van een gladiator)
vrede en overwinning
(bijvoorbeeld voor overwinnaars van de antieke Olympische Spelen),
martelaarschap, pelgrim, attribuut van Nike (Romeins Victoria), verg. kroon
met kruis op palmtakken
papaver
zie bij klaproos;
ook: hoogmoed, vergankelijkheid aardse glorie
papyrus
vruchtbaarheid, vreugde,
Beneden-Egypte
passiebloem
opoffering, vrede (geneeskrachtige
werking, tegen stress)
(Christelijk: lijden van Christus)
goedheid (i.v.m.
moeder- of liefdessymbool),
zinnelijkheid, verlangen naar erotiek;
attribuut van godin Aphrodite (i.v.m. vrouwelijke rondingen)
en Hera (godin van liefde en huwelijk)
petunia
"ik waardeer je
gezelschap", spijt (?), woede (?)
perzik: bloesem
"je bent de
mooiste", maagdelijkheid
(China: huwelijk)
perzik: met blad
in de Renaissance
teken van aandacht voor de waarheid
perzik: vrucht
plezier, vreugde,
lust (de schil voelt aan als de huid van een jonge vrouw)
(China, Japan: onsterfelijkheid)
onsterfelijkheid (pijnappel
en dennenappel vooral op
graven), vruchtbaarheid:
pijnboom, den en spar zijn altijdgroene bomen en staan voor
onsterfelijkheid (verg. kerstboom)
zuivering, reiniging
(Christelijk: Johannes de Doper)
(Japan: "rietvlakte" is sterfelijke wereld)
(Kelten: tegen hekserij)
(Midden-Amerika: vruchtbaarheid)
(Oudheid: teken van god Pan, denk aan de panfluit)
liefde en romantiek (vooral de
rode roos), genegenheid, geluk, schoonheid, vreugde, macht (i.v.m. koningin van de
bloemen), dapperheid, vergankelijkheid (op grafstenen en zerken
bijvoorbeeld), discretie (zwijgen; rozenkransen
in Romeinse vergaderzalen betekent dat de gesprekken sub rosa waren
dus privé, niet openbaar), Rozenkruisers (drie johannesrozen staan voor
licht, liefde en leven)
(zie ook bij de bloemkleuren hieronder!)
(Christelijk: Maria (rode roos, "roos zonder doornen", bloem van
onschuld met rode bloemblaadjes als bloed van Christus), kuisheid, lijden van Christus (vijf blaadjes is vijf wonden van
Christus, vaak als een bloedrode roos))
(Oudheid: Aphrodite / Venus)
onvergankelijkheid,
verbinding tussen leven en dood, rouw, dood (i.v.m. altijd-groene
bladeren: klimop, laurier
en taxus)
(Kelten: poortwachter, geestenwerend)
tijm
moed
treurwilg
rouw en verdriet van de
nabestaanden (geldt ook voor een treurende
figuur)
(Germanen: de wilg staat voor de dood)
tulp
"ik bid voor u",
"Nederland"; zie ook bij de bloemkleuren!
(Christelijk: gebed)
(Turkije: leven, vruchtbaarheid)
eeuwige liefde, de
hoop op "voor altijd in jouw gedachten", toegewijde liefde
(Griekse mus-ous (otos) is muis-oor, dus muizenoor, naar het uiterlijk van
de blaadjes)
het vijgenblad
grijpt terug op Adam en Eva nadat ze "de appel" van de boom
hadden geplukt en gegeten en hun naaktheid ervoeren (vijgenboom is boom
van de verboden vrucht)
(Egypte, India: vruchtbaarheid)
(Boeddhisme: moreel gedrag / moreel leren en onsterfelijkheid)
(Grieken: attribuut van o.m. Dionysos)
vingerhoedskruid
grilligheid,
bescherming, sprookjes
viool, viooltje
voorjaar, jong of nieuw leven,
geluk, vertrouwen, geliefde herinneringen (Frans voor viooltje is pensée)
(Christelijk: Maria i.v.m. zuiverheid en zedigheid)
gezondheid,
gemakkelijke geboorte (beide symbolen mogelijk i.v.m. wilgenbast als
natuurlijke pijnstiller?)
(Taoïsme: "geduld en kracht in buigzaamheid")
(Tibet: levensboom)
vitaliteit, levenslust,
gezondheid, toewijding, bewondering, loyaliteit, de gulden snede (i.v.m.
