home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.

Het is al gelukt dat er bijna nergens woningen gebouwd mogen worden
nu wil GroenLinks overal betaald parkeren in Utrecht. 
Zie GroenLinks en de bizarre dwingelandij.

renaissance

 

renaissance (1450-1600)

Renaissance is Frans voor wedergeboorte; Rinascimento in het Italiaans. De Renaissance is de bouwstijl van de 15e eeuw die teruggrijpt op de klassieke bouwkunst van de Romeinen maar daar een eigen invulling aan heeft gegeven. Met de renaissance worden de Middeleeuwen afgesloten.

De Renaissance wordt meestal in drie perioden ingedeeld: 
- de Vroege Renaissance (1420-1500)
- de Hoog-Renaissance (1500-1535)
- de Laat-Renaissance of het Maniërisme (1520-1600).

Kenmerken van de Renaissance

- Herleving van de klassieke architectuur 
Klassieke stijlkenmerken en stijlelementen, soms een kopie van de oude klassieke stijl, vaak een eigen interpretatie. In de beeldhouwkunst werden weer klassieke beelden gehouwen en de schilderkunst werd veel realistischer (denk ook aan de realistische kleuren, de anatomie van de afgebeelde personen, de exacte afbeeldingen en aan de perspectief). In de theaterwereld namen de komedies en tragedies de plaats in van moraliserende religieus getinte toneelstukken.
- Ontwerpregels
Er werd ontworpen op basis van een van te voren vastgesteld systeem van regels vanuit de Romeinse bouwkunst (verhoudingen, vormkeuze, bouwvolume). Men wilde de perfecte klassieke bouwkunst evenaren. (De laat-Gotiek had een minder streng bouwplan.)
- Wetenschappelijk onderzoek
De nadruk ligt niet op het onderworpen zijn aan de kerkelijke dogma's, maar op de intellectuele prestaties, wetenschappelijk onderzoek (kennis) en denken (ideeën). Klassieke Latijnse en Griekse werken werden vertaald en bestudeerd. Dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst konden de werken eenvoudiger worden vermenigvuldigd en door velen gelezen worden. In de wetenschap was de voertaal Latijn (zoals nu het Engels als algemeen aanvaarde taal geldt in de wetenschappen), maar veel werd ook vertaald in de volkstaal. 
De mens, zijn intellectuele capaciteiten en technische vaardigheden spelen een veel grotere rol dan in de tijd daarvoor. Wetenschappers en handwerksmannen konden zich elders vestigen, wanneer hen dat beter uitkwam. Door de gemakkelijke uitwisseling van ideeën en technieken waren er veel innovaties
Men begon te twijfelen aan de tot dan toe vanzelfsprekende macht van de kerk. Het humanisme komt op, dat zich o.m. richtte op dichtkunst, geschiedenis, filosofie en welsprekendheid. De Renaissance omvat dus ook een herboren worden van kunst en wetenschap. De Renaissance is de tijd van de grote ontdekkingsreizen.
- Perspectief
Rond 1430 was het perspectief als wiskundige methode uitgevonden wat belangrijke invloed had op de ruimtelijke opgave en ervaring. Het gebouw werd een homogene compositie, één geheel. De term voor dit soort perspectief in de schilderkunst is lineair perspectief (lijnperspectief): de diepte die je in het echt ziet, wordt via lijnen naar één of meer verdwijnpunten, op het platte vlak realistisch weergegeven.
- De naam van de kunstenaar
De kunstenaar (architect, schilder, beeldhouwer) was niet langer anoniem en bij voorkeur breed geöriënteerd ("uomo universale").
- Nieuwe gebouwtypen
De villa als herenboerderij stond, naar Romeins voorbeeld, in nauwe relatie met de omgeving, met de natuur. Uit de villa ontwikkelde zich de grote paleizen met uitgestrekte parkomgeving.
- Decoratieve elementen met nut
De "decoratieve" bouwelementen als waterlijst, kroonlijst, fronton e.d. hadden wel degelijk hun nut als bescherming tegen het hemelwater.

Bouwkundige kenmerken van de Renaissance

- Het gebouw bestaat uit geometrische vormen, gescheiden of geaccentueerd door pilasters en lijsten (banden die uit de gevel komen) en later voluten en rolwerk. Veel pilasters waren boven elkaar toegepast, gescheiden door brede lijsten; later in de Renaissance waren er veel brede doorlopende pilasters (vanaf begane grond over meerdere verdiepingen, de zogenoemde "kolossale orde").
- De symmetrie is zeer belangrijk.
- Palazzi (grote herenhuizen) met binnenhoven (cortiles) en rondgaande galerij, colonnades en soms bogen; het geheel ontsloten door een poort.
- Rustica onderaan de buitengevel: zeer zware, ruw behakte blokken natuursteen (gebosseerde natuursteen).
- Halfronde bogen (rondbogen) boven de muuropeningen.
- Lijsten in de vorm van o.m. waterlijsten en grote kroonlijsten, mede als visuele onderbreking.
- De middenpartij met portaal wordt krachtig uitgewerkt.
- Er kwamen hogere ramen (Laat-Renaissance).
- Sommige architecten hadden zeer strenge klassiek uitgangspunten (o.m. Palladio) met een "laagsgewijze" opbouw.
- Er kwamen voorbeeldboeken (prentenboeken), bijvoorbeeld de ruim 30 ornamentboeken van Lieven de Key die veel geraadpleegd werden.
- In het Maniërisme (Laat-Renaissance) in Nederland worden al bekende Hollandse kenmerken (horizontale belijning en banden, baksteen en spaarzaam natuursteen, trapgevels, dunne ontlastingsbogen boven vensters) gecombineerd met klassieke kenmerken: bijvoorbeeld trapgevels met rolwerk, voluten, bolvormige ornamenten, en gebruik van andere versieringen zoals vrouwenfiguren.
- In de Nederlanden is vaak een combinatie te zien van Gotiek en Renaissance in de toenmalige bouwkunst, de zogenoemde Hollandse Renaissance.
- Door sommige criticasters wordt de Renaissance beschouwd als een kunstvorm van imitaties. Een uitspraak van Arild Rosenkrantz: "De Renaissance bereikte met uiterlijke middelen (bijvoorbeeld via de studie van de anatomie) wat de Grieken intuïtief hadden bereikt".

