Vlaamse gevel

Ook: dakhuis. Een Vlaamse gevel is een "dakkapel" (dakerker) met venster waarbij de voorgevel van de dakkapel in hetzelfde vlak ligt als de gevel van het gebouw; de voorgevel van het gebouw loopt dus door in die van de dakerker. De gootlijst wordt normaliter doorbroken met de Vlaamse gevel.

De Vlaamse gevel:
- is het gedeelte van de dakkapel aan de gevelzijde van het gebouw, dus niet de gehele voorgevel van het gebouw waarin een dergelijke dakkapel voorkomt
- is onafhankelijk van de soort gevel (vaak een trapgevel met een paar treden, maar ook een halsgevel, klokgevel, puntgevel, tuitgevel o.d.)
- is vaak van baksteen gemetseld
- kan een topgevel zijn, d.w.z. de nok van de dakkapel reikt tot de nok van het gebouw
- is onafhankelijk van het doorlopen van de dakgoot van de voorgevel in de Vlaamse gevel (meestal zal de goot doorbroken worden).

De term lijkt uitsluitend in Nederland in gebruik te zijn (niet in Vlaanderen).

klik op de afbeeldingen voor groter vlaamse gevel met balkon en openslaande balkondeuren, st. annastraat 440, nijmegen (nijmegen):

vlaamse gevel, met doorlopende dakgoot, huis schatzenburg, eastryp 2, dronrijp, gem. menaldumadeel:

vlaamse gevel, berkenlaan 4, ede, bouwjaar ca. 1907 (ede):

vlaamse gevel, zijdstraat 68, aalsmeer (aalsmeer):

Verg. Dordtse gevel, Gelderse gevel.