zaden in bloem);
symbool van de zon (zie ook goudsbloem)
(bloem keert zich naar de zon; Griekse ilios-anthos is
zon-bloem; de niet-aflatende toewijding komt van de Griekse Cytia die
verliefd wordt op de zonnegod Apollo die helaas alleen maar belang stelt
haar zus Leucothea)
in het westen:
speelsheid, begeerte, ontucht, afgoderij (ketterij), ijdelheid (na-apen), duivel,
welstand (rijkdom)
in andere culturen (Afrika en Azië): wijsheid, behendigheid,
intelligentie
aap: met appel
smaak (zintuig;
dieren met symbolen van de zintuigen: zie bij adelaar)
visie, perspectief, kracht,
macht (adelaar is de "koning der vogels"),
weerbaarheid, vrijheid, vermogen tot
"overzien" (scherpe blik), snelheid, evangelist Johannes
(symbolen van de vier evangelisten: stier is Lucas, leeuw is Marcus, engel
is Mattheus, adelaar is Johannes), luchtmacht (adelaar in een embleem)
(Christelijk: evangelist Johannes, Christus, doop)
(Hindoeïsme: adelaar Garoeda is de drager van Vishnu, de beschermende
god, zie ook bij vis)
(Noord-Azië: vadersymbool)
(Romeins: god Jupiter, vaak met een bliksemschicht
in zijn klauwen)
(V.S.: adelaar (eagle) met witte kop is symbool voor de USA)
gezicht (zintuig;
dieren met symbolen van de zintuigen: adelaar met een spiegel (gezicht), hond met een bloem
(reuk), aap met een appel (smaak), rendier (gehoor) en papegaai (tastzin))
zelfstandig,
sterk, agressie, onvoorspelbaar
(China: mannelijke moed)
(Christelijk en Islam: wreed, wellust, vraatzucht)
(Scandinavië: als oerkracht de incarnatie van god Odin)
beer: berin,
vrouwtjesbeer
zorg, warmte,
moederlijke kracht
bever
bouwen, werklust, wijsheid, vindingrijkheid, gemeenschap, evenwicht met natuur, aanpassen natuur, een wijze leraar en gids
werklust, toewijding, sociale verbinding,
ordening en organisatie, overvloed, gemeenschap,
samenwerking (bijenkorf is samenwerking,
verzameling, opslag), onsterfelijkheid,
wedergeboorte, reinheid en zuiverheid
(Chinezen: vlijt en spaarzaamheid)
(Egyptenaren: "levengevers", geboorte, dood, wedergeboorte; de
tranen van de zonnegod veranderden in werkbijen)
(Grieken: ijver en welstand, onsterfelijkheid, reinheid, inspirator voor
kunstenaars)
(Kelten: geheime wijsheid)
(Romeinen: adem van het leven, democratie, een bijenzwerm is ongeluk)
bok
wellust, ontucht, vrekkigheid,
verworpenen van de hel
buffel
standvastigheid,
"de krijger"
das
sociaal ingesteld, territorium bewust,
niet-agressief (als hij niet bedreigd wordt)
intelligentie, problemen oplossen, gratie en schoonheid, vreugde en spel, genezing, spirituele gids, beschermer, verbondenheid,
redder (in de mythologie draagt de dolfijn goden op zijn rug of redt hij
helden), gemeenschap
(dolfijn is in de heraldiek symbool voor macht / gezag van de Franse
vorst), beheersing (dolfijn die zich om een anker
slingert)
(Griekse mythologie: dolfijn geeft een kalme zee aan en staat in die
hoedanigheid voor Triton die de stormen luwt;
attribuut van Apollo)
vrede,
zuiverheid (reinheid), onschuld, levensgeest (adem, ziel), vrouwelijkheid, moederlijkheid,
eenvoud
(China en Japan: lang leven, eerbewijs)
(Christelijk: Heilige Geest, doop, Heilige Maria, de ziel van een
"uitverkorene")
(Egypte: onschuld)
(Grieken en Romeinen: liefde voor vernieuwing van het leven)
(Hindoeïsme: boodschapper van de god van de dood)
(Joods: verzoening, reiniging)
(India: zwarte duif is dood en ongeluk)
(Perzen: hoort bij god van de oorlog, maar duif die zwaard draagt is einde
van de strijd)
duif: met olijftak
hoop, vrede en verzoening
(de duif die na de zondvloed met een olijftakje in zijn snavel terugkeert
naar de ark van Noach: hoop voor de mens; vrede en verzoening van god)
duif: opvliegend
Christelijk: door
de stralenbundel vliegend vindt hij zijn weg naar de hemel
duif: uit mond van
persoon
Christelijk: duif vliegt uit
mond van een martelaar, "heilige" o.d. als die overlijdt symbool
van zuiverheid, kuisheid
duif: vliegende,
dalende duif
Christelijk: de
Heilige Geest, onschuld en zuiverheid, trouwe liefde, vrede, Gods liefde
en zegening
vrede (verg. groene
olijftak), zuiverheid (reinheid), pure goedheid
eekhoorn
vindingrijkheid, behendigheid (beweeglijkheid), paraatheid, aanpassingsvermogen, snel denken, milieubehoud (verspreiden zaden, fragiele uiterlijk), geluk en
voorspoed,
maar ook hebzucht en vrijgevigheid
zon en maan,
vruchtbaarheid, kracht, moed, doortastend
(Christelijk: tirannie en begeerte i.v.m. het agressieve en destructieve
gedrag)
(Germanen: heilig dier)
(Japan: moed, succesvolle agressiviteit)
(Joden: vijand van het volk i.v.m. vertrappen van de wijnstok
(Kelten: kop van een ever is gezondheid en bescherming tegen gevaar)
luiheid, dwaasheid, stuursheid
(dwarsheid, koppigheid)
(Christelijk: nederigheid, armoede; Jezus op een ezel bij intocht in
Jeruzalem)
(Grieken en Romeinen: begeerte, lachwekkende domheid)
ezelsoren
intellectuele
domheid, soms: muzikale domheid (denk aan de oren)
ijdelheid
(dierlijke variant van Narcissus, zie bij narcis,
