1.
Een
brug is een beweegbare, een vaste of een drijvende verbinding voor het verkeer tussen twee punten, die door water of anderszins gescheiden zijn
(Van Dale):
- de brug moet iets overspannen (rivier, dal o.d.)
- de ruimte onder de brug moet voldoende zijn voor doorvaart (over
water) of doorgang (over land) of beide
- de brug moet sterk zijn; de pijlers moeten de brug kunnen dragen en er moet verkeer
overheen
- de brug moet stabiel zijn (voldoende stijfheid); ongelijke belasting moet opgevangen
worden
- de brug moet tegen alle weersinvloeden bestand zijn; onderdelen zetten
uit bij warmte en krimpen bij kou, pijlers moeten bestand zijn tegen snel
stromend water en kruiend ijs, zonder conservering roest ijzer roest en verrot
hout
- de brug moet veilig zijn voor de gebruikers; hekken langs de randen, onderhoud op grote
hoogte moet mogelijk zijn, geen losse delen die naar beneden kunnen
vallen, een veilig systeem om verkeer tegen te houden bij bruggen die open
kunnen
- de brug mag niet gaan trillen, bijvoorbeeld bij sterke wind (denk aan de
ramp
met de Tacoma-brug)
- de brug moet gemakkelijk te onderhouden zijn; om het onderhoud te
vergemakkelijken worden opdrachten voor bruggen soms gegund met bijvoorbeeld 30
jaar onderhoud (zie DBFM)
- de brug moet voldoende capaciteit hebben voor de vermoedelijke omvang van het
verkeer, rekening houdend met toekomstig gebruik
- de brug wordt meestal ontworpen met een vermoedelijke levensduur van een groot
aantal jaren (tijdelijke bruggen uitgezonderd)
- de brug kan specifiek worden ontworpen voor een bepaald type verkeer (auto's,
treinen/trams, voetgangers, fietsers, dieren; een brug voor boten is een aquaduct)
- de brug kan architectonisch belangrijk zijn, als "look-at-me",
"landmark" of "marketingtool" (soms staat dit op
gespannen voet met de feitelijke uitvoering van de brug, maar het maakt hem wel interessant).
De benaming van bruggen geeft vaak het meest kenmerkende aspect
van de brug. Bij beweegbare bruggen hangt dit vaak samen met de manier waarop
het wegdek beweegt, bij vaste bruggen vaak met de vorm van het deel van de brug
dat het wegdek draagt en bij drijvende bruggen met het drijvende deel.
Beweegbare bruggen
hebben een bewegend gedeelte om doorvaart mogelijk te maken, o.m.:
Bij grotere overspanningen is een
combinatie van een vaste en een beweegbare
brug ook mogelijk, bijvoorbeeld de Erasmusbrug
in Rotterdam.
Door ruimtegebrek kunnen soms bruggen geschikt gemaakt zijn voor huisvesting, bijvoorbeeld
de Ponte Vecchio in Florence. (Andere vormen van dubbel
ruimtegebruik.)
De tuibrug over het
dal van Millau in de Languedoc heeft met 343 m de hoogste pijlers.
Bruggen dienen op een correcte manier het verkeer dat er gebruik van maakt, te
ondersteunen. De draagkracht van bruggen verschilt per type brug, toegepast
materiaal, overspanning e.d.
voornaamste lastenverdeling van verschillende typen bruggen;
de last is
donkergrijsbruin, de voornaamste reactiekrachten zijn in rood (trek of
druk)
lastenverdeling balkbrug:
lastenverdeling boogbrug (met boog onder wegdek):
lastenverdeling boogbrug met trekband (met boog vooral boven wegdek):
De beroemdste bruggen zijn wellicht:
- de Golden Gate Bridge, San Francisco
- de Clifton Suspension Bridge, Bristol
- Ponte Vecchio, Florence
- Pont du Gard, Romeins aquaduct, Nîmes
- Tower Bridge, Londen
- Rialto brug, Venetië.
Er zijn veel bruggen die ontworpen zijn voor uitsluitend rijwielen en
voetgangers (fietsbruggen, voetgangersbruggen), waaraan andere eisen worden
gesteld dan aan bruggen voor (zwaar) gemotoriseerd verkeer.
Een smalle voetgangersbrug werd in de volksmond ook wel kippenbrug
genoemd.
Met dank aan o.m. Bruggenstichting,
het boek "Bruggen in Nederland" (2001) van Henk de Jong en Nico Muyen,
Overbruggen
van ingenieursbureau ipv
Delft.
"Spanjaarden zien bruggen als groot en sterk, maar Duitsers ervaren bruggen
eerder als mooi. Dat zou kunnen komen door het geslacht van het woord. In het
Duits is die Brücke vrouwelijk, dus mooi, terwijl het Spaanse el
fuente mannelijk is, dus sterk." (Uit Onze
Taal 2012-9, over het boek "Door de bril van de taal; hoe woorden de
wereld kleuren", een uitgave van Unieboek
| Het Spectrum, vertaald door Felix de Haar.)
De
term brug is waarschijnlijk afkomstig van het Protogermaanse brugj dat misschien een afleiding bij
is van het Proto-indo-europese bhru (stam, balk). De ontronde vormen breg(ghe),
zoals in de plaatsnaam Terbregge (Zuid-Holland), en brig(ghe) zijn Noordzee-Germaans en komen voor van Friesland tot
West-Vlaanderen; Brug(ghe) is de zuidelijke variant; bron Etymologiebank.
De term bruggenbouwer wordt vaak juist overdrachtelijk gebruikt: iemand
die de verbinding legt tussen mensen, tussen groepen mensen onderling, tussen
mensen en goden e.d. (pontifex van pons/pontis brug en fex
maker).
2. De benaming "brug" wordt ook voor andere overbruggingen
gebruikt, zoals de brug of hefbrug in de autogarage en overdrachtelijk in
bijvoorbeeld koudebrug.
Eng. bridge (maar een autolift is car lift, hydraulic ramp)