Inspringen (terugwijken, indeuken) en
uitspringen (uitstulpen, uitkragen, inklemmen) zijn in de architectuur mogelijkheden om variatie en
plastiek aan te brengen in een saaie gevel, een (te) massief bouwvolume of een eentonig straatbeeld (één
rooilijn voor een hele straat).
Bij een saaie gevel of bouwmassa zijn inspringende bouwelementen
onder meer: loggia, entree, portiek, poortje,
nis, carport onder huis, onderdoorgang, galerij (naar binnen toe), grote overstekken waardoor het een inspringing lijkt, diepere
neggen, terugliggend metselwerk
(inspringend metselwerk, inspringende
laag), hoekramen, verjongen (naar boven toe smaller), geleding.
Andere manieren om een gebouw te verlevendigen:
rondere vormen, organische vormen,
bogen, karakteristieke dakvorm,
groengevels, groendak,
koepel op dak, kilkeper, hoekkeper,
windveer, gevelmakelaar,
uilenbord, andere topgevel-decoraties,
hoge
schoorstenen, verschillende of "andere" materialen, andere kleuren, afwijkende gevelopeningen (wat betreft vorm of locatie),
kolom, deel gebouw in afwijkend materiaal, aantrekkelijke vormgeving schuur,
muurtjes.
Bij een eentonig straatbeeld zijn onder meer ook mogelijk:
brede lanen, variatie in rooilijn of gebouwhoogte of beplanting (bomen, struiken,
bloembakken),
straatmeubilair, water, fontein,
bijzondere gebouwtjes, bijzondere bestrating, beeldhouwwerk of andere vormen van
kunstwerken e.d.
Wellicht minder geslaagde pogingen, in ieder geval verschillen de meningen hierover:
grote spiegelende vlakken, "opleuken" met schilderingen en teksten (gedichten,
uitspraken, bekende personen; vooral de gevelvullende schilderingen komen
gedwongen over en kunnen iets triestigs hebben), led-verlichting met wisselende kleuren en vormen.
voorbeelden van inspringingen (en uitspringingen); klik voor
groter! (via startpage):