denk aan de fraaie kleuren van het mannetje en het saaie bruin van het
vrouwtje...), voorspoed, voorbode van iets goeds (het zien van een fazant,
wel zelf actie ondernemen); verg. patrijs
flamingo
gratie en schoonheid, veerkracht, evenwicht en harmonie, onderscheidingsvermogen,
aanpassingsvermogen
(oude Egypte: vitaliteit, warmte, leven)
waakzaamheid /
bewaking (ganzen gakken als er
onraad dreigt; verg. haan), praatzucht en beetje dom (ganzen gakken veel),
winter, vrijheid (als trekvogel)
(India: "verlangen om verlost te worden uit zijn onophoudelijke
cyclus van het bestaan")
(Egypte: ziel van de farao's, metgezel van de god Geb)
(Grieken: attribuut van Artemis)
trots, waakzaamheid
(hoogste zitplaats, denk aan de waakzame kerkhaan tegen het kwaad), bewaking (alertheid; verg. gans), kracht,
veerkracht, verstand, moed, toorn (boosheid), dageraad / wekker (kraait
bij de eerste zonnestralen), overwinning na tegenslag, overwinning na
duisternis, seksualiteit (begeerte), macho, mannelijke wellust, ontucht, onreinheid,
brandweer (vuurrode kam), kennis van het weer (ook hier: denk aan kerkhaan
/ weerhaan)
(China: geluk en trouw mede omdat de haan voedsel aanbiedt aan zijn hennen)
(Christelijk: berouw en verlossing; windhaan / torenhaan staat bovenop de
kerktoren; wederopstanding, Pasen)
(Japan: heilige dieren)
haan: kraaiend
Frankrijk (de
kraaiende, Gallische haan is trots en koppig, verg. Marianne)
verbinding met natuur, alertheid,
vrees, intuïtie, waardigheid, zuiverheid, zachtheid, volgen van je innerlijke leiding, genade, boodschapper, spreekt taal van het hart ("het verwerpen van alles waaraan geen liefdevolle intentie ten grondslag ligt"), brug tussen fysieke en spirituele, vernieuwing (gewei), vrouwelijke aspecten
(Christelijk: heilbegeerte, godsvrucht, Christus, "geestelijke
mens")
(China: mannetjeshert is rijkdom en geluk)
snelheid;
veel symboliek van de leeuw vinden we in Midden- en
Zuid-Amerika in de jaguar terug
(Midden- en Zuid-Amerika: toekomstvoorspelling, koningschap, tovenarij,
aarde en maan, vruchtbaarheid)
aaseter; het
aaseter zijn wordt zowel goed (Egypte) als kwaad (India) beschouwd
(Egypte: zelfde status als de hond; de god Anubis, god van de balseming,
wordt afgebeeld als zwarte jakhals of als mens met een kop van een zwarte
jakhals)
(India: vernietiging en onheil)
geluk (op boten
tegen schipbreuk en op daken van huizen tegen brand), doorzettingsvermogen
(uit het verhaal dat de karper, net als de zalm, tegen
de stroming in zwemt)
trots,
onafhankelijkheid, eigenzinnigheid, vrijheid, flexibiliteit,
beweeglijkheid, intuïtie, verbinding met het spirituele, helderziendheid,
mysterie, gratie, aaibaarheid, behaagzucht, geheimzinnigheid,
vrouwelijkheid, verleidelijke charme, (vroeger) wellust
(zwarte kat is ongeluk en hekserij, maar ook bescherming en geluk)
(Egypte: gelukbrenger, heilig wezen; vrouw met kattenhoofd Bastet
of Pakhet is godin van vruchtbaarheid, leven, vreugde, dans, warmte; in de
mummies kregen ze muizen mee als voedsel)
(Japan: ook: tegenspoed)
(Tempeliers: de duivel)
vruchtbaarheid, liefde, transformatie en wedergeboorte
(metamorfose, van ei naar dikkopje naar amfibie), bewoners tussen werelden, communicatie, aanpassingsvermogen,
hoogmoed, ontkieming, voorspeller lenteregen
(Aboriginals: schepper en beschermer van waterbronnen)
(China: yin en daarmee overvloed, voorspoed, geluk)
(Japan: boodschapper van liefde)
Grote Moeder,
Moeder Aarde, hemels (horen is halve maan) en aards (melk is voedende
kracht), vruchtbaarheid, rust en vrede (door haar kalmte), ontelbare
sterren aan de Melkweg (melkdruppels van de koe, verg. de sterren door
"druppels moedermelk van Hera")
(India: hindoes en boeddhisten waarderen het rustige en geduldige karakter
van de hier heilige koe, de koe als uiting van geluk)
koe: grazend
voedende kracht van de aarde, melkwinkel (reclame melkboer)
kolibrie
gratie, veerkracht, vreugde, vervulling, vluchtigheid van het leven
(Azteken: kracht, vitaliteit, wedergeboorte)
(India: boodschapper tussen hemel en aarde)
(Zuid-Amerika: liefde, vreugde, feest)
vruchtbaarheid
(lente, nieuw begin, snelheid van voortplanting), overvloed, speelsheid
(jeugdige energie), ondeugend (spontaniteit), bedriegertjes,
levensvreugde, waakzaamheid, nieuwsgierigheid, avontuurlijk
(volksgeloof: geluk en geneesmiddel omdat een konijnenpoot geluk zou
brengen of zou helpen tegen bepaalde ziektes)
kraai
wijsheid, intelligent (kennis), voorspellend
(vooruitziend, gids, profetische stem), waarheid en
realiteit, hiernamaals, maar ook naderend onheil (ongeluk, oorlog, dood),
mysterie, bedrog, diefstal
(China: kraai met drie poten op een zon is keizer)
(Japan: kraai met drie poten op een zon is liefde voor het gezin)
boodschapper van
vrede, geluk, wijsheid, gezondheid, lang leven, regeneratie / opstanding
(trekvogel dus komt na het seizoen weer terug)
(Christelijk: waakzaamheid)
(Egypte: tweekoppige kraanvogel is voorspoed)
(Japan: vrede en hoop i.v.m. 1000 kraanvogels origami-vouwen als iemand
