Renaissance
is Frans voor wedergeboorte; Rinascimento in het Italiaans. De Renaissance is de
bouwstijl van de 15e eeuw die
teruggrijpt op de klassieke bouwkunst van de
Romeinen maar daar een eigen
invulling aan heeft gegeven. Met de renaissance worden de Middeleeuwen
afgesloten.
De Renaissance wordt meestal in drie perioden ingedeeld:
- de Vroege Renaissance (1420-1500)
- de Hoog-Renaissance (1500-1535)
- de Laat-Renaissance of het Maniërisme (1520-1600).
Kenmerken van de Renaissance
- Herleving van de klassieke architectuur
Klassieke stijlkenmerken en stijlelementen, soms een kopie van de oude klassieke
stijl, vaak een eigen interpretatie. In de beeldhouwkunst werden weer klassieke
beelden gehouwen en de schilderkunst werd veel realistischer (denk
ook aan de realistische kleuren, de anatomie van de afgebeelde personen, de
exacte afbeeldingen en aan de perspectief). In de theaterwereld namen de komedies
en tragedies de plaats in van moraliserende religieus getinte toneelstukken.
- Ontwerpregels Er werd ontworpen op basis van een van te voren vastgesteld systeem van
regels vanuit de Romeinse bouwkunst (verhoudingen, vormkeuze, bouwvolume). Men
wilde de perfecte klassieke bouwkunst evenaren. (De laat-Gotiek had een minder
streng bouwplan.)
- Wetenschappelijk onderzoek De nadruk ligt niet op het onderworpen zijn aan de kerkelijke dogma's, maar
op de intellectuele prestaties, wetenschappelijk onderzoek
(kennis) en denken (ideeën).
Klassieke Latijnse en Griekse werken werden vertaald en bestudeerd. Dankzij de
uitvinding van de boekdrukkunst konden de werken eenvoudiger worden
vermenigvuldigd en door velen gelezen worden. In de wetenschap was de voertaal
Latijn (zoals nu het Engels als algemeen aanvaarde taal geldt in de
wetenschappen), maar veel werd ook vertaald in de volkstaal.
De mens, zijn intellectuele
capaciteiten en technische vaardigheden spelen een veel grotere rol dan in de tijd daarvoor.
Wetenschappers en handwerksmannen konden zich elders vestigen, wanneer hen dat
beter uitkwam. Door de gemakkelijke uitwisseling van ideeën en technieken waren
er veel innovaties.
Men begon te
twijfelen aan de tot dan toe vanzelfsprekende macht van de kerk. Het humanisme
komt op, dat zich o.m. richtte op dichtkunst, geschiedenis, filosofie en
welsprekendheid. De Renaissance omvat dus ook een herboren worden van kunst en
wetenschap. De Renaissance is de tijd van de grote ontdekkingsreizen.
- Perspectief Rond 1430 was het perspectief als wiskundige methode uitgevonden wat
belangrijke invloed had op de ruimtelijke opgave en ervaring. Het gebouw werd
een homogene compositie, één geheel. De term voor dit soort perspectief in de
schilderkunst is lineair perspectief (lijnperspectief): de diepte die je in het echt ziet,
wordt via lijnen naar één of meer verdwijnpunten, op het platte vlak
realistisch weergegeven.
- De naam van de kunstenaar De kunstenaar (architect, schilder, beeldhouwer) was niet langer anoniem en
bij voorkeur breed geöriënteerd ("uomo universale").
- Nieuwe gebouwtypen De villa als herenboerderij stond, naar Romeins voorbeeld, in nauwe relatie
met de omgeving, met de natuur. Uit de villa ontwikkelde zich de grote paleizen
met uitgestrekte parkomgeving. - Decoratieve elementen met nut De "decoratieve" bouwelementen als waterlijst,
kroonlijst, fronton
e.d. hadden wel degelijk hun nut als bescherming tegen het hemelwater.
Bouwkundige kenmerken van de Renaissance
- Het gebouw bestaat uit geometrische vormen, gescheiden of geaccentueerd door
pilasters
en lijsten (banden die uit de gevel komen) en later voluten en
rolwerk.
Veel pilasters waren boven elkaar toegepast, gescheiden door brede lijsten;
later in de Renaissance waren er veel brede doorlopende pilasters (vanaf begane grond over
meerdere verdiepingen, de zogenoemde "kolossale orde").
- De symmetrie is zeer belangrijk.
- Palazzi (grote herenhuizen) met binnenhoven (cortiles)
en rondgaande galerij, colonnades
en soms bogen; het geheel ontsloten door een poort.
- Rustica onderaan de buitengevel: zeer zware, ruw behakte blokken natuursteen
(gebosseerde natuursteen).
- Halfronde bogen (rondbogen) boven de muuropeningen.
- Lijsten in de vorm van o.m. waterlijsten
en grote kroonlijsten, mede als
visuele onderbreking.
- De middenpartij met portaal wordt krachtig uitgewerkt.
- Er kwamen hogere ramen (Laat-Renaissance).
- Sommige architecten hadden zeer strenge klassiek uitgangspunten (o.m. Palladio)
met een "laagsgewijze" opbouw.
- Er kwamen voorbeeldboeken (prentenboeken), bijvoorbeeld de ruim 30
ornamentboeken van Lieven de Key die veel geraadpleegd werden.
- In het Maniërisme (Laat-Renaissance) in Nederland worden al bekende
Hollandse kenmerken (horizontale belijning en banden, baksteen en spaarzaam
natuursteen, trapgevels, dunne ontlastingsbogen boven vensters) gecombineerd met klassieke kenmerken: bijvoorbeeld
trapgevels met rolwerk, voluten, bolvormige ornamenten, en gebruik van andere
versieringen zoals vrouwenfiguren.
