BENG staat voor Bijna EnergieNeutraal Gebouw, een gebouw dat op jaarbasis gemiddeld even veel energie opwekt als wordt gebruikt voor "het gebouw" (verwarming, warm water,
ventilatie,
koeling), waarbij eisen gesteld zijn aan o.m. de maximale energiebehoefte en
minimale aandeel hernieuwbare energie.
Meestal wordt door pv-panelen
(zonnepanelen) alle of een groot deel van de voor de woning benodigde elektriciteit geleverd en
de warmte en koelte bij zeer goed geïsoleerde woningen door een warmtepomp.
Bij minder goed of slecht geïsoleerde woningen kan warmte-koude-opslag in de winter de benodigde warmte
leveren en in de zomer de benodigde
koelte. Voordeel van pv-panelen en warmte-koude-opslag is dat bij deze energiebronnen
veel energie zelf opgewekt wordt
en de energiekosten dus niet volledig bepaald worden door de leverancier; wanneer de warmtepomp
aangedreven wordt door zelf opgewekte elektriciteit geldt dat ook. (Als warmtebron kan ook een
aansluiting op het openbare warmtenet overwogen worden, maar de kosten daarvan zijn mede
afhankelijk van de internationale prijs van olie en aardgas en kunnen dus nogal
fluctueren.)
BENG is gestoeld op de Trias Energetica (ontstaan in 1979), een driestappenstrategie om een
energiezuinig ontwerp van een gebouw te maken:
(a) dring onnodig energieverbruik terug
(b) gebruik duurzame energie
(c) maak zuinig en zo efficiënt/schoon mogelijk gebruik van fossiele bronnen
(eigenlijk alleen als het niet anders kan).
De BENG-eisen gelden uitsluitend voor nieuwbouw, zowel woningen
als utiliteitsgebouwen. 1)
Bij aanvraag van een omgevingsvergunning
moet voldaan worden aan zowel de BENG-eisen (1, 2 en 3) als de eis
tegen temperatuuroverschrijding in de zomer (TOjuli).
Bij BENG wordt uitgegaan van drie energiezuinige eisen (de
BENG-indicatoren) en aan elk van die eisen moet worden voldaan:
ENERGIEBEHOEFTE
BENG eis 1
is de maximale energiebehoefte en gaat over de energiebehoefte van
"het gebouw": de hoeveelheid energie die een gebouw nodig heeft
voor verwarming
en koeling, bij elkaar opgeteld. De gebouwschil moet zeer goed zijn
geïsoleerd en vrijwel kierdicht zijn.
De energiebehoefte kan worden ingevuld met hernieuwbare en/of met fossiele
energie.
Deze eis beoogt de energiebehoefte van "het gebouw" te verminderen
en kijkt naar een optimale kwaliteit van de gebouwschil waarbij een
rol spelen:
- de verhouding glas t.o.v. dichte gevel
- de mate van isolatie
(gevels, vloeren, daken, ramen, deuren e.d.)
-
de aanwezigheid van koudebruggen
- de mate van kierdichting
- de ligging van het gebouw (in de winter warmtewinst door zoninstraling op zuid;
in de zomer schaduw
door belemmeringen, ook door overstekken)
- de vorm (geometrie) van het gebouw (de geometrieverhouding tussen
de zogenoemde verliesoppervlakte
en de gebruiksoppervlakte).
Niet alleen isolatie, maar juist het samenspel van alle bovenstaande factoren zijn van belang om de energiebehoefte van een gebouw zo veel mogelijk te beperken.
Vooral het toepassen van drievoudig isolatieglas
(triple glas, zie bij dubbelglas) brengt de energiebehoefte terug.
Belangrijk voor BENG-1 is daarom ook de verhouding tussen de verliesoppervlakte
en de gebruiksoppervlakte. Er wordt gekeken naar de hoeveelheid oppervlak waardoor het gebouw warmte kan verliezen (bijvoorbeeld via dak,
vloer of gevel). Dit is de verliesoppervlakte (Als ofwel Area loss). Dit wordt afgezet tegen de hoeveelheid gebruiksoppervlak
(Ag ofwel Area gebruiker, gebruikersoppervlak) van het gebouw. Deze
geometrieverhouding wordt aangegeven met Als/Ag.
