1. Een duiker is meestal een waterdoorgang onder wegen of onder dijken.
Een duiker is dus een koker- of buisvormige constructie die twee wateren met elkaar
verbindt.
Een zinker is meestal een rioolpers-, water- of gasleiding of elektra- of
internetkabel.
Er zijn twee hoofdgroepen duikers/zinkers:
- een duiker gaat
rechtdoor onder de grond
- een zinker gaat met een knik naar beneden en komt
aan de andere zijde van de weg of het water weer naar boven.
Een boogzinker is een mantelbuis voor kabels die zonder sleuf in
de grond wordt gebracht.
Een wikkelbuis is een duiker of zinker in een grotere diameter
die geribbeld is en zo meer weerstand biedt aan op de buis
uitgeoefende krachten (Rona
stalen spiraalgegolfde buizen).
Een sifon, onderleider of dompelaar is een buis om
water onder de bedding van een ander, hoger gelegen water door te voeren.
Hoewel de term grondduiker duidelijk aangeeft dat er "in de grond
gedoken wordt" en dus goed de situatie aangeeft (hij staat vol met water), wordt deze term niet zo
vaak meer gebruikt. De Linge is bijvoorbeeld (ooit) met een grondduiker onder
het Amsterdam-Rijn-kanaal doorgeleid.
voorbeeld van een eenvoudige duiker als verbinding tussen sloot en plas
(foto joostdevree):
Voordelen duikers (en zinkers):
- een eenvoudige en goedkope manier om bijvoorbeeld een weg over het water te
leggen (een brug is vaak complexer en veel duurder)
of een tunnel aan te leggen
- korte bouwtijd
- vaak geen fundering nodig, alleen grondverbetering
(bij niet teveel draagkracht)
- duikers zijn verkrijgbaar tot een diameter van ca. 3600 mm (grotere diameters
vereisen een brug of tunnel).
Toepassingen van duikers en zinkers:
- om waterwegen met elkaar te verbinden: waterdoorgang onder wegen of
dijken (duiker of zinker genoemd)
- om wegen (autowegen, spoorwegen, fietspaden, e.d. ) doorgang onder wegen,
dijken of water te geven (meestal alleen duiker genoemd)
- om leidingen, buizen of kabels onder een weg, dijk of waterweg door te laten gaan (gasbuis,
elektriciteitskabels, datakabels, water, riolering e.d.; meestal zinker genoemd)
- om dieren een onderdoorgang te verlenen (eco- of wildtunnel)
- om een oude rioolbuis te renoveren (wanneer de rioolbuis voldoende
diameter heeft): de duiker wordt in de oude rioolbuis geschoven (verg. rioolrenovatie).
Soorten duikers en zinkers:
- duikers: rechtdoorgaand, dus zonder knik (de omvangrijke worden
meestal duiker genoemd)
- zinkers: "duikers" met een knip naar beneden en (verderop) naar
boven (deze worden vaak zinkers genoemd)
- boogzinkers (zogenoemde sleufloze techniek): een mantelbuis die onder een weg
of water wordt geperst; maximale diameter ca. 125 mm en een maximale lengte
ca. 35 meter.
Opties bij duikers en zinkers:
- duiker: verschillende doorsneden: rond, half rond, muil, hoog muil, ellips, hoog boog, medium boog, laag boog,
rechthoekig/kokervormig (box culvert)
- duiker: gladde buis (binnen- en buitenzijde glad)
- duiker: wikkelbuis: geribbelde buis (binnen- en buitenzijde geribbeld, of
binnenzijde glad en buitenzijde geribbeld)
- duiker: beugels met wrijfgordingen
(gebruikersgemak voor degenen die zich op het water verplaatsen als de duiker
als "vaarbrug" wordt toegepast)
- duiker: zwaarder uitvoeren of vastzetten aan trekpalen (wanneer tijdens bouw
gevaar bestaat voor opdrijven van de duiker)
- dubbelwandige buis (i.v.m. sterkte en meer bestand zijn tegen lekkage)
- meerplatige buizen (bestaan uit aaneengeklonken of gelaste buizen)
- extra staaldikte (i.v.m. sterkte en levensduur)
- extra coating (langere
levensduur)
- zinker: kan ook aangelegd worden door te boren.