ziek is)
(in sommige landen is de kraanvogel een heilig dier)
kreeft
lang leven, voorspoed, heksen, onderbewustzijn, verborgen verlangens,
zonde, kwetsbaarheid, kracht
(zie ook heremietkreeft)
krokodil, alligator
vernietigende
vraatzucht, meester over leven en dood, gezag, vijandigheid
onschuld, nederigheid, geduld,
zuiverheid, hoop, zachtmoedigheid (tederheid), behoefte aan leiderschap en
bescherming, vernieuwing (denk aan de lente met de geboorte van lammeren)
(Christelijk: Christus, van de apostelen; afgebeeld met kruis en nimbus:
offerdood van Christus i.v.m. lam als offerdier; dus
"offerbereidheid", offer en verlossing)
(Islam: offer en verlossing)
moed, kracht,
macht, leider, koning, gezag, strijd, sterkte van karakter, wijsheid,
bewaker (beschermer, bewaakt poorten en domeinen, zie de leeuwenpoort),
de Zeven Provinciën (16e eeuw), de Republiek (17e eeuw e.d.); de heraldische leeuw heet liebaard; leeuw is een koninklijk symbool (zie
bij kroon);
evangelist Marcus (symbolen van de vier evangelisten: stier is Lucas,
leeuw is Marcus, engel is Mattheus, adelaar is Johannes)
veel symboliek van de leeuw vinden we in Azië (vooral India) in de tijger
en in Midden- en Zuid-Amerika in de jaguar terug
(Egypte: gids naar het land der doden (dodenrijk); denk aan de sfinx
als half mens, half leeuw)
nieuwsgierig, intelligent, nederig, verlegen, vindingrijk, flexibel, moed, overleven, veerkracht, diefstal, ongedierte
(muis die uit de mond van een dode komt: rode muis is goed, zwarte muis is
slecht)
(Afrika: kenners van de onderwereld)
kracht, wijsheid, spiritualiteit, ontzag, geheugen, gemeenschap, standvastigheid
(vastberadenheid, stabiliteit)
(Afrika: boodschapper tussen hemel en aarde)
(Hindoeïsme: Ganesha is een goddelijk wezen met een olifantenhoofd, de
god van kennis en wijsheid, beschermheilige van reizigers)
(Romeinen: overwinning)
olifant: wit
vruchtbaarheid,
regen
(Boeddhisme: witte olifant is zuiver, wijs, spiritueel)
(Birma, Thailand, Cambodja: de aanstaande geboorte van de boeddha werd in
een droom aan zijn moeder uitgebeeld door een witte olifant in haar
baarmoeder)
geboorte (bezorger
van baby'tjes), vruchtbaarheid, moederschap, toewijding aan gezin en familie, hoop, vernieuwing,
wedergeboorte (komt in het voorjaar weer terug), wijsheid, lang leven, voorbode geluk en bescherming,
spirituele betekenis (meditatie en contemplatie i.v.m. staan op één
poot), Den Haag; verg. pelikaan
(Christelijk: Pasen, wederopstanding, zuiverheid)
(Grieken: gewijd aan Hera)
(Taoïsme: onsterfelijkheid)
geduld, terughoudendheid, verandering (groei, transformatie), contact met de aarde,
begeerte, de dood (in de kunst vooral bij schedel of skelet)
(Afrika, Mexico: vruchtbaarheid)
(China: maan, yin, water, regen, geluk, rijkdom)
(Christelijk: duivel, boze geest)
imiteren,
na-praten, wijsheid, leergierigheid, communicatie, spiritualiteit,
aanpassingsvermogen, loyaliteit, trouwe metgezel, vreugde, exotisch,
tastzin (zintuig; dieren met symbolen van de
zintuigen: zie bij adelaar)
(Aboriginals: bedrieger die ons vermaakt)
(Brazilië: vrijheid, levendigheid)
(China: voorspoed en geluk)
moederlijke zorg,
zelfopofferende liefde (verhaal dat vogel jongen voedt door eigen borst open te pikken zodat de
jongen het bloed kunnen drinken, pelikaan offert zich op om haar jongen
groot te brengen); verg. ooievaar
(Christelijk: lijdende Christus,
eucharistie)
onvoorzichtigheid, diefstal,
droefenis, begeleidt zielen naar de onderwereld (het hiernamaals, zie ook
bij Magere Hein),
rusteloos zwerven, eenzaamheid, dood
(Afrika: waarschuwt voor gevaren)
(China: driebenige raaf staat voor de zonsopkomst, zenit en ondergang)
(Christelijk: duivel, profeten, zonde)
(Indianen: Raafvader is scheppingsgod)
(Joods: onrein, boosheid, het kwaad)
(Kelten: waarzeggen, overwinnen in de strijd, vruchtbaarheid, raaf met
witte vlek brengt geluk)
(Scandinavië en Germanen: Odin/Wodan heeft twee raven op zijn schouders
die hem alles vertellen wat ze zien, Hugin is denker en Munin is
gedachtenis)
intelligent, sluw, overleven, vindingrijk, aanpassingsvermogen (flexibel), vastberadenheid, doorzettingsvermogen, overwinnen van obstakels,
vruchtbaarheid, maar ook bedrog (verraad, oneerlijkheid), verderf, vraatzucht, hebberigheid,
gierigheid, ziekten en plagen (de pest, de zwarte dood)
(op schilderijen: zwarte en witte rat staan voor nacht en dag die knagen
aan de tijd)
(China: overvloed, rijkdom, voorspoed, water, leven, energiestroom, snelheid van voortplanting)
(Christelijk: duivel)
reiger
rust, geduld, wijsheid, evenwicht, intuïtie, eenzaamheid wordt kracht en persoonlijke groei, milieubehoud
(Egypte: wijsheid, intelligentie, inzicht, bewaarder van kennis, schrijver van de goden)
rendier
Kerstmis, gehoor
(zintuig; dieren met symbolen van de zintuigen: zie bij adelaar) (Nomaden: begeleider naar een volgend leven)
schepping, dood en
wedergeboorte (zie ook bij Magere Hein), transformatie, eeuwige cyclus van leven en dood, geluk, bescherming,
