De g-waarde
(g van solar gain) is de totale waarde van lichtdoorlatendheid van
zonne-energie (warmte) onder een invalshoek van 90 graden, dus loodrecht op het glas.
(De oude ZTA-waarde die waarschijnlijk alleen
in Nederland werd gebruikt, gaf de zontoetreding weer onder een hoek van 45
graden, omdat dat ongeveer de gemiddelde invalshoek is van zonlicht in
Nederland.)
De g-waarde is dus een maat voor de warmte-binnenkomst via zonnestraling door
een glasruit en speelt een grote rol bij het bepalen welke soort zonwerend
glas vereist is.
De g-waarde is de verhouding tussen de totale hoeveelheid zonne-energie die door
de beglazing een ruimte binnenkomt (direct en indirect) en de hoeveelheid loodrecht
op het glas vallende zonne-energie. Deze totale hoeveelheid zonnewarmtetoetreding
is
dus de som van de direct doorgelaten zonne-energie (lichtdoorlatendheid te)
en de energie die na absorptie door de beglazing alsnog naar de binnenruimte wordt uitgestraald
(warmte qi).
De g-waarde is een productgegeven van een glassysteem en ligt tussen 0 en 1
(vandaar de benaming factor). Met glassysteem wordt bijvoorbeeld dubbelglas,
drievoudig glas of structural
glazing bedoeld.
De g-waarde speelde al een hoofdrol bij het zogenoemde passiefhuis
en heeft door de populariteit van energieneutrale woningen en andere gebouwen (BENG, Bijna EnergieNeutraal Gebouw) de ZTA verdrongen. De g-waarde wordt als glaseigenschap gemeten conform NEN-EN
410 (Glas voor gebouwen - Bepaling van de toetredingseigenschappen voor licht en
zon van glas).
Notaties:
ggl;n = g-waarde glas (tussen 0 en 1)
gw
= g-waarde window (hele raam, incl. kozijn, tussen 0 en 1; meestal wordt
niet de gw maar de ggl gebruikt)
gtotal
= ggl * Fw(zonweringsfactor Fw
meegerekend; ook Fc genoemd (de Fc-waarde);
gtotal is g van glas+zonwering)
Fw is een verminderingsfactor (w voor window) die bepaald wordt door
de zonwering; een paar voorbeelden:
- zonder zonwering Fw = 1
- buitenzonwering, markies Fw = 0,5
- buitenzonwering, jaloezie Fw = 0,25.
Aandachtspunten
- De g-waarde kan de 1 naderen maar een zeer goed doorlatend systeem zal
bijvoorbeeld een g-waarde van 0,85 hebben.
- Hoe hoger de g-waarde, des te meer warmte komt het gebouw via dit glassysteem
binnen. Een hoge waarde is in de winter een voordeel, maar in de zomer kan het
een nadeel zijn wanneer er geen goede zonwering
is. Over het algemeen zal in koudere gebieden een hogere g-waarde nuttig zijn.
- Hoe lager de g-waarde, des te minder warmte het glas naar binnen doorlaat, en hoe lager de kans op oververhitting.
In warmere streken is een lage g-waarde nuttig.
- De g-waarde wordt afgerond op een veelvoud van 0,05.
- De LTA is de lichttoetredingsfactor van het zichtbare
zonlicht. De g-waarde kan gering zijn terwijl de LTA groot is en andersom.
- Omdat bij nieuwbouw muren zeer goed geïsoleerd zijn, komt warmte de woning
vrijwel uitsluitend binnen door zonnestraling door het glas. Dubbelglas dat
gecoat is met een zeer dunne metaalfolie laat minder zonnestraling binnen maar
zal ook veel zonnestraling tegenhouden.
- De g-waarde is altijd hoger dan de (niet meer gebruikte) ZTA-waarde, omdat de zontoetreding loodrecht op het glas minder reflectie
geeft dan schuin invallend zonlicht.
- Wat cryptisch is de aanduiding van de g-waarde als "een maat voor de totale hoeveelheid zonne-energie die door het glassysteem wordt doorgelaten in de vorm van kortgolvige straling, langgolvige straling en convectieve overdracht".
Buitenlandse benamingen met dank aan Vabi
Software: Eng. solar radiant heat total transmission (ook wordt de Solar Heat Gain
Coefficient SHGC gebruikt, die de SC (Shading Coefficient) heeft vervangen;
omzetting volgens SHGC = SC*0,87).
Du. G-Wert (Gesamtenergiedurchlässigkeit);
Fr. facteur solaire