Een term die wel eens gebruikt wordt is compactheid: hoe minder verliesoppervlakte een gebouw
heeft en hoe minder complexe vormen met uitbouwen, des te
compacter is het. "Een compacte woning heeft relatief weinig buitenmuren en verliest daardoor minder energie."
(Hoeveel oppervlakte raam- en deuropeningen innemen van de gevels speelt
uiteraard ook een rol.)
BENG-1 is gesteld in kWh per m2 gebruiksoppervlak (GO
of GBO)
per jaar.
PRIMAIR
FOSSIEL ENERGIEGEBRUIK
BENG eis 2
is het maximale primair fossiel energiegebruik en gaat over de energiebehoefte van
installaties van een gebouw met betrekking tot koelen, verwarmen,
bereiding warmtapwater en
ventilatie, en bij utiliteitsgebouwen ook nog verlichting en luchtbevochtigers.
Een groot voordeel is dat de opgewekte energie van pv-panelen
(zonnepanelen) en andere hernieuwbare energiebronnen mogen van het primair
fossiel energiegebruik worden afgetrokken. Motivatie van deze regeling:
het fossiele energiegebruik vermindert indien zelf (niet-fossiele) energie
wordt opgewekt, wat ook het belang van eis-3 aangeeft.
Voor deze BENG-bepaling is het installeren van een aantal zonnepanelen
meestal vereist. Voor een extreem goed geïsoleerde woning zijn soms
zonnepanelen niet vereist omdat die al aan de BENG-2-eis voldoen. Wanneer er meer zonnepanelen geïnstalleerd worden dan
nodig zijn om aan de BENG-2- en -3-eis te voldoen, dan compenseert dat niet
eventuele nadelige aspecten van BENG-1 (bij de EPC-berekening speelde
dat wel een rol).
Het verschil tussen het primair fossiel energiegebruik
(eis 2) en de energiebehoefte (eis 1): bij primair fossiel energiegebruik worden de systeemverliezen (zoals leidingverliezen bij verwarming), hulpenergie (zoals pompen) en het rendement van de opwekkers (zoals
cv-ketel en warmtepomp)
meegenomen; bij energiebehoefte is dat niet het geval.
BENG-2 is gesteld in kWh per m2 gebruiksoppervlak (GBO) per
jaar.
AANDEEL
HERNIEUWBARE ENERGIE
BENG eis 3
is het minimale aandeel hernieuwbare energie en gaat over het feit dat een deel van de
benodigde energie afkomstig moet zijn uit een
hernieuwbare bron. Denk hierbij aan zonnepanelen; ook een biomassaketel
en stadsverwarming behoren hierbij, maar
die bronnen zijn discutabel, vooral biomassa).
Het aandeel hernieuwbare energie is de hoeveelheid hernieuwbare energie
gedeeld door het totaal van hernieuwbare energie en primair fossiel energiegebruik.
Tips om aan BENG-3 te voldoen (mocht er iets tegenzitten):
- Breng de energiebehoefte omlaag, dan is het aandeel hernieuwbare energie
gemakkelijker te behalen.
Voorbeelden warmtebehoefte verlagen: bouw compact, extra isolatie gevel
vloer dak ramen, dus zorg voor zeer hoge Rc-waardes
en zeer lage U-waardedubbelglas
(eventueel triple glas) en kozijn, bouw luchtdicht
(Qv10), op het zuiden meer ramen en op het noorden minder (voor de bewoner
liever niet op begane grond kleiner), overstek tegen warmte in zomer,
eventueel toepassen uitgebreide methode lineaire koudebruggen,
eventueel meer gebouwmassa.
Voorbeelden koudebehoefte verlagen: buitenzonwering,
nachtventilatie, eventueel
zonwerend glas, actieve koeling.
- Houd rekening met (extra) plaats voor pv-panelen
en/of zonneboilers.
- Toepassen warmte-koude-opslag
(warmtepomp met bron bodem).
- Warmteterugwinning in
ventilatiesysteem en eventueel douche.
- Maak (tijdens de bouw) foto's van de aansluiting van de isolatiematerialen of
infrarood foto's (anders moet de
Rc-waarde met 10% verlaagd worden?). Kunnen de infrarood foto's ook na
oplevering plaatsvinden?
