1.
Ook: dakoverstek; Vlaams: oversteek; verouderd: overluiving. Een overstek is het overhangende
gedeelte van een (ge)bouwdeel, bijvoorbeeld van het dak,
de verdieping of de gootconstructie.
Voordelen van een overstek zijn:
- zonwering (functioneel; vooral in de zomer; in de winter staat de zon
lager en belemmert de overstek zoninstraling niet of nauwelijks)
- bescherming kozijnen en gevel tegen zon en vooral tegen regen (functioneel;
bovenste deel van de kozijnen is meestal beschermd tegen fel zonlicht; bij een
aardige overstek zal hemelwater de kozijnen en de ruiten nauwelijks bereiken;
tijdens een fikse regenbui kan een bovenlicht meestal open blijven omdat het
toch niet inregent; dakgoot
en hemelwaterafvoer staan verder van de gevel af wat bij een eventuele lekkage minder schade
geeft; een kattenluikje in de gevel onder een overstek zal niet snel voor
inregenen zorgen)
- verzachten van de overgang tussen binnen en buiten (architectonisch;
een overstek geeft een vriendelijker maar ook wel een rianter uiterlijk).
In het kader van BENG (Bijna EnergieNeutraal
Gebouw) werken overstekken gunstig om directe zoninval te verminderen.
Bij oudere huizen en
bij schuren is in het overstek vaak de
goot geïntegreerd. Bij dakkapellen is dit het gedeelte dat nog iets
doorloopt over het kozijn en de wangen.
Wanneer het overstek geleidelijk verloopt, wordt over uitkragen
gesproken.
Bij (zeer) oude huizen fungeerde de overstek vooral om de houten pui
met de vele glas-in-lood-ramen
enigszins te beschermen tegen doorslag van hemelwater en daarmee het
kozijnhout tegen verrotting; zie bij blokkeel. Bij zulke oude huizen is ook een combinatie van overstek en op vlucht
mogelijk: de verdieping(en) boven de begane grond hellen enigszins naar voren
terwijl de eerste verdieping een overstek heeft met de begane grond.
Nadelen van een overstek zijn:
- bouwkosten zijn iets hoger
- constructie bij het overstek iets ingewikkelder (o.m. hemelwaterafvoer
bijvoorbeeld met
bocht, zie eerste afbeelding; buitengevelisolatie moet meestal doorlopen tot in het
overstek)
- wellicht iets minder lichtinval (een lichte onderzijde van het overstek
heeft daarom de voorkeur: overstek zelf valt minder op en licht van buiten wordt
weerkaatst).