Wanneer "doorstroming" bij een zinker voor het riool of voor
de drinkwaterleiding nodig is, wordt een drukleiding
toegepast.
Wanneer geen extra druk op de leiding wordt gezet, wordt gesproken
over een atmosferische leiding.
Het materiaal van de duiker en zinker is vaak verzinkt
gegolfd (geribbeld) plaatstaal, gewapend
beton, polypropeen (PP) of polyetheen
(PE, HDPE). Afhankelijk van de diameter en de draagkracht (sterkte) wordt een
bepaald type duiker en materiaal gekozen.
Methode van plaatsen:
- Met sleuf: uitgraven, neerleggen en bedekken (de klassieke methode).
- Sleufloos: boren, zogenoemde gestuurde boringen (of
horizontaal gestuurde boringen); deze zinkers
worden boogzinkers genoemd (meestal kleinere diameters buis). "Een boogzinker wordt gemaakt met behulp van holle, gebogen ijzeren buizen, die
in de bodem worden geperst. Uit de kop van de buizen spuit water of bentoniet om
de boorgang open te houden. De diepgang en het uittrede punt van de boogzinker
wordt bepaald door de intredehoek, de lengte en de radius van de
zinkerstangen."
Duiker en waterdoorstroming:
Omdat een duiker vaak niet de gehele breedte van het water gebruikt,
kunnen er ook meer duikers worden aangelegd wanneer meer doorstroming
gewenst is.
"Om grote verschillen in de afstroming (het verhang) binnen het watersysteem te beperken, worden eisen
gesteld aan de maximale opstuwing die een duiker mag veroorzaken." Bij een hoofdwatergang
dient water relatief vrij te kunnen stromen. De omvangrijke eisen bij het
aanbrengen van een dam met duiker bij een hoofdwatergang is de reden
dat er vaak dure bruggen worden aangelegd in plaats van één of twee duikers met forse
diameter.
Een grote duiker wordt ook wel eens als een trektunnel
gebouwd.
Duiker en krooshek Aan de inwater-kant van een duiker kan een zogenoemd krooshek zijn
geplaatst. Een krooshek (of kroosrooster, vuilrooster) is een hekwerk van
metalen staven dat drijvende voorwerpen, plukken kroos e.d. blokkeert en zo
voorkomt dat de duiker of een waterloop
verstopt raakt. Ten behoeve van vuilvang komen krooshekken voor bij o.m.
gemalen, duikers, kwelsloten.
Het krooshek moet regelmatig ontdaan worden van hout en ander vuil, om de
waterdoorstroming te waarborgen (preventief
onderhoud).
(Overigens, sommige krooshekken worden geplaatst om te voorkomen dat zwemmers
door een duiker gaan.)
Vaarduiker
Een vaarduiker is een duiker die groot genoeg is om met een kleiner vaartuig
door te kunnen varen. Zo kan een vaartuigje door de duiker van het ene water
naar het andere. De vaarduiker kan zijn uitgevoerd met een beschermende stootbalk
(wrijfgording).
Inlaatduiker en schuif Een inlaatduiker (of inlaat) bij een polder is een "duiker"
in een waterkering die aan de polderkant (uitwater-kant) is voorzien van een schuif
die normaliter dicht is, maar geopend kan worden om water de polder in te laten
lopen.
Klepduiker en automatische werking
Een klepduiker (of klief, klieve, kleef, klijve)is een duiker met
een klep die bij een bepaalde waterdruk aan één zijde open gaat, maar onder
druk van de andere zijde zich sluit of gesloten blijft. Zo is in één bepaalde
richting af te wateren, bijvoorbeeld in Groningen bij een op zee uitwaterende
sloot uitsluitend in de richting van de Waddenzee. Zo'n sloot wordt in Groningen
een
kliefsloot genoemd.
Een klepduiker wordt uitsluitend toegepast wanneer er een wisselende hoogte van
de waterstand is aan één of beide zijden van de klep.
Duikers en piping (onderloopsheid) Piping of onderloopsheid is het verschijnsel dat er water onder
bijvoorbeeld een dijk doorstroomt dat zand
meeneemt en daarmee die dijk verzwakt.