BENG-3, de eis van duurzame energie, is uitgedrukt in een percentage.
De drie BENG-eisen per soort gebouw (soort functie), in tabelvorm. Alle functies zijn
vermeld. De hier vermelde waarden van de BENG-eisen zijn maximale waarden (vandaar
overal het teken <=); de werkelijke waarden dienen uiteraard zo laag mogelijk
zijn.
De benamingen in de tabel zijn tekstueel wellicht wat wonderlijk om ook op een
smartphone goed zichtbaar te zijn... (klik
hier voor een iets beperkter tabel in afbeeldingvorm, van Nieman Raadgevende
Ingenieurs)
soort gebouw
soort functie
BENG-1 1)
energie behoefte,
verhoud. Als/Ag
BENG-1 2)
6) energie behoefte,
eis kWh/m2jr
BENG-2
primair fossiel energie gebruik kWh/m2jr
BENG-3
aandeel hernwb energie
%
grond gebonden woning 2) 3)
Als/Ag <=
1,5
<= 55
<= 30
>= 50%
1,5 < Als/Ag
<= 3,0
<= 55 + 30 * (Als/Ag
- 1,5)
Als/Ag
> 3,0
<= 100 + 50 * (Als/Ag
- 3,0)
woon-
gebouw 2) 3) 4)
Als/Ag <=
1,83
<= 65
<= 50
>= 40%
1,83 < Als/Ag
<= 3,0
<= 55 + 30 * (Als/Ag
- 1,5)
Als/Ag
> 3,0
<= 100 + 50 *(Als/Ag
- 3,0)
woon-
wagen
Als/Ag
is hier n.v.t.
<= 100 + 30 * (Als/Ag
- 2,0)
<= 60
>= 50%
woon-
boot
nwe ligpl.
Als/Ag
is hier n.v.t.
<= 80 + 30 * (Als/Ag
- 1,5)
<= 50
>= 50%
woon-
boot
best. ligpl.
Als/Ag
is hier n.v.t.
<= 80 + 30 * (Als/Ag
- 1,5)
<= 70
>= 50%
bijeenk.:
kinder-
opvang
Als/Ag
<= 1,8
<= 160
<= 70
>= 40%
Als/Ag
> 1,8
<= 160 + 30 * (Als/Ag
- 1,8)
bijeenk.:
andere
Als/Ag
<= 1,8
<= 90
<= 60
>= 30%
Als/Ag
> 1,8
<= 90 + 30 * (Als/Ag
- 1,8)
celfunct.
Als/Ag
<= 1,8
<= 160
<= 120
>= 30%
Als/Ag
> 1,8
<= 160 + 35 * (Als/Ag
- 1,8)
gezondh.:
zieken-
huizen 5)
Als/Ag
is hier n.v.t.
<= 350
<= 130
>= 30%
gezondh.:
andere 5)
Als/Ag
<= 1,8
<= 90
<= 50
>= 40
Als/Ag
> 1,8
<= 90 + 35 * (Als/Ag
- 1,8)
industrie
geen eis
geen eis
geen eis
geen eis
kantoor
Als/Ag
<= 1,8
<= 90
<= 40
>= 30%
Als/Ag
> 1,8
<= 90 + 30 * (Als/Ag
- 1,8)
logies:
logiesgeb.