Historie

De Renaissance in de bouwkunst is begonnen in Italië, in Florence. De kooplieden dreven handel met grote delen van Europa. In de 15e eeuw wilde de heersende klasse zijn rijkdom tonen, o.m. door de kunst te stimuleren. De macht van de kerk was voor de (zeer) rijke kooplieden minder belangrijk en de aandacht vestigde zich meer op de mens en zijn denken en kunst dan op de religie. Toch pakte ook de kerk de principes van de Renaissance op. De dom van Florence had bijvoorbeeld een koepel nodig. Filippo Brunelleschi (1377-1446, oorspronkelijk goudsmid en beeldhouwer) kreeg hiervoor de opdracht. De koepel had een diameter van 42,5 m, de maximale overspanning met de toenmalige bouwtechnieken. Voor de koepel gebruikte hij geen natuursteen maar bakstenen en een soort cement in een speciaal metselverband waardoor de koepel zich als het ware zelf kon steunen. Bijzonder aan deze opdracht is echter dat Brunelleschi als persoon (individu) de verantwoordelijk bouwmeester was; bij de bouwwerken vóór de Renaissance was de ontwerper vrijwel nooit bekend. Brunelleschi is ook niet meer "meewerkend voorman" maar bepaalt volledig het ontwerp en de uitvoering. De machtige ambachtslieden waren hierover verbolgen en er vielen zelfs ontslagen. Brunelleschi kan beschouwd worden als de eerste architect (even de Egyptenaren vergetend).
Brunelleschi was de eerste die perspectief gebruikte op het platte vlak, waarmee hij ruimte en afstand suggereerde.
De ontwerpers/bouwmeesters (architecten) waren niet langer anoniem; er werd zelfs een biografie over Brunelleschi geschreven door de kunsthistoricus Vasari.
Brunelleschi zocht naar de principes van de Romeinse bouw (vandaar: Renaissance is Wedergeboorte).

Belangrijke vertegenwoordigers van de Renaissance

Een aantal belangrijke vertegenwoordigers van de Renaissance:
- Bouwkunst: Filippo Brunelleschi (dom van de Santa Maria del Fiore, Florence, start 1420; Palazzo Pitti, Florence, 1458), Bartolomeo Michelozzo (Palazzo Riccardi, voorheen Palazzo Medici, Florence, 1444), Leon Battista Alberti (Palazzo Rucellai, Florence, 1450), Andrea Palladio (Palazzo Valmarana, Vicenza; Villa Capra of Villa Rotonda, 1540), Cornelis Floris de Vriendt (stadhuis Antwerpen, 1561), Lieven de Key (Vleeshal Haarlem, 1602).
Schilders: Raphael Santi, Michelangelo Buonarrotti.
- Wetenschap: Gutenberg (boekdrukkunst), Leonardo Da Vinci, Galileo Galilei, Nicolaus Copernicus, Niccolo Machiavelli.
- Literatuur, filosofie: Desiderius Erasmus, Thomas More (Thomas Morus), William Shakespeare.
- Religie: Maarten Luther.


klik op de meeste afbeeldingen voor groter!

rustica, waterlijsten, kroonlijst, rondbogen, bosseringen en symmetrie bij het palazzo riccardi (voorheen medici), florence, 1444, arch. bartolomeo michelozzo:


rustica, rondbogen, bosseringen en klassiek in eenvoud, palazzo pitti, florence, arch. filippo brunelleschi, 1458:


pilasters boven elkaar, omvangrijke waterlijsten, geometrische vormgeving, palazzo rucellai, florence, arch. leon battista alberti, 1450:


"kolossale orde" (doorlopende pilasters) bij het palazzo valmarana, vicenza, arch. andrea palladio, 1565 (palazzo valmarana braga):


maniërisme, laagsgewijze opbouw, villa capra of villa rotonda, andrea palladio, 1540 (italian architecture): 


laat-renaissance, hoge ramen (de naar voren komende middenpartij is niet echt renaissancistisch, de plint daarentegen weer wel), stadhuis, antwerpen, arch. cornelis florisz. de vriendt, 1561 (copyright tijl vereenooghe, archeonet vlaanderen): 


noord-nederlandse renaissance-kenmerken (voor de hollanders de "hollandse" renaissance), nota bene met trapgevel e.d., vleeshal, haarlem, arch. lieven de key, 1602:


colonnade en plein van de sint-pieter in rome, de overgang van laat-renaissance naar barok:

`

de grote dom van de santa maria del fiore, florence, start bouw 1420, arch. filippo Brunelleschi;
klik voor groter (mcgill school of architecture; let ook op de los staande campanile):


engelse renaissance; elisabethan architecture, hardwick hall, uit regeerperiode elisabeth i 1558-1603, zeer grote landhuizen, beetje vierkant-achtig, symmetrisch, hoge ramen, de loggia is italiaans (foto hardwick hall, wikipedia):


Bron van deze tekst is vooral het boek Geschiedenis van de bouwkunst van W.J. van Heuvel en ir. B.D. Verbrugge (uitgave 1996).

Zie ook Neo-Renaissance.

Eng. Renaissance