Onder een duiker kan piping optreden, maar vooral
wanneer er in de duiker een schuif of klep is aangebracht om de doorgang van het
water te regelen.
Piping bij een duiker is afhankelijk van:
- het verval (het hoogteverschil vóór en achter de schuif; hoe hoger het
verschil, des te groter de watersnelheid in en in de buurt van de duiker, des te groter de kans op piping)
- de bodemgesteldheid (zand, veen, klei e.d.; zand laat meer water door dan goed
aangestampte klei; hoe losser de grond, des te groter
de kans op piping)
- de lengte van de duiker (de zogenoemde kwellengte; hoe korter de kwellengte, des te groter
de kans op piping).
Piping bij duikers kan worden vermeden door:
- bij aanleg goede grondverdichting toe te passen
- damwanden evenwijdig aan het dijklichaam
aan te brengen
- voor waterdichte aansluitingen te zorgen tussen grondlichaam en duiker.
Duikers en dieren Wanneer een duiker bijvoorbeeld onder een drukke weg doorgaat, kunnen dieren
geholpen worden die weg ondergronds veilig te passeren:
- Met een speciale faunapassage in de duiker kunnen zij toch veilig naar
de overkant. Zo'n faunapassage zal zich boven de waterspiegel bevinden,
bijvoorbeeld als een brede plank aan de inwendige zijkant van de duiker of als
een aparte buis bovenin de duiker.
- Met een zogenoemde droge duiker (faunaduiker) worden niet twee
waterlopen waterlopen met elkaar verbonden, maar een droge duiker fungeert
uitsluitend zoals een ecoduct (ecoduiker)."Een droge duiker is een ronde of vierkante buis, gelegen
boven waterniveau, die onder een weg, haaks op de weg wordt aangelegd. Dieren hoeven de weg niet langer over te steken; ze kruipen door de
[droge] buis."
een duiker van brainpipe (hdpe) of staal (rona stalen spiraalgegolfde
buis);deze wikkelbuizen
zijn er zelfs tot een diameter van 3,6 m en grote lengte (altena
infra):
klik op de (meeste) afbeeldingen voor groter
duiker in aanbouw en gereed, hier afgewerkt met metselwerk (altena
infra):
mat van geotextiel en rona
betonblokken om eronder liggende zinker voor hoge-druk-gas te beschermen
zonder stalen ankers, klemmen e.d. toe te passen (altena
infra):
al wat oudere oude zinker, gereed om vervangen te worden (foto joostdevree):
aanduiding dat er een zinker ligt en de soort zinker; de z op het bord
staat voor zinker (water, gas e.d.) de k voor kabel (elektriciteit, data
e.d.); het aantal van deze borden neemt af, omdat door de wet
informatie-uitwisseling ondergrondse netten (wion,
voorheen klic) iedereen
die mechanische graafwerkzaamheden verricht, verplicht is bij het kadaster
informatie in te winnen over de ligging van eventuele ondergrondse kabels
en leidingen op die locatie (foto joostdevree):
geen duiker, geen zinker, wel een eenvoudige oplossing om
water o.d. naar de overkant te brengen door de leidingen naast de brug te
leggen (foto joostdevree):
De Grote Nederlandse Larousse Encyclopedie meldt: "Duikers dienen slechts tot het herstellen of aanleggen van watercommunicatie tussen wateren die toevallig van elkaar gescheiden zijn door een weg of
dijk."
De termen duiker en zinker zijn afgeleid van de werkwoorden duiken en zinken.
DIN 4297 behandelt "Dichtheidsbeproeving van drukleidingen voor
water".
NEN-EN 14844 behandelt "Vooraf vervaardigde betonproducten - Duikers"
(Eng. box culverts)
NEN 7063 behandelt "Duikerelementen van spiraalvormig gegolfd verzinkt plaatstaal - Eisen en beproevingsmethoden".
NEN 7064 behandelt "Duikerelementen van gegolfd verzinkt plaatstaal - Meerplatige systemen - Eisen en beproevingsmethoden".
Voor de sleufloze
techniek, bijvoorbeeld om glasvezelkabels onder een drukke weg of
onder een kanaal door te trekken: kijk eens op Bob
den Boer sleufloze technieken.