- In de Nederlanden is vaak een combinatie te zien van Gotiek en Renaissance
in de toenmalige bouwkunst, de zogenoemde Hollandse Renaissance.
- Door sommige criticasters wordt de Renaissance beschouwd als een kunstvorm van
imitaties. Een uitspraak van Arild Rosenkrantz: "De Renaissance bereikte
met uiterlijke middelen (bijvoorbeeld via de studie van de anatomie) wat de
Grieken intuïtief hadden bereikt".
Historie
De Renaissance in de bouwkunst is begonnen in Italië, in Florence. De
kooplieden dreven handel met grote delen van Europa. In de 15e eeuw wilde de
heersende klasse zijn rijkdom tonen, o.m. door de kunst te stimuleren. De macht
van de kerk was voor de (zeer) rijke kooplieden minder belangrijk en de aandacht
vestigde zich meer op de mens en zijn denken en kunst dan op de religie. Toch
pakte ook de kerk de principes van de Renaissance op. De dom van Florence had
bijvoorbeeld een koepel nodig. Filippo Brunelleschi (1377-1446, oorspronkelijk
goudsmid en beeldhouwer) kreeg hiervoor de opdracht. De koepel had een diameter
van 42,5 m, de maximale overspanning met de toenmalige bouwtechnieken. Voor de
koepel gebruikte hij geen natuursteen maar bakstenen en een soort cement in een
speciaal metselverband waardoor de koepel zich als het ware zelf kon steunen.
Bijzonder aan deze opdracht is echter dat Brunelleschi als persoon
(individu) de verantwoordelijk bouwmeester was; bij de bouwwerken vóór de
Renaissance was de ontwerper vrijwel nooit bekend. Brunelleschi is ook niet meer
"meewerkend voorman" maar bepaalt volledig het ontwerp en de
uitvoering. De machtige ambachtslieden waren hierover verbolgen en er vielen
zelfs ontslagen. Brunelleschi kan beschouwd worden als de eerste architect
(even de Egyptenaren vergetend).
Brunelleschi was de eerste die perspectief gebruikte op het platte vlak, waarmee
hij ruimte en afstand suggereerde.
De ontwerpers/bouwmeesters (architecten) waren niet langer anoniem; er
werd zelfs een biografie over Brunelleschi geschreven door de kunsthistoricus
Vasari.
Brunelleschi zocht naar de principes van de Romeinse bouw (vandaar:
Renaissance is Wedergeboorte).
Belangrijke vertegenwoordigers van de Renaissance
Een aantal belangrijke vertegenwoordigers van de Renaissance:
- Bouwkunst: Filippo Brunelleschi (dom van de Santa Maria del Fiore, Florence,
start 1420; Palazzo Pitti, Florence, 1458), Bartolomeo Michelozzo (Palazzo
Riccardi, voorheen Palazzo Medici, Florence, 1444), Leon Battista Alberti
(Palazzo Rucellai, Florence, 1450), Andrea Palladio (Palazzo Valmarana, Vicenza;
Villa Capra of Villa Rotonda, 1540), Cornelis Floris de Vriendt (stadhuis
Antwerpen, 1561), Lieven de Key (Vleeshal Haarlem, 1602).
Schilders: Raphael Santi, Michelangelo Buonarrotti.
- Wetenschap: Gutenberg (boekdrukkunst), Leonardo Da Vinci, Galileo Galilei,
Nicolaus Copernicus, Niccolo Machiavelli.
- Literatuur, filosofie: Desiderius Erasmus, Thomas More (Thomas Morus), William
Shakespeare.
- Religie:
Maarten Luther.
klik op de meeste afbeeldingen voor groter!
rustica, waterlijsten, kroonlijst, rondbogen, bosseringen en symmetrie bij het palazzo
riccardi (voorheen medici), florence, 1444, arch. bartolomeo michelozzo:
rustica, rondbogen, bosseringen en klassiek in eenvoud, palazzo pitti,
florence, arch.
filippo brunelleschi, 1458:
pilasters boven elkaar, omvangrijke waterlijsten, geometrische vormgeving,
palazzo rucellai, florence, arch. leon battista alberti, 1450:
"kolossale orde" (doorlopende pilasters) bij het palazzo
valmarana, vicenza, arch. andrea palladio, 1565 (palazzo
valmarana braga):
maniërisme, laagsgewijze opbouw, villa capra of villa rotonda, andrea
palladio,
1540 (italian
architecture):
laat-renaissance, hoge ramen (de naar voren komende middenpartij is niet
echt renaissancistisch, de plint
daarentegen weer wel), stadhuis, antwerpen, arch. cornelis florisz. de
vriendt, 1561 (copyright tijl
vereenooghe, archeonet vlaanderen):
noord-nederlandse renaissance-kenmerken (voor de hollanders de "hollandse"
renaissance), nota bene met trapgevel
e.d., vleeshal, haarlem, arch. lieven de key, 1602:
colonnade en plein van de sint-pieter in rome, de overgang van
laat-renaissance naar barok:
`
de grote dom van de santa maria del
fiore, florence, start bouw 1420, arch. filippo Brunelleschi; klik
voor groter (mcgill
school of architecture; let ook op de los staande campanile):
engelse renaissance; elisabethan architecture, hardwick hall, uit
regeerperiode elisabeth i 1558-1603, zeer grote landhuizen, beetje
vierkant-achtig, symmetrisch,
hoge ramen, de loggia is italiaans (foto hardwick
hall, wikipedia):
Bron van deze tekst is vooral het boek Geschiedenis
van de bouwkunst van W.J. van Heuvel en ir. B.D. Verbrugge (uitgave 1996).