1.
Ook: spanning, spanwijdte. De overspanning is de te overbruggen afstand
van een ruimte (afbeeldingen hierboven).
Het gaat
om de vrije
ruimte die overspannen wordt tussen de steunpunten van een gewelf,
kapconstructie, brug,
viaduct, fundering e.d. Steunpunten zijn
bijvoorbeeld kolommen, pijlers,
consoles.
Grote overspanningen zijn mogelijk, maar vaak is de maximale
huis-tuin-en-keuken-overspanning 6 m.
2. Overspanning is de elektrische spanning die groter is dan de toelaatbare
spanning (voltage), bijvoorbeeld groter
dan 230 V. Bij blikseminslag kan de grote
spanningspiek aangesloten apparatuur onklaar maken. Meestal wordt "overspanning" gebruikt in
samenstellingen als overspanningsbeveiliging.
(De klemtoon ligt bij
deze betekenis van overspanning op de eerste lettergreep:
óverspanning.)
Verg. overstroom die betrekking heeft op een
te grote stroom (amperage), bv. groter dan 16 A.
Eng. overvoltage, excess voltage
3.
Overspanning is een te hoge druk, bijvoorbeeld bij bezwijkproeven.
Verg. overspannen water. Eng. overstressed (ook: ergens teveel nadruk op gelegd)
4. Overspanning in een te werkzaam leven: oorzaak van een burn out.