veerkracht
(Egypte: veilige doorgang naar het hiernamaals, "zelfs in de donkerste tijden er altijd de mogelijkheid is voor een nieuw begin en groei")
wijsheid en kennis, lang leven, stabiliteit, geduld, volharding, aarding, water en land
(het schild staat voor bescherming, stabiliteit en veerkracht)
(China: het begrip "duizend jaar", dat een wens inhoudt voor een lang leven, voorspoed en
geluk", het harde schild is yang, het mannelijke; de zachte buik is yin, het vrouwelijke) (China: de hemels dieren zijn draak,
feniks, schildpad en eenhoorn)
(India: levenscyclus)
verleiding, zonde, kwaad,
bedrog (i.v.m. gevorkte tong), vernietiging, duivel, sluw (i.v.m. listige manier van aanvallen), wijsheid,
gif, genezing en geneeskunde (zie ook
esculaap en caduceus), wedergeboorte en onsterfelijkheid (i.v.m. afwerpen huid),
genezing (slang die om de caduceus kronkelt, een
geneeskundig symbool), onderwereld, dodenrijk, nijd, tweedracht, seksualiteit en vruchtbaarheid
(i.v.m. vorm van de slang en band met de aarde);
eeuwigheid (eeuwige
cirkel van de slang die in zijn eigen staart bijt, de ouroboros);
beschermt de wereld (slang die zich om een ei kronkelt);
(China: slang is evenwicht van yin én yang; de grote slang was in
mythes vaak synoniem met draak)
(Christelijk: het kwaad, de duivel)
specht
ritme en betrokkenheid (beide begrippen door het gestage tikken op de stam), veerkracht, doorzettingsvermogen, aanpassingsvermogen (gemakkelijk naar boven en naar beneden op de stam)
(China: geluk, kansen, rijkdom, overvloed)
(Indianen: bescherming, waarzeggerij en communicatie)
spin,
spinnenweb
geduld, ambacht, volharding, concentratie, creativiteit (weven en scheppen), vernietiging (angst, duisternis, gevaar), magie, hekserij
(Christelijk: ketterij, hel)
(Indianen: de Spinvrouw is de Schepper van de wereld)
sprinkhaan
veerkracht,
behendigheid, geduld, vrijheid (springen en vliegen), transformatie,
zelfexpressie (i.v.m. het geluid van de sprinkhaan), vraatzucht
kracht,
mannelijkheid; stier is evangelist Lucas (symbolen van de vier
evangelisten: stier is Lucas, leeuw is Marcus, engel is Mattheus, adelaar
is Johannes)
kracht (macht, gezag), gratie (schoonheid), duidelijke aanwezigheid, dominantie,
agressie, moed, passie, sensualiteit, veerkracht, snelheid, overleving (aanpassingsvermogen);
veel symboliek van de leeuw vinden we in Azië
(vooral India) in de tijger terug
toekan
communicatie, zelfexpressie, kracht, welsprekendheid (grote snavel), kleuren, feestelijkheid, exotisch, levendigheid,
gemeenschap (samenwerking)
(Amerika: boodschapper tussen het menselijk rijk en de gidsenwereld, wijsheid, inzicht, intuïtie)
wijsheid, intellect, kennis, nieuwsgierigheid, intuïtie (inzicht), vrouwelijkheid (zorg voor haar jongen),
nacht, domheid, hekserij (uil is een nachtdier, houdt van duisternis "dus"
verwijst naar duistere praktijken); soms: de dood (zie ook bij Magere
Hein)
(Jeroen Bosch: verlokking, misleiding)
(Azteken: begeleider van de overledenen naar het hiernamaals)
(Christelijk oude testament: onrein)
(Egypte: dood en wedergeboorte)
(Grieken: de steenuil staat voor de godin van de wijsheid Athena, de
oehoe staat voor de onderwereld)
(Hindoeïsme: welvaart, voorspoed, wijsheid, geluk, boodschapper van de dood)
(Indianen: bewaker van de gidsenwereld, spirituele bescherming, vooruitziendheid, de dood)
valk,
havik (niet syn. maar lijken veel op elkaar)
adel, scherpzinnigheid, jacht
(Egypte: zon; Horus, de valkengod, is een man met een
valkenkop; Ba, de
persoonlijkheid, is een valk met mensenhoofd, zie deels
dier deels mens)
valk met kap
hoop (afnemen van
de kap brengt licht en een begin van vrijheid)
(Peru: vooroudersymbool)
gulzigheid, vraatzucht,
hebberigheid, begeerte, onreinheid, luiheid, koppigheid, maar ook
moederschap, vruchtbaarheid, voorspoed
(China: vruchtbaarheid, mannelijkheid)
(Joden en islamieten leggen, als niet-varken-eters, meer de nadruk op de
negatieve aspecten als hebzucht en begeerte)
het onbewuste, de levenschenkende
kracht, vruchtbaarheid van water
(astrologie: vrede, harmonie, opmerkingsgave, geduld, gezonde vruchtbaarheid)
(China: overvloed, geluk)
(Christelijk: analoog aan ichthus dus Christus;
doopvont is in Latijn piscina, visvijver; drie vissen in een cirkel of
drie vissen met één kop is de drie-eenheid d.w.z. god de vader, zoon,
heilige geest)
(Germanen: de godin Freia)
(Hindoeïsme: redders, incarnatie van Varuna, god van de wateren; zie ook
bij adelaar)
(oude religies: attribuut van de godin van de liefde)
(psycho-analyse: "eenogige vis" ofwel de penis)
intuïtie, illusie, deugd, nacht, kwaad,
de dood,
duisternis, afgoderij, duivel, gevleugelde boze geest van gierigheid en nijd
(algemeen: een dier van angst en bijgeloof)
(Brazilië: god van de onderwereld)
verandering (transformatie
van leven als kruipende rups, dood als donkere pop en wedergeboorte als
vrij fladderende vlinder), vrijheid en bevrijding, zorgeloosheid
(fladderen), lichtzinnigheid, hiernamaals (op gedenkkaarten bij overlijden,