Als/Ag
<= 1,8
<= 100
<= 130
>= 40%
Als/Ag
> 1,8
<= 100 + 35 * (Als/Ag
- 1,8)
logies:
andere
Als/Ag <=
1,5
<= 55
>= 40
>= 50%
1,5 < Als/Ag
<= 3,0
<= 55 + 30 * (Als/Ag
- 1,5)
Als/Ag
> 3,0
<= 100 + 50 * (Als/Ag
- 3,0)
onderwijs
Als/Ag
<= 1,8
<= 190
<= 70
>= 40%
Als/Ag
> 1,8
<= 190 + 30 * (Als/Ag
- 1,8)
sport
Als/Ag
<= 1,8
<= 40
<= 90
>= 30%
Als/Ag
> 1,8
<= 40 + 15 * (Als/Ag
- 1,8)
winkel
Als/Ag
<= 1,8
<= 70
<= 60
>= 30%
Als/Ag
> 1,8
<= 70 + 30 * (Als/Ag
- 1,8)
overige
gebr. functie
geen eis
geen eis
geen eis
geen eis
bouwwerk geen gebouw
geen eis
geen eis
geen eis
geen eis
1) Als = verliesoppervlakte
(oppervlakte van dak, gevel e.d.; "A" staat voor Area en
"ls" staat voor loss, d.w.z. oppervlakte verlies)
(verliesoppervlakte is het totaal van de oppervlakten van alle
constructies van een gebouw die rekenzones omsluiten en waardoor
thermische energie naar of vanuit het buitenklimaat of naar of
vanuit aangrenzende ruimten wordt getransporteerd;
opmerking 1 bij
de term: de verliesoppervlakte wordt bepaald door de geprojecteerde
oppervlakten van de scheidingsconstructies te vermenigvuldigen met
een weegfactor die afhankelijk is van het type begrenzing;
opmerking
2 bij de term: zie bijlage K van NTA 8800 voor de bepaling van de
geprojecteerde oppervlakte van de scheidingsconstructie)
Ag = gebruiksoppervlakte (GO, GBO) 2) grondgebonden woningen en woongebouwen met een lichte
bouwconstructie krijgen een toeslag van 5 kWh/m2.jr voor
BENG-1 (zie ook bij Opmerkingen hieronder) 3)
een grondgebonden woning is officieel in dit kader "andere woon
functie" en bijvoorbeeld een rijtjeshuis (rijwoning), hoekhuis, twee onder 1 kap,
vrijstaande woning;
een woongebouw is bijvoorbeeld een appartementencomplex of een
gebouw voor studentenhuisvesting 4) "een woongebouw hoeft niet te voldoen an
de minimumwaarde voor het aandeel hernieuwbare energie voor zover
het als gevolg van locatiegebonden omstandigheden niet mogelijk is
daaraan te voldoen" 5) ziekenhuis heeft officieel "gezondheidszorg met bedgebied",
dus naast ziekenhuis ook specifieke vormen van psychiatrische
inrichting e.d.; "andere" omvat waarschijnlijk
bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk (normaliter geen bedgebied
immers); een verpleeghuis heeft naast de gezondheidszorgfunctie ook
een woonfunctie 6) grondgebonden woningen, woongebouwen en
vakantiewoningen met een lichte
bouwconstructie (houtskeletbouw
of staalframebouw, tiny houses en andere minder warmte-accumulerende
woningen) hebben een grotere energiebehoefte omdat zij minder massa hebben en
daarom minder warmte vasthouden; zij konden de nieuwe eisen niet halen; de
BENG-1-eis voor lichte en gemengde constructies ligt daarom 5 kWh/m2jr hoger
(mits de
gewogen gemiddelde specifieke interne warmtecapaciteit 180 kJ/m2K of minder is,
"wat veelal overeen komt met een massa van de constructie < 500 kg/m2")
Opmerkingen
- "Indien er kopersopties zijn toegepast, zoals een uitbouw,
dakkapel, dakraam of andere pui-indeling,
dan wordt de invloed hiervan meegenomen in de berekening." Van de
standaard-kopersopties moeten de gevolgen voor de BENG-berekening bepaald zijn
en bekend zijn gemaakt. Bijvoorbeeld een uitbouw op de begane grond van een
woning geeft meer meer verliesoppervlakte naar buiten toe, wat gevolgen heeft voor de
BENG-berekening. De gevolgen van afwijkingen ná die fase moeten apart berekend
worden, dus ook die van de kopersopties die pas na de ontwerpfase toegevoegd
zijn aan de woning.
- Met betrekking tot BENG-1 zijn kenmerkende geometrieoppervlakken (waarden Als/Ag) bij woningen, zéér grof gesteld:
. appartementengebouwen: 0,8-1,8
. tussenwoningen: 1,2-2
. hoekwoningen en twee-onder-een-kap: 1,6-2,4 (relatief groot schilopervlak 2,4)
. vrijstaande woningen: 1,8-3.
De BENG-2 eis voor nieuwbouw
grondgebonden woningen en woongebouwen is vanaf 1 januari 2021 resp. 30 en 50
kWh/m2.jr.
Het energielabel van nieuwbouw
grondgebonden BENG woningen en BENG woongebouwen mag daarom uitsluitend A+++ of,
bij voorkeur, A++++
zijn.
