De
term passiefhuis verwijst naar een doorgezette geïsoleerde
standaard, als verfijning van het "laagenergiehuis". Doel
van een passiefhuis is het verkrijgen van een energiezuinige
woning. Het passiefhuis
is al op grote schaal succesvol toegepast in Scandinavië, Duitsland,
Oostenrijk, Zwitserland en eigenlijk ook België. Nederland volgt
langzaam met de bouw van passiefhuizen (vaak onder andere benamingen).
Omdat ca. 60% van het energieverbruik in de woningbouw verwarming en koeling
betreft, levert vermindering in die categorie de meeste winst op.
Extra voordeel van een passiefhuis is dat alle ruimten van het huis een
behaaglijke temperatuur en een gezond binnenklimaat kunnen hebben omdat er zo
extreem weinig energie benodigd is om het gehele huis te verwarmen en te koelen.
De standaard van een passiefhuis, een woning zonder
verwarmingsinstallatie, kan bereikt worden met een verscheidenheid aan
technologieën, ontwerpen en materialen. Passiefhuizen hebben het
volledige jaar door een temperatuur van rond de 20 graden C en een
energieverbruik dat 4 à 5 keer lager is dan bij het huidige bestand
aan nieuwe woningen (ca. 10 keer lager dan bij oudere woningbouw). Daaraan liggen twee basisprincipes ten
grondslag:
1. Optimalisatie van wat nodig is. Door het gebruik van
vergaande isolatie (kierdicht bouwen, zeer dikke goed geïsoleerde buitenmuren, superramen),
vrij van koudebruggen en voorzien van mechanische ventilatie met warmterecuperatie
(warmteterugwinning) wordt een extra verwarmingssysteem
vrijwel overbodig (met warmteterugwinning, w.t.w., wordt de warmte van de
"vuile" lucht, die naar buiten wordt gestuwd, voor een groot deel
teruggewonnen; langzaamaan beginnen ook Nederlandse installateurs meer verstand
te hebben van warmteterugwinning, maar het is nog verre van ideaal; situatie
2013)
2. Minimalisatie warmteverlies gaat vóór maximalisatie
warmtewinst.
Dit kan verkregen worden door drievoudige warmtereflecterende beglazing
met super isolerende ramen. Daardoor is de energiewinst van
dergelijke, op het zuiden gerichte, ramen groter dan het
energieverlies.
De overgebleven energiebehoefte van een passieve woning is slechts 25%
van die van een conventionele woning die eventueel verkregen kan
worden uit een zonthermisch of zonelektrisch systeem.
Officieel is een woning een passiefhuis wanneer de energiebehoefte minder is dan
15 kWh/m2a (d.w.z. kilowattuur per m2 per jaar).
Mogelijke maatregelen om tot een passiefhuis te komen (bron vooral Pego Conceptlijn):
- doel is gevels zonder "lekken"; het Duitse Passivhaus Institut
eist een luchtdoorlatendheid van 0,6 dus de Luftdurchlässigkeit 0,6
n50/h, d.w.z. maximaal 60% luchtverversing per uur bij een luchtdrukverschil
buiten en binnen van 50 Pascal (zie eventueel blower
door test);
geen ongecontroleerde tocht maar een correcte vorm van ventilatie
is uit gezondheidsoverwegingen noodzakelijk (luchtverversing!)
- extreem goede luchtdichting, met lange levensduur
- gebruik passieve zonne-energie (grote ramen op het zuiden geven veel zonintrede,
vooral in de winter nuttig)
- voorkom temperatuuroverschrijding in de zomer (als gevolg van veel zontoetreding),
bijvoorbeeld door degelijke en eenvoudig te bedienen zonwering,
bij voorkeur aan de buitenzijde van het huis (o.m. met screens)
- hoge Rc’s (7-10 m2K/W) door een dichte
gebouwschil (passiefhuizen hebben vaak veel dikkere buitenmuren dan normale
nieuwbouwwoningen; vaak hebben passiefhuizen geen uitbouwen en dakkapellen omdat
die meer wind vangen en voor warmteverliezen zorgen)
- isolatie van kozijnen en deuren (U kozijn < 0,9 W/m2K; dus R kozijn >= 1,1
m2K/W)
- isolatie van beglazing (U beglazing tussen 0,55 en 0,85; dus R beglazing
tussen 1,2 en 1,8)
- isolatie van de fundering (isolerende bekisting, zie bijvoorbeeld bij verloren
bekisting)
- geen koudebruggen (allerlei details zijn mogelijk te verbeteren, denk
bijvoorbeeld aan
de brievenbus en een onderbroken slotcilinder, maar er zijn natuurlijk budgettaire
grenzen)
- balansventilatie met
hoogrendement warmteterugwinning, DC-ventilatoren
(werken op gelijkstroom) en geïsoleerde
kanalen
- minimale installatie voor ruimteverwarming (o.m. luchtverwarming via
ventilatiesysteem; o.m. verwarming met enkele radiatoren)
- geïsoleerde warmwaterleidingen
- compacte installatie voor ruimteverwarming (zonnegascombi, compacte warmtepomp
o.d.)
- reductie van huishoudelijk energieverbruik (zuinige apparaten en verlichting).
Mogelijke controles op de juiste detaillering van kierdichtheid e.d.:
- blower door test (geeft (a) de
mate van de kierdichtheid van de woning en eventueel (b) de werking van het
ventilatiesysteem)
- thermografische opname (toont
lekken in de gehele bouwschil).
Met de resultaten van de blower door test en de thermografische opname kunnen
vooraf bepaalde energieberekeningen worden gecontroleerd.
Bij een passiefhuis wordt niet geëist dat er in het geheel geen externe energie
mag worden gebruikt zoals bij een nul-energie-woning.
De kosten van een passiefhuis zijn 10-15% hoger dan van een "normale"
woning, maar de energiewinst is vanaf het begin groot. Ook bij renovaties
is te overwegen de woningen aan te passen tot passiefhuizen. Dat kost uiteraard
meer dan een normale renovatie maar de besparing op energie is blijvend. Omdat
de energiekosten lager zijn, kan de huurprijs (tijdelijk) hoger zijn om de
meerkosten te verrekenen.
Bij massief-passief bouwen wordt een passiefhuis op de traditionele Nederlandse manier
gebouwd, d.w.z. met een luchtspouw,
hardschuim isolatieplaten en massieve materialen als
baksteen (gevelsteen) en kalkzandsteen
(binnenspouwblad).
Voor de BENG-eisen geldt bij energieneutraal
dat BENG-2 (maximaal primair fossiel energiegebruik) <= 0,0 kWh/m2 per jaar is en
BENG-3 (aandeel hernieuwbare energie) >= 100%.