zie ook bij Magere Hein), schoonheid (kleuren, vreugde, optimisme), kwetsbaarheid, menselijke ziel (Griekse psyche), milieubehoud (kwetsbaarheid van de natuur)
(Christelijk: Adam; onsterfelijke ziel "voor christenen is de dood de
overgang naar een beter leven" en in het stervensuur stijgt de ziel
uit het lichaam naar de hemel als een vlinder uit een pop)
lucht, vrijheid
(vliegen in de lucht), wijsheid, goedheid, vreugde, bovenaardse (tussen
aarde en hemel, i.v.m. hun vliegen in de lucht), nauwelijks bereikbare,
ziel (voorbeeld: in de Finse mythologie bracht een vogel de ziel naar een
pasgeboren baby);
vogeltje: lente
vogel: op boom
onderlinge liefde
vogel: in kooitje
maagdelijkheid
vogel: kooitje open
maagdelijkheid is niet meer; eigenaar heeft afspraakje
buitenshuis
vogel: (grote) roofvogel
vermogen tot "overzien" (hoog in
de lucht, langzaam vliegend op de thermiek)
vos
sluwheid, slimheid, bedrog
(Christelijk: de duivel)
walvis
kracht, intelligentie, wijsheid, communicatie, gemeenschap (sociale leven), uithoudingsvermogen, kalmte, soevereiniteit, harmonie, bewaker en beschermer van de zee en haar bewoners,
wedergeboorte (denk aan het verhaal dat Jonas / Jona drie dagen in
"een grote vis" en er levend weer uit kwam)
trouw, saamhorigheid, moed, individualiteit en zelfredzaamheid, vrijheid, intuïtie,
overwinning, maar ook: agressie, roofzucht, wild, duisternis, gevaar en
wreedheid (vooral door de roofzucht en ongebreidelde moordlust is de wolf, met reden
dus, in Nederland uitgeroeid en hoort dat zo te blijven, in het
dichtstbevolkte landje)
(allerlei culturen: wolf is rover, denk aan de weerwolf als mannelijke
heks die door zijn geweld de angst oproept; wolf en raaf zijn begeleiders van de goden van de dood,
zie ook bij Magere Hein)
(China: hebzucht, roofzucht)
(Christelijk: de duivel, verstrooier van de kudde, vraatzucht)
(Romeins: wolvin met moederlijke voedende zorg als voedster van Romulus en Remus;
ondanks die positieve uitleg is er de Latijnse zegswijze
"homo homini lupus" ofwel "de ene mens is voor de ander een
wolf", d.w.z. we verslinden elkaar)
mannelijkheid,
vruchtbaarheid, wijsheid en doorzettingsvermogen (het stroomopwaarts
springen); verg. karper
zebra
dualiteit (zwart en wit), evenwicht, individualiteit (elke zebra een eigen zwart-wit-patroon), aanpassing, snelheid, beweeglijkheid,
zoeker van innovatieve oplossingen uit diverse expertises (tegenwoordig),
schaduwzelf of de donkere onbewuste aspecten van iemands persoonlijkheid
(in de psychologie)
(Afrika: vrijheid, ongetemde geest van het wild)
(China: yin én yang)
zeepaardje
gratie, elegantie, schoonheid, zachtheid, vaderschap (mannetje draagt en baart de nakomelingen), band tussen ouder en kind, familie, verzorging, geduld, toewijding, aanpassingsvermogen en overleven (camouflage door kleurverandering van de huid), milieubehoud (i.v.m. het gracieuze en tere wezentje, verliezen van de habitat en overbevissing)
vrouwelijke schoonheid, gratie,
mannelijk licht, partnerschap, liefde, trouw (hun leven lang), zuiverheid,
transformatie (van lelijk eendje naar fraaie zwaan), streven naar kennis,
mythologische vogel van de dood (vandaar "zwanenzang", het
laatste werk of de laatste uiting van iemand; zie ook bij Magere
Hein), eenzaamheid en goedertierenheid, water, Leda (werd geschaakt
door Zeus die vermomd was als zwaan)
(vrouwelijke gratie vanwege de sierlijke bewegingen)
(Christelijk: Lutherse kerk, bijvoorbeeld als symbool als er een predikant
begraven is, i.v.m. feit dat Johannes Hus ofwel Gans in het Slowaaks (Husa
is dat in het Tsjechisch) op de brandstapel verkondigde dat men nu een
gans ging braden maar over 100 jaar een zwaan zou horen zingen)
(Grieken: attribuut van Aphrodite en van Apollo)
zwaan: witte zwaan
met rode vlag
bordeel (Jeroen
Bosch)
zwaan: twee zwanen
verschijnt vaak op het uilenbord
(meestal twee zwanen met de snavels naar elkaar toe)
zwaluw
(vooral vliegend i.v.m. herkenning zwaluw)
huiselijk geluk, trouw, standvastigheid, terugkomst (thuiskomst, vaak naar zelfde nest van vorig jaar, vernieuwing van leven in de lente), instinct, sierlijkheid (bewegen in de lucht), eeuwige liefde, romantiek
(Christelijk: opstanding, reis van ziel naar hemel, bescherming, boodschapper van de goden)
(Oosterse cultuur: huwelijksgeluk en voorspoed)
Goden
(een selectie van Griekse, Romeinse en Egyptische godheden)
koning der goden
(in het Nieuwe Rijk, rond 1200 v.Chr.);
samensmelting van Amon en Ra (er
waren overigens meer van dat soort samensmeltingen tussen goden)
god van de
wederliefde (Anteros strafte degene die geen gehoor gaf aan de liefde;
Anteros komt van ant (voor) en Eros, hij was de broer van Eros en hielp
hem)
god van het balsemen en van de
doden, soms: symbool voor de overgang van leven naar dood; Anubis wordt voorgesteld als een man met de kop van een jakhals
(zie deels
dier, deels mens); (bij de Egyptenaren ook Thoth,
bij de Grieken Hermes, bij de Romeinen Mercurius
Psychopompos)