Let op: voor bestaande bouw
gelden geen BENG-eisen.
Totaalpakket
Niet alleen isolatie, energiezuinige apparatuur en de hoeveelheid zelf-opgewekte energie zijn hier belangrijk, ook
spelen mee:
- kierdichtheid (luchtdichtheid, "voldoen aan BENG begint met een luchtdichte
gebouwschil")
- oriëntatie op de zon (winter, gratis verwarming)
- goede, flexibele
mate van zonwering (zomer, gratis koeling).
Wanneer een gebouw in gebruik is, is het zeer veel moeilijker om
op een nette en betaalbare manier isolatie, kierdichtheid en ventilatie te
corrigeren.
Omdat isolatie, kierdichtheid en ventilatie basisaspecten zijn voor een energetisch zuinig maar ook gezond
gebouw, zijn er hulpmiddelen nodig om die te controleren voordat het gebouw
afgewerkt wordt:
- de luchtdichtheid wordt gecontroleerd door de
blower-door-test en in bepaalde gevallen door een infraroodfoto
(thermografische foto, thermische foto)
- de isolatie wordt gecontroleerd door een infraroodfoto
- de ventilatie wordt gecontroleerd met speciale apparatuur zoals debietmeters
(flowmeters).
"Betere isolatie en betere luchtdichtheid zijn consequenties van de
eisen. Hierdoor wordt het realiseren van een gezond binnenklimaat in hogere
mate afhankelijk van de voorzieningen voor de luchtverversing in de gebouwen.
Bij de verdere ontwikkeling van bijna-energieneutrale concepten is dit een
belangrijk aandachtspunt. Van belang is dat ontwerpers van gebouwen in hun
ontwerp met de circulatiestromen van koude lucht in een gebouw rekening houden
en dat uitvoerders het ontwerp op dit punt goed uitvoeren."
Opmerkingen:
- Bij grotere projecten vindt er wel eens een controle plaats op luchtdichtheid
(vaak maar bij één woning), maar er is geen verplichte controle op correcte
kierdichting, zoals dat wel in Duitsland gebeurt, per woning. We zijn bij
ons dus nog altijd overgeleverd aan het verantwoordelijkheidsgevoel van
ontwerper, aannemer en installateur...
- Wanneer niet voldaan wordt aan goed uitgevoerde isolatie en
kierdichting, zal de altijd krap berekende capaciteit van het
verwarmingssysteem (bij nieuwbouw vaak warmtepomp
e.d.) onvoldoende zijn om een wat strengere winter een behaaglijke temperatuur
in het gebouw te hebben. De cv-ketel heeft bijna altijd een ruimte capaciteit,
maar bij een warmtepomp wordt de capaciteit meestal zeer krap berekend, vaak
zelfs té krap als er sprake is van warmteterugwinning.
Controle op juistheid en capaciteit van het ventilatiesysteem is lastig wanneer
het systeem nog niet is ingeregeld, maar er moet een modus te vinden zijn om in
ieder geval bepaalde basiswaarden te verifiëren.
Wat betreft het type ventilatiesysteem is uit berekeningen van energieprestaties
gebleken dat mechanische
ventilatie (ventilatietype C) gelijk presteert aan balansventilatie
(ventilatietype D); voor ontwerpers van gebouwen kan dit de
luchttoevoer vereenvoudigen; wel zijn er aanvullende eisen voor de
ventilatieroosters zoals winddrukgeregelde roosters; zie eventueel de pdf Mechanische
ventilatie in woningen.
In hete zomers is nachtventilatie
aan te bevelen, omdat dat op een eenvoudige manier de lucht in huis, maar ook muren e.d. wat af
kan koelen (in ieder geval 's nachts).
De RVO verwoordt het in de pdf Referentie
gebouwen BENG zo:
"De volgende geometrie parameters zijn van invloed op de energieprestatieresultaten van de referentiegebouwen:
- gebouwvorm
- compactheid
- oriëntatie
- verhouding tussen open en dichte delen (per oriëntatie)
- verhouding tussen het kozijn- en glasoppervlak bij open delen
- beschaduwing (ook van buiten het kavel) en zonwering
- detaillering bij kozijnen en andere aansluitingen
- dakoppervlak voor PV (afhankelijk van geveldikte en dak overstek)."
