ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ Toets
een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.
Het is al gelukt dat er bijna
nergens woningen gebouwd mogen worden,
nu wil GroenLinks overal
betaald parkeren in Utrecht.
Zie GroenLinks
en de bizarre dwingelandij.
Ook:
paringen, paringsmerk. Paringstekens zijn overeengekomen merktekens die op de verschillende bij elkaar behorende delen van een constructie worden geplaatst,
bijvoorbeeld om het linker- en het rechterdeel te kunnen onderscheiden (meestal
tekens op hout of steen). Vroeger
waren het vaak een aantal strepen die de paringen aangaven.
Samen met aanvulling van een cijfer is het doel van paringstekens om de delen in
de juiste volgorde en op de juiste plaats te leggen om ze later
op een correcte manier te bevestigen.
Aanvulling met een letter kan voor de volgorde zijn (A, B, C enz.) of voor de zijde van het te maken werkstuk (V=Voor, A=Achter
e.d., afbeelding direct hierboven).
Paringstekens worden vooral bij houten constructies toegepast. Het markeren van de
verschillende delen van de constructie gebeurt aan de voorzijde (zichtzijde) en
wel na het afzagen en schaven.
(Bij buitenschrijnwerk schijnen de paringstekens op de binnenzijde te
komen, niet de zichtzijde.) Paringstekens kwamen en komen nog wel eens
voor als de constructie complex
is, bv. bij gebinten.
Markeringen die alleen de volgorde aangeven, waarbij dus geen
sprake is van meer exemplaren die bij elkaar behoren (een
"paar" vormen), worden telmerken
genoemd. De cijfers als extra markering worden bij paringstekens
overigens ook telmerken genoemd.
De tekens werden in het hout gesneden (zgn. gehaalde tekens, bv. met een
guts),
gekrast (bv. met een beitel) of gehakt; tegenwoordig in het hout
geschreven, bv. met een rood potlood.
Ook in natuursteen kwamen deze tekens voor maar die werden er meestal in gehakt of met krijt aangegeven. Bij natuursteen worden in de steengroeve en in de werkplaats nog steeds tekens gebruikt om de locatie aan te geven waar het blok in de groeve
zich bevond,
een zgn. laagmerk.
Bij smeedijzer kwamen ingehakte merken voor om de plaats in het geheel aan te geven.
Naast paringstekens en telmerken zijn er nog andere merktekens
zoals de tekens die de plaats van de verbindingen aangeven op de
balken en de persoonsmerken van timmerlieden (foto rechts onderaan), trotseerloodjes
(waar tekens aangaven welke maker het was), graffiti
(op Romeinse dakpannen) of zilvermerken.
klik voor groter:
timmermanstekens of persoonstekens (zimmerin,
een duitse site voor timmerlieden):