godin van de liefde, de schoonheid,
de seksualiteit en de vruchtbaarheid (bij de Romeinen Venus, bij de
Vikingen Frija); Aphrodite
was het vrouwelijk liefdesideaal; verg. Eros, het
mannelijke liefdesideaal;
attributen waren o.m. de zwaan, mirte,
peer
god van het licht, de zon, de muziek,
de schone kunsten, de geneeskunst, de boogschutters en het orakel van
Delphi;
attributen waren pijl en boog (boogschutters),
lauwerkrans (reinheid, door de laurier
gezuiverd in het bos), lier (muziek),
citer (muziek), zwaan (mannelijk
licht; Cycnus, Latijn voor zwaan, was een zoon van Apollo; wellicht ook de
zwaan als attribuut vanwege het lied van de stervende zwaan), dolfijn
(geneeskunst), slang (geneeskunst)
Ares
god van de oorlog
(bij de Romeinen Mars, bij de Vikingen Odin)
godin van de jacht, de bossen, de
wilde dieren, de maan (bij de Romeinen Diana);
Artemis was beschermgodin van de kuisheid (i.v.m. eeuwig maagd) en godin van de
sikkelvormige maan, zie bij Selene;
vaak vergezeld door gans en wilde honden;
beeld was ook de amarant
godin van de wijsheid en de
krijgskunst (krijgsbeleid), beschermvrouwe van de kunsten en ambachten, beschermvrouwe
van Athene (bij de Romeinen Minerva)
Atlas
god die het
hemelgewelf (later: de aarde) op zijn schouders torst, staat voor
volharding
godin van liefde, vruchtbaarheid, leven, vreugde, dans,
warmte; dochter van Ra, "kattengoed" (Bastet
wordt voorgesteld als een vrouw met een kattenhoofd;
zie deels
dier, deels mens)
veerman van de onderwereld
(de onderwereld: veerman Charon bracht de geesten van de doden naar de
overkant van de Styx die de onderwereld van Hades omringde; verg. Hermes
en Hades)
god van de begeerte (bij de
Grieken Eros); vaak afgebeeld als een jongeling met vleugels en een
pijl-en-boog: met de ene pijl kon hij twee mensen verliefd op elkaar
worden en met de andere pijl kon hij ze elkaar laten haten; verg. putto
en cherubijn
god van de wijn en daarmee
ook van de dronkenschap (extase) en de roes, van de vegetatie en landbouw;
soms: poëzie, theater en muziek (bij de Romeinen Bacchus)
god van de liefde (bij de Romeinen
Amor en Cupido); Eros was het mannelijk
liefdesideaal; verg. Aphrodite (het vrouwelijk
liefdesideaal); verg. Anteros
god van de aarde
(vruchtbare aarde); Geb is vader van o.m. Osiris, Isis,
Seth;
gedaante van mens met kroon en wordt vaak vergezeld door zijn
gans
Gratiën, de Drie
Gratiën, Kharites; Gratiae (Rom.)
bij de Grieken
dochters van oppergod Zeus en oceanide Eurynome, bij
de Romeinen dochters van Bacchus en Venus:
Aglaia (schoonheid, pracht), Euphrosyne (vreugde, soms: lieflijkheid), Thalia (geluk, opbloeiend
geluk);
verg. de Muzen
god van de onderwereld
(bij de Romeinen Pluto); Hades was niet echt een kwade god
(de onderwereld: Hermes bracht de doden naar de
oever van de Styx die de onderwereld van Hades omringde en Charon
bracht de geesten van de doden naar de overkant van de Styx)
één van de
moedergodinnen (moeder van de moeders en moeder van de god), godin van liefde,
zorgzaamheid, levensvreugde (zang, dans, muziek); voedster van Horus;
Hathor wordt voorgesteld als een vrouw met koeienhoofd of als een vrouw met koeienhoorns en een
zonneschijf tussen de hoorns (soms met een slang die de cirkel van de zon
vormt); zie deels
dier, deels mens
godin van grenzen,
nacht en de nieuwe maan, magie; zie bij Selene
Helios, Helius
god van de zon ('in
de ochtend verliet Helius zijn plaats in het oosten, hij reed door de
hemel in een door vier paarden getrokken gouden wagen; 's avonds rustte
hij in zijn westelijke paleis en 's nachts voer hij over de rivier de
Oceanus terug naar het noorden")
Hephaistos
god van de smeedkunst, de vulkanen, het
vuur en de ambachtslieden, smid van de goden (bij de Romeinen Vulcanus)
godin van het
huwelijk en de liefde (zus en echtgenote van Zeus);
attribuut soms de
granaatappel, soms de peer;
(bij de Romeinen Juno);
uit druppels moedermelk van Hera
ontstonden de sterren aan de hemel en vandaar ook de naam Melkweg van ons
sterrenstelsel (dat 500 miljard sterren bevat, middelmatig van omvang is;
waarneembaar zijn ca. 100 miljard Melkwegen, dus er zijn minimaal 500
miljard maal 100 miljard sterren is 100.000.000.000 * 100.000.000.000
= 10 tot de macht 22 sterren)
(verg. koe waar ook die druppels vermeld zijn; verg. ooievaar
i.v.m. zogende moeder en baby'tjes)
god van de handel, boodschapper der goden, beschermer van de dieven en de
reizigers (bij de Romeinen Mercurius, bij de
Egyptenaren Anubis of Thoth);
(de onderwereld: Hermes bracht de doden naar de rivier de Styx die de
onderwereld van Hades omringde; verg. Charon en Hades)
god van de lucht, zon, bescherming, genezing,
koningschap (Horus was verbonden met de farao en heerser van de kosmos);
gedaante man met de kop van een valk (zie deels
dier, deels mens)
godin van
gezondheid (beschermt goden en mensen), wijsheid (machtige tovenares),
huwelijk en moederschap (vrouw van Osiris, moeder
van Horus); zus van Osiris, Seth,
Nephthys
Janus (Rom.)