Er zijn een aantal voorbeeldprojecten BENG Woningbouw geweest waardoor meer
inzicht in de problematiek werd verkregen: - BENG voorbeeldconcepten woningbouw
(van DGMR in opdracht van de
Rijksoverheid RVO).
Gegeven: een grondgebonden woning (in jargon woning - woonfunctie - andere
woonfunctie) met een relatief groot schiloppervlak.
De geometrieverhouding is berekend uit Als/Ag dus verliesoppervlakte (oppervlakte van dak, gevel
e.d.) / gebruiksoppervlak (GO, GBO)
en heeft gegeven 2,4.
De tabel met soort gebouw / soort functie geeft bij
geometrieoppervlak 2,4
(onderdeel 1,5 < Als/Ag <= 3,0)
een energiebehoefte BENG-1 van
max. 55 + 30 * (2,4 - 1,5) = 55 + 30 * (0,9)
= 82 kWh/m2 per jaar.
Dit
betekent een maximaal warmteverlies van 82 kWh/m2 per jaar. (Voor
bijvoorbeeld een hsb-woning mag dat 82 + 5 = 87 kWh/m2 per jaar zijn.)
Hoe de warmtevraag (het "werkelijk" berekende warmteverlies)
van deze specifieke woning bepaald wordt, is een ander verhaal (op internet zijn
rekentools te gebruiken). Warmtevraag e.d. wordt ook bepaald bij de vaststelling
van het energielabel.
"Om een NTA 8800 berekening af te melden moet het bedrijf en de adviseur BRL 9500 gecertificeerd zijn, daarnaast moet de software BRL 9501 gecertificeerd zijn."
Bedrijven die (ook) gespecialiseerd zijn op BENG-berekening zijn o.m.:
Gebouwgebonden (bijna) energieneutrale woning (eis EU) moet energielabel A+++ of
A++++ hebben.
"Hoe wordt geborgd dat energieprestatie-adviseurs [EP-adviseurs] op exact dezelfde wijze de verstrekte informatie beoordelen?
De EP-adviseur toetst, maakt de berekening en registreert de berekening. De Rijksoverheid genereert een energielabel op basis van de geregistreerde energieprestatie in EP-online. Het bevoegd gezag toetst of de geregistreerde berekening aan de eisen voldoet. De kwaliteit is geborgd via de beoordelingsrichtlijn BRL 9500. Registraties mogen worden uitgevoerd door bedrijven die zijn gecertificeerd volgens deze beoordelingsrichtlijn. Voor de berekening wordt gebruik gemaakt van adviseurs met een bewijs van vakbekwaamheid (voor nieuwbouw woningen: EP-W/D). Naleving van de richtlijn wordt door certificerende instellingen gecontroleerd met onder andere interne audits en steekproeven."
(Bron Lente-akkoord.)
Tabel energielabelen primair fossiel energiegebruik BENG-2 in
kWh/m2jr en tabel energielabel en WWS-puntensysteem (huurhuizen)
tabel energielabel en WWS-puntensysteem (WoningWaarderingsStelsel);
het WWS-puntensysteem is medebepalend voor de hoogte van de huur (de huurprijs)
van een woonruimte;
het aantal m2 van de woning (Ag) heeft betrekking op de gebruiksoppervlakte van de
woning;
in onderstaande tabel uitsluitend de eengezinswoningen vermeld, niet de
meergezinswoningen en andere functies zoals kantoren:
De TOjuli-indicator geeft aan of een gebouw(installatie) in staat is
bij hoge buitentemperaturen toch voor een comfortabel binnenklimaat te zorgen. De indicator
is gesteld op de maximumwaarde 1,20 (een dimensieloos getal).
De TOjuli geeft aan in welke mate het risico op
oververhitting in de zomer is beperkt.
De TOjuli rolt automatisch uit de BENG-berekening; er is dus geen speciale extra
berekening voor nodig.
De TOjuli kan voor appartementen een belangrijke eis zijn wanneer die
appartementen de benodigde elektriciteit niet (volledig) zelf kunnen opwekken,
bijvoorbeeld als niet alle daken en gevels zijn belegd met pv-panelen.
