De
term passiefhuis verwijst naar een doorgezette geïsoleerde
standaard, als verfijning van het "laagenergiehuis". Doel
van een passiefhuis is het verkrijgen van een
zeer energiezuinige
woning:
door o.m. het zeer lage warmteverlies kan de woning meer "passief"
verwarmd worden dan met normale installaties.
ventilatie
met warmteterugwinning
(wtw, terugwinnen warmte uit ventilatielucht naar buiten): warmte-"productie"
Deze
vijf principes komen voor een groot deel overeen met de eisen voor BENG-woningen.
Eigenlijk is de BENG te beschouwen als een implementatie van het passiefhuis met
de nadruk op minder fossiele energie, terwijl bij een passiefhuis door het
extreme terugdringen van het warmteverlies én de "eigen"
warmteproductie van het huis (door zon en mens) de vormen van warmteproductie
door installaties nauwelijks of geen enkele rol meer speelt.
Extra voordeel van een passiefhuis is dat alle ruimten van het huis een
behaaglijke temperatuur en een gezond binnenklimaat kunnen hebben omdat er zo
extreem weinig energie benodigd is om het gehele huis te verwarmen en te koelen.
De volledig watergedragen verwarming is overbodig; bij een warmtevraag van 10 W
per m2 kan dat.
De standaard van een passiefhuis, een woning met minder
installaties, kan bereikt worden met een verscheidenheid aan
technologieën, ontwerpen en materialen. Passiefhuizen hebben het
volledige jaar door een temperatuur van ca. 20 graden C, met een
minimum aan (vaak dure) installaties. Daaraan liggen twee basisprincipes ten
grondslag:
optimalisatie van wat nodig is
(extreme isolatie, kierdichting e.d.)
minimalisatie warmteverlies gaat vóór maximalisatie
warmtewinst (energiewinst van de ramen is vaak groter dan het
energieverlies; de toch nog benodigde warmte komt van een compacte of micro-warmtepomp
of elektrische verwarming; bij 100 m2 woonoppervlakte en 10 W/m2 warmtevraag
is een verwarming van 1 kWh voldoende).
minder installaties maken het huis eenvoudiger en leefbaarder;
installaties in de 19e, 20e en 21e eeuw (passief
bouwen):
Aspecten (met dank aan o.m. ir.
Jan Geerts van Seven)
- Bij de bouw van een passiefhuis zijn begrippen als ecologisch, biobased e.d. geen
eis. Een passiefhuis zegt niets over de toepassing van bepaalde
materialen; een passiefhuis kan in beginsel op meer manieren worden
gerealiseerd. Wel is biobased en dampopen bouwen aan te bevelen om
klimaatgebonden (CO2), met gezondheid gerelateerde en pragmatische redenen
(opdrachtgevers kunnen het eisen).
- Wettelijke normen. Een passiefhuis voldoet eigenlijk altijd minimaal
aan de nieuwbouweisen. -
Gebouwschil met hoge Rc-waarden is belangrijk. Voor de gevels richting 10
m2K/W. Kozijnen en deuren U kozijn < 0,9 W/m2K; dus R kozijn >= 1,1 m2K/W.
Drievoudig dubbelglas (triple glas) met folies U glas ca. 0,5 dus R is 2. Isolatie van de fundering
met isolerende bekisting, zie bijvoorbeeld bij verloren
bekisting.
- Energiebehoefte. De energiebehoefte voor verwarming van een
passiefhuis is max. 15kWh/m2 per jaar. Een energiezuinig huis heeft vaak een
energiebehofte van ca. 40 kWh/m2 per jaar.
- Verwarming van de ruimte vindt plaats door:
. passieve zonne-energie: door grote ramen op het zuiden is er veel
zoninstraling,
vooral in de winter nuttig
. luchtverwarming: door terugwinnen van warmte uit ventilatielucht naar
buiten kan verse, frisse lucht van buiten worden voorverwarmd; een verwarmingsspiraal bij de warmteterugwinning
kan voor extra benodigde luchtverwarming zorgen; in de zomer kan binnenkomende
warme lucht vooraf gekoeld worden
. compacte warmtepomp: eventueel kan naast passieve zonne-energie en
luchtverwarming een compacte warmtepomp worden geplaatst
. vloerverwarming is meestal niet nodig door de toch al wat hogere
oppervlaktetemperaturen en de afwezigheid van tocht.
- Warm tapwater kan verkregen worden via de compacte of micro-warmtepomp
of uit elektrische boilers (vaak apart voor keuken en badkamer; opladen bij
goedkope stroom).
- Voorkom temperatuuroverschrijding in de zomer (als gevolg van veel zontoetreding),
bijvoorbeeld door degelijke en eenvoudig te bedienen zonwering,
bij voorkeur aan de buitenzijde van het huis (o.m. met screens), door een overstek
(in de zomer deels schaduw, in de winter zon) en desnoods door nachtventilatie.
- Ontwerp en oriëntatie. Plaats ramen ongeveer op het zuiden om in de
winter zoveel mogelijk zoninstraling te hebben. Bij een vrijstaand huis is dit
gemakkelijk te realiseren. Bij een rijtjeshuis kan dat uiteraard ook, maar
gemeenten, projectontwikkelaars
en architecten houden daar te weinig
rekening mee en laten vaak andere aspecten meespelen. Overigens is de
oriëntatie van de ramen bij appartementen vaak minder belangrijk omdat er veel
verwarmde appartementen omheen zijn. Vaak hebben passiefhuizen geen uitbouwen en dakkapellen omdat
die meer wind vangen en voor warmteverliezen zorgen, maar een correcte
detaillering kan veel verschil geven.
