"Luchtdicht bouwen is het
voorkómen van ongewenste luchtstromingen door de thermische schil. De luchtdichte schil loopt langs de binnenzijde van de thermische schil."
Doel van luchtdichtheid
Er is een aantal redenen om een gebouw zo goed als luchtdicht te hebben:
- minder energieverlies door kieren en naden
- meer comfort (minder koude van buiten en minder last van tocht;
door ventilatie e.d. kan in bepaalde gevallen tocht en koudeval
ontstaan)
- minder kans op condensatie (door
lucht van binnen naar buiten)
- minder kans op vocht van buiten dat in de constructie komt (door waterdichte
delen)
- een betere constructie en het behoud van de constructie (omdat er vermoedelijk
meer aandacht aan details wordt besteed)
- verbetering van geluidwering, rookdichting (brandveiligheid) en stofdichting
(in mindere mate allemaal, maar enigszins helpt het wel)
- het is een parameter bij de BENG-eisen
(Bijna EnergieNeutraal Gebouw)
- iets meer zekerheid dat de berekeningen voor de benodigde gestuurde mechanische
ventilatie of balansventilatie
ook werkelijk uitkomen.
Vereisten van luchtdicht bouwen
- aandacht voor details
- goede materialen en vakmanschap
- ventilatie (anders wordt na korte tijd het binnenklimaat ongezond voor
bewoners en voor constructie).
Locaties die gevoelig zijn voor luchtdichtheid (bij aansluitingen,
doorvoeren, kieren, gaten en naden):
- aansluitingen tussen bouwdelen (muur en vloer, muur en dak, muren onderling,
muur en kozijn, muur en balkon, hsb-dagkanten e.d.)
- aansluitingen van de woningscheidende spouwmuur
of bouwmuur op het dak (dakisolatie loopt niet goed door; bouwmuur afgedekt met
dunnere isolatiedeken of blauwe folie zodat controle bijna onmogelijk is; de
slechtere isolatie heeft ook condensatie
tot gevolg)
- overgangen tussen dakelementen (waar mogelijk pur toepassen, door leverancier
aangeraden tape toepassen, eventueel folie tussen dakelementen goed knellend
zetten)
- bij materiaalovergangen (baksteen, hout, kalkzandsteen, beton enz.)
- bij muuropeningen (aansluiting met muren e.d., maar ook bijvoorbeeld te openen
vensters en deuren met kozijn, muur, vloer, dak)
- bij vensterbanken, lateien
e.d. (vaak veel openingen)
- bij de kruipruimte (kieren tussen kruipruimte en begane grond dichten,
tussen kruipruimte en spouw van spouwmuur e.d., isolatiemateriaal onder
kruipluik, randen kruipluik dichten met dichte schuimband; denk aan Celdex
Vilt&Seal en Airseal Kruipluikdichting)
- bij dilataties
- bij onafgewerkte plafonds en geveldelen
- bij doorvoeren, dus langs leidingen die naar of van buiten lopen (kieren bij
leidingen voor water, elektra, gas, internet, bij kabels van airco, warmtepomp,
buitenverlichting, zonwering, bij afvoerbuizen, dozen voor ventilatie en
luchtverversing; denk bijvoorbeeld aan Celdex Airseal Meterkast Manchet)
- langs centraaldozen en langs wandcontactdozen in gevel
- achter een knieschot of andere manier
van opsluiten/afsluiten (zeker als erachter geen vloerafwerking is)
- bij systeemvloeren, bijvoorbeeld kanaalplaatvloeren
(open of afgedopte kanalen, vellingkanten bij de oplegging, overige kieren en
naden)
Welke middelen om een luchtdicht gebouw te maken?
Luchtdichtheid
wordt meer of minder gegarandeerd door kieren en naden en doorvoeren af te
werken met:
- folie (omvangrijke vlakken; polyethyleen folie of klimaatfolie)
- vulmiddel (bij hoeken en samenkomst van verschillende bouwdelen e.d.;
pur-schuim bijvoorbeeld Illbruck
FM330 of afdichtingstape met schuimband o.d., afhankelijk van de locatie /
toepassing)
- afdichtingspasta (bijvoorbeeld Illbruck Flexible Seal Coating voor de
kitspuit)
- afdichtingstape met schuimband (bijvoorbeeld opencellig polyurethaan zachtschuim geïmpregneerd met
brandwerende kunsthars Illbruck TP652)
- tapes (breed of smal; afplakken kieren en naden; bijvoorbeeld Celdex Airseal
Tape).
Voor meer informatie
- kijk eens op Celdex>
Producten > Airseal, of Illbruck
> Oplossingen > Luchtdicht bouwen.
De luchtdichtheid kan worden gemeten door de luchtdoorlatendheid (de
qv10-waarde) te bepalen, bijvoorbeeld met een blower-door-test.
Met de BENG-regelgeving is eigenlijk de luchtdichtheidsklasse als eis vervallen
(voor nieuwbouw), omdat vanaf BENG de energiebehoefte en bijvoorbeeld aandeel
hernieuwbare energie een rol ging spelen. "Als minimum geldt het Bouwbesluit (maximaal 200 dm3/s bij 10 pascal voor de hele schil of de in de
oude EPC ingevoerde qv;10;kar-waarde, per m2 vloeroppervlak)."
Toch iets informatie over de luchtdichtheidsklasse. Deze klasse werd gegeven
door de maximale luchtdoorlatendheid:
luchtdicht-
heids-
klasse
qv10-waarde per m2
[dm3/s.m2]
opmerking
1 Basis
> 0,6 (max. 1,0)
voldoet voor woningbouw aan
Bouwbesluit; geen bijzondere eisen
2 Goed
tussen 0,4 (woningvolume vanaf
250 m3) en 0,6 (t/m 250 m3) *)
*) waarom dit
niet "tussen 0,15 en 0,6" was, blijft een mysterie
EN 12207-klassen zijn iets anders:
klasse
doorlaatbaarheid bij 100 Pa [m3/(h.m2)]
doorlaatbaarheid bij 100 Pa [m3/(h.m)]
0
<niet getest>
<niet getest>
1
50
12,5
2
27
6,75
3
9
2,25
4
3
0,75
Opmerkingen:
- de luchtdichtheid kan niet volledig en correct worden berekend, daarom moet
eigenlijk altijd gemeten worden door een blower-door-test uit te voeren (dat
brengt de totale bouwkosten omhoog, maar geeft wel meer zekerheid)
- naden en kieren bij ramen en deuren zijn bijna onvermijdelijk, maar we willen
er zo weinig mogelijk en zo klein mogelijk
- luchtdichtheidsklasse 1 (Basis) is toegestaan volgens het Bouwbesluit, maar
eigenlijk niet goed genoeg.
een paar voorbeelden van luchtdicht bouwen:
vulblokken voor kanaalplaatvloeren; er zijn ook zogenoemde breekblokken
die op de perforatie kunnen worden afgebroken, om een goede luchtdichting
te garanderen (celdex):