Een
hangbrug is een vaste brug waarbij het wegdek is opgehangen aan kabels of
stangen. Bij grotere overspanningen tussen de oevers worden pijlers
gebruikt. Vaak zijn de kabels een verzameling van smallere kabels.
Een hangbrug bestaat uit de volgende onderdelen:
- de draagkabels; dit zijn de feitelijke dragers van de belasting;
de draagkabels zijn verankerd op de oevers en geven de last door aan de pylonen
- de hangkabels (ophangkabels); deze brengen de belasting van de rijvloer (het
wegdek) e.d. over naar de
draagkabels; de hangkabels worden ook wel stangen genoemd
(zelfs als het echte kabels zijn) en
vormen een stangenveelhoek
- de verstijvingsligger; hierin is de rijvloer opgenomen
- verankering van de draagkabels in de fundering: het landhoofd is een omvangrijke constructie voor het opnemen van de horizontale ontbondene van de
draagkabelkrachten; omdat de draagkracht van de bodem in Nederland niet groot is zijn deze landhoofden erg
kostbaar; pas bij overspanningen groter dan 500 m zijn deze bruggen
financieel aantrekkelijk; in het buitenland zijn veel hangbruggen
gebouwd
- de torens of pylonen.
Bekende hangbruggen zijn de Clifton Suspension Bridge, de Brooklyn Bridge in
New York en de Golden Gate Bridge in San Francisco. En met
3911 m heeft de Japanse hangbrug Akashi Kaikyo de
grootste overspanning.