- Koudebruggen. Thermische bruggen moeten altijd vermeden worden. In de
ontwerpfase goed nadenken bij alle materiaal-overgangen e.d. geeft in de
gebruiksfase veel minder warmteverlies.
- Energie-opslag zonne-energie. Hoewel het ideaal een zo beperkt mogelijke installatie
is van energie-apparatuur, kunnen uiteraard zonnepanelen (pv-panelen)
zonne-energie omzetten in elektriciteit die door een thuisbatterij
opgeslagen kan worden voor later gebruik. Seizoensgebonden opslag in een
(thuis)batterij is momenteel nog niet beschikbaar. Wanneer seizoensopslag in een
batterij meer mogelijk wordt, is dat bij een passiefhuis sneller te
verwezenlijken dan bij een BENG-woning omdat de totale energievraag van een
passiefhuis kleiner is.
- Energieopslag aquathermie via
oppervlaktewater is een vrij passieve vorm van energie-opslag. De
energie (warmte en koude) worden via een warmtewisselaar
uit het oppervlaktewater verkregen en opgewerkt naar de gewenste temperatuur.
Nadeel is dat er gebouwd moet worden in de nabijheid van een rivier of groot
water.
- Energieopslag warmte-koude-opslag
(wko). Wko is meestal voor een passiefhuis een veel te grote ingreep om
nuttig te zijn (met een kanon schieten op een mug).
- Rekenmethode. PHPP (PassiefHuis Projecterings Pakket) is een bouwfysische rekenmethode die speciaal werd ontwikkeld om voor
passieve gebouwen in de ontwerpfase de energievraag te bepalen en de juiste
energetische beslissingen te nemen (zie eventueel verder bij Passief
Bouwen).
- Relatieve vochtigheid
(RV). Bij een passiefhuis zal de relatieve vochtigheid 40-60 % zijn, wat goed is
voor onze gezondheid.
- Balansventilatie met
hoogrendement warmteterugwinning (wtw), DC-ventilatoren
(werken op gelijkstroom) en geïsoleerde
kanalen. Door deze ventilatiemethode wordt steeds evenveel verse lucht ingebracht als
"vuile lucht" wordt afgezogen en kan de wtw de warmte van de binnenlucht
overdragen aan de binnengebrachte frisse, koudere buitenlucht. Door de zeer
goede kierdichting kunnen de buizen mogelijk wat smaller zijn dan in
traditionele woningen met balansventilatie.
- Raam open. Bij gebalanceerde ventilatie met terugwinning lijkt het een
"potdicht" huis. Ook in de slaapkamers een wat hogere temperatuur is
niet voor iedereen prettig. Kan er sowieso wel een raam open? Als er één raam
een stukje open gaat 's nachts en er is geen tocht, dan valt het best
mee. Overigens is het zeker niet nodig dat er een raam opengaat omdat de rustige
ventilatie beperkt is maar toch ruim voldoende.
- Controle op kierdichting. Mogelijke controles op de juiste detaillering van kierdichtheid
e.d. door een blower-door-test (geeft (a) de
mate van de kierdichtheid van de woning en eventueel (b) de werking van het
ventilatiesysteem) of een thermografische opname (toont
lekken in de gehele bouwschil). Met de resultaten van de blower-door-test en de thermografische opname kunnen
vooraf bepaalde energieberekeningen worden gecontroleerd.
- Reductie van huishoudelijk energieverbruik kan meespelen de energienota laag
te houden (zuinige apparaten en verlichting).
- Kosten passiefhuis. De kosten van een passiefhuis zijn soms iets hoger dan van een "normale"
woning, maar de energiewinst is vanaf het begin groot. Ook bij renovaties
is te overwegen de woningen aan te passen tot passiefhuizen. Dat kost uiteraard
meer dan een normale renovatie maar de besparing op energie is blijvend. De
onderzijde van de fundering zelf is bij renovaties niet of zeer moeilijk te
isoleren, maar deels omgeven met isolatiemateriaal is mogelijk.
- Bij massief-passief bouwen wordt een passiefhuis op de traditionele Nederlandse manier
gebouwd, d.w.z. met een luchtspouw,
hardschuim isolatieplaten en massieve materialen als
baksteen (gevelsteen) en kalkzandsteen
(binnenspouwblad).
- BENG. Voor de BENG-eisen geldt bij energieneutraal
dat BENG-2 (maximaal primair fossiel energiegebruik) <= 0,0 kWh/m2 per jaar is en
BENG-3 (aandeel hernieuwbare energie) >= 100%.
- Verschil met nul-energiewoning. Bij een passiefhuis wordt niet geëist dat er in het geheel geen externe energie
mag worden gebruikt zoals bij een nul-energie-woning.
- Bewezen techniek. Het passiefhuis
is al op grote schaal succesvol toegepast in Scandinavië, Duitsland,
Oostenrijk, Zwitserland en eigenlijk ook België. Nederland volgt de
laatste jaren met de bouw van passiefhuizen (vaak onder andere benamingen).