Maatregelen om de temperatuuroverschrijding te beperken, kunnen de
energiebehoefte vergroten en daarmee de BENG-eisen in gevaar brengen. Om goede
afwegingen mogelijk te maken, dient vanaf de ontwerpfase met alle
eisen rekening gehouden te worden (BENG én TOjuli) .
Indien er actieve koeling is (airco, koeling via warmtepomp, koude uit
warmte-koude-opslag o.d.) wordt verondersteld dat de oververhitting voldoende
begrensd wordt. De TOjuli-indicator wordt automatisch op 0,0 gezet en speelt in
dit geval dus geen enkele rol!
"Indien TOjuli de grenswaarde van 1,20 overschrijdt mag aan de hand van een
dynamisch simualtieprogramma alsnog aangetoond worden dat het risico op
overhitting acceptabel blijft." Indien de grenswaarde wordt overschreden
kan alsnog aan de TOjuli eis worden voldoen (met dank aan Isover):
- Via passieve maatregelen (zonwering
buiten, langere en bredere overstekken, kleinere ramen,
zonwerend glas, spuiventilatie of,
in het ontwerpstadium, de woning iets anders
op de zon richten). Tot ca. 60% raamoppervlak
per gevel kan zonwering buiten al voldoende zijn. Vooral op het zuiden kan een
overstek zeer effectief zijn. Minder raamopeningen op het noorden (NW, N, NO)
werkt ook gunstig voor BENG-1 omdat glas toch minder isoleert dan geïsoleerde
muren. Nadeel van kleinere raamopeningen en van zonwerend glas is
dat in de winter minder warmte de woning binnenkomt. Mogelijke nadeel bij
zonwerende beglazing: ook het doorzicht kan wellicht minder goed zijn?
- Omdat TOjuli een indicatiegetal is en uit de berekening van de BENG volgt, kan een
berekening
met een dynamisch simulatieprogramma (temperatuuroverschrijdingsberekening), alsnog
aantonen dat het risico op oververhitting acceptabel blijft. De referentie Gewogen
Temperatuuroverschrijding (GTO) is daarvoor in het leven geroepen (totaal aantal uur van
overschrijding én de mate van de overschrijding).
- Het (alsnog) toepassen van een actief koelsysteem waardoor de TOjuli per
definitie nul is.
Opmerkingen - Voor actieve koeling is het ook van belang om te kijken welke koelinstallatie wordt toegepast: het verbruik van de installatie
wordt meegenomen in BENG-2 en een hoger primair energieverbruik kan ervoor zorgen dat de woning
een minder goed energielabel krijgt of zelfs niet aan BENG- 2 eis wordt
voldaan.
- Nachtventilatie maakt de kans op
oververhitting overdag kleiner.
-
Actieve koeling in een gebouw kan uiteraard de temperatuur aangenaam houden of
maken, maar dat kan tegen BENG-eis 2 ingaan (energieverbruik). Omdat voor
BENG-woningen eigenlijk altijd pv-panelen vereist zijn, kunnen die ook de
elektriciteit leveren die benodigd is voor koeling. In dat geval is altijd
"gratis groene koeling" beschikbaar tijdens hete zomerdagen (de zon
schijnt vaak en krachtig in de zomer).
Waarschijnlijk is het potentiële probleem "TOjuli" door de eigen
energievoorziening met zonnepanelen ooit achterhaald.
- Zomercomfort
in nieuwe woningen - de TOjuli-eis voor de kans op temperatuuroverschrijding
(ZEN factsheet Lente-akkoord; ZEN staat voor Zeer Energiezuinige Nieuwbouw).
- Koel houden van je huis en
jezelf in de zomer.
- Verbruik
van elektra en gas in een
woonhuis.