god van de poorten
(doorgangen), van openen en sluiten, van begin en einde (de beide goddelijke hoofden
van Janus met grote ogen en geeft aan dat hij een goede, waakzame deurbewaker
was)
god van de handel en nijverheid
(bij de Grieken Hermes);
Mercurius Psychopompos (Mercurius de zielengeleider was bij de Egyptenaren
Anubis of Thoth); verg. Mercurius
als planeet
Minerva (Rom.)
godin van de wijsheid en de vindingrijkheid,
beschermvrouwe van Rome (bij de Grieken Athena)
onsterfelijke
nimfen van kunst en wetenschap, symbool voor inspiratie (de negen muzen
waren dochters van Zeus):
Clio / Kleio (symbool voor geschiedschrijving: afgebeeld met
boekrol), Erato (lied, lyriek: groot snaarinstrument), Euterpe (fluitspel:
dubbele fluit aan de lippen), Kalliope (heldendicht, filosofie, retoriek:
schrijftafeltje en schrijfgerei), Melpomene (tragedie, treurspel: met een
knots, zwaard of masker in de hand en krans van druivenbladeren op hoofd),
Polyhymnia (retoriek, gewijde liederen: ernstig en peinzend gezicht),
Terpsichore (vrolijke dans, lyrische poëzie zonder godsdienstige
strekking: lier in de hand), Thalia / Thaleia (komedie, feestvreugde:
komisch masker, kromstaf in de hand, krans van klimop op hoofd), Urania
(sterrenkunde, bezingt de daden van de goden: hemelbol in de hand);
verg. de Drie Gratiën
geen god, maar de
zoon van riviergod Kephissos
(Grieks verhaal: de nimf Echo is verliefd op Narcissus, maar die ziet
zichzelf in het water en wordt verliefd op zijn spiegelbeeld)
godin van de dood en de onderwereld,
godin van de geboorte; vrouw van Seth; zus van o.m. Isis,
Osiris, Seth; Nephthys is
eigenlijk de Griekse benaming van deze Egyptische godin
god van bos en
veld, losbandigheid (dierlijk instinct); vaak afgebeeld als een mannenromp
met staart, bokkenpoten en hoorns (half mens, half dier); in het
Christendom werd ook de duivel op die manier uitgebeeld
god van schepping en ambachten
(o.m. pottenbakkers, smitsen, beeldhouwers); Ptah staat voor orde, rust,
stabiliteit, moraal (het tegenovergestelde van zijn vrouw Sechmet);
vanaf 18e dynastie smolten Ptah en Tatenen, beiden
goden van Memphis, tot Ptah-Tatenen
Poseidon
god van de zee, het water, aardbevingen en
paarden (bij de Romeinen Neptunus)
god van de zon, van
de schepping (in een ander verhaal is dat Ptah);
zoon van Neith ("de koe die Ra baarde"); Ra
versmolt met Amon tot de koning der goden Amon-Ra
godinnen die de
duur van een mensenleven bepalen (godinnen van het lot, de
lotsbestemming):
- Klotho / Clotho (spinster, spint de levensdraad; attribuut is een
spindel)
- Lachesis (houdt de gesponnen draad vast, bepaalt het lot via lootjes uit
een urn en ontrolt de levensdraad; attribuut is een staafje voor het lot,
of aardbol of griffel)
- Atropos (de onafwendbare, snijdt de levensdraad door; attribuut is
schrijftafeltje of zonnewijzer)
godin van genezing;
godin van oorlog;
dochter en beschermster van de zonnegod Ra (zie ook Oog
van Ra ); getrouwd met scheppingsgod Ptah;
gedaante van vrouw met leeuwinnenkop (zie deels
dier, deels mens)
godin van de maan,
genezing van ziekten, afwenden van de dood (bij de Romeinen Luna); Selene
was de godin van de volle maan, Artemis van de sikkelvormige maan en
Hecate de duisternis bij nieuwe maan)
god van chaos, storm, woestijn,
liefde, maar ook oorlog, onvruchtbaarheid, stof en kale grond; Seth was de
vijand van de mens (vermoordde zijn broer); man van Nephthys;
broer van Isis, Osiris, Nephthys
oergod,
aarde;
gedaante "man met kroon met ramshoorns, zonneschijf en twee
veren" ;
vanaf 18e dynastie smolten Ptah en Tatenen, beiden
goden van Memphis, tot Ptah-Tatenen
Egyptische god van
"maan, magie, kalender, schrijfkunst en wijsheid"; naam is
afgeleid van Egyptisch voor ibis; Thot wordt
voorgesteld als een man met de kop van een ibis (zie deels
dier, deels mens); (bij de Egyptenaren ook Anubis,
bij de Grieken Hermes, bij
de Romeinen Mercurius Psychopompos)
god van het
hemelrijk, de lucht en het weer (wind, regen, bliksem) (zus en echtgenoot
van Hera) (bij de Romeinen Jupiter; god van de donder
(bliksem) is bij de Germanen Donar en bij de Vikingen Thor)
Kleuren
(bijvoorbeeld bij bloemen of in schilderijen)
azuur
heraldiek:
- dag (overdag, de kleur is vrij fel blauw; verg. sabel voor nacht)
- de lucht
blauw
oprechtheid, trouw, verlangen, hoop, mysterie, het onbereikbare, oneindigheid, goddelijkheid, rust;
lucht, water
(Hebreeuws: blauw is tachol en chol is al, geheel)
De term symbool (zinnebeeld, voorstelling) is afkomstig van het
Latijnse symbolum (herkenningsteken, in chr. lat.: geloofsbelijdenis,
symbool) uit het Griekse grieks sumbolon (afgesproken herkenningsteken,
parool), van sumballesthai (samenkomen met, (z'n mening) toevoegen,
vergelijken), van sun (samen) en ballein (werpen).
Oorspronkelijk hadden twee mensen als herkenningsteken ieder een stuk van een gebroken voorwerp; men kon dan ter identificatie de beide stukken aan elkaar passen.
Bron Etymologiebank.