- Of
muren met meer of minder massa gewenst zijn, is afhankelijk van welke
bouwwijze men zelf wenst en hoe de exacte situatie is. Het blijkt dat woningen
met meer massa sneller voldoen aan de BENG-eisen dan woningen met lichte
constructies (houtskeletbouw e.d.);
daarom is de BENG-eis voor die woningen met 5 kWh/m2 per jaar verhoogd. Voordeel van meer massa (een materiaal met een hogere warmtecapaciteit
of meer dikte) is: de massa kan meer warmte opnemen en afstaan wat een
geleidelijke temperatuurstijging en -daling in de ruimte tot gevolg heeft en dus
comfortabel aanvoelt (in de winter kan de zon de
muren meer verwarmen waardoor na zonsondergang minder energie nodig is om de
temperatuur op peil te houden; in de zomer wordt het overdag niet zo snel warm
omdat de muren warmte opnemen). Nadeel van meer massa is: in de zomer wordt meer warmte opgenomen die
's nachts in huis blijft hangen
(wellicht dat nachtventilatie een oplossing is) en in de winter is theoretisch overdag meer energie nodig om muren e.d. op te
warmen (als die in de nacht hun warmte hebben verloren), maar bij de huidige extreme
isolatie speelt de temperatuurdaling 's nachts nauwelijks een rol. Voordeel
van minder massa is: er is in de winter minder energie nodig om de ruimte te verwarmen
(de muren nemen veel minder warmte op dan bij "meer massa"). Nadeel van minder massa is: bij veel zoninstraling is de
temperatuur in huis snel hoog (de muren nemen nauwelijks iets op) en na
verdwijnen van de zon (vooral in de winter) of lager zetten van de verwarming daalt de temperatuur
sneller (maar bij zeer goede isolatie speelt dat een wat geringere rol). Voor
slecht geïsoleerde woningen zou "minder massa" voordelig zijn omdat
dan minder warmte opgeslagen wordt in de muren (warmte die bij slechte isolatie
's nachts weer verdwijnt).
Door zeer goede isolatie en 's zomers goede zonwering en eventueel
nachtventilatie is bij nieuwe woningen "meer of minder massa" niet zo
belangrijk meer.
Omdat niet meer NEN 1068 maar NTA 8800 de (minimale) warmteweerstand
bepaalt, zijn er ook andere waarden voor de minimale warmteweerstand (R-waarde):
- Rc vloer minimaal 3,7 m2K/W (was: 3,5)
- Rc gevel minimaal 4,7 m2K/W (was: 4,5)
- Rc dak minimaal 6,3 m2K/W (was: 6,0).
De bepalingsmethode van de energieprestatie van alle (nieuwe) gebouwen is
vermeld in NTA 8800 (NEN).
Kijk voor meer informatie op de site Energieprestatie van gebouwen (EPG).
Andere benamingen in deze context
- Nearly Zero Energy Building (NZEB), de Engelse term voor BENG; let
op: nZEB staat helaas soms ook voor net Zero Energy Building, een gebouw dat netto geen energie "van buiten" nodig heeft (zo'n gebouw kan wel of niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten; wanneer het niet eraan verbonden is, noemen we het meestal simpelweg ZEB; wanneer het wel aan het elektriciteitsnet is aangesloten, kan er stroom worden afgenomen en stroom worden geleverd, met minimaal per jaar een netto gebruik van nul)
- Zero Energy Building (ZEB), een gebouw dat geen energie behoeft van
energieleveranciers zoals het gas- en elektriciteitsbedrijf (dat dus zelf
de benodigde energie opwekt)
- Affordable Zero Energy Building (AZEB) is de naam van het Europees Horizon 2020 project
AZEB met als doel oplossingen te
presenteren om voor een redelijke prijs naar BENG of ZEB te gaan
- Bijna EngerieNeutraal (BEN), in Vlaanderen de term voor BENG
- Quasi Zéro Energie (Q-ZEN) in Wallonië de term voor BENG
- Zeer Energiezuinige Nieuwbouw (ZEN), een
soort ombuiging van energiezuinig naar juist energieleverend
-
Nul Op de Meter (NOM), vaak geschreven als nul-op-de-meter: elektriciteit leveren aan en elektriciteit gebruiken van het openbare net waardoor, na een jaar, netto nul op de meter staat; bij nul-op-de-meter wordt alle elektriciteit gerekend, ook die van bijvoorbeeld de tv en de
wasmachine.
1)
De BENG-eisen hebben de EPC-normering vervangen
(1-1-2021). Een aspect van de EPC was bijvoorbeeld dat een minder goed isolerende
gebouwschil gecompenseerd kon worden met een aantal zonnepanelen extra. Dat
geldt overigens voor BENG nog meer om aan BENG-eisen 2 en 3 te voldoen. BENG
volgt de NTA 8800 rekenmethode. (Terug)