1.
Retentie
is het vasthouden van water in een gebied en dient één of meer van de doelen:
- verdroging en piekafvoeren tegengaan (doel is hier d.m.v. retentie het grondwaterpeil te
stabiliseren; denk aan watertekort door lange periode met droogte of juist na
veel hevige regenval; het gaat hier om het tijdelijk vasthouden van
water, tot het weer nuttig gebruikt wordt)
- wateroverlast
beperken (in het gebied zelf, langs de rivier of meer benedenstrooms; het gaat
hier om het vasthouden/tegenhouden van water, zo lang als dat nodig is).
Normaliter werd een retentiebekken aangelegd om overstromingen van uiterwaarden
tegen te gaan door het overtollige water van polders en rivieren in het bekken
op te slaan. Maar retentiebekkens worden ook gebruikt om het water vast te
houden voor toekomstig gebruik in de omgeving. Een retentiebekken is een
win-win-gebied: wateroverlast wordt vermeden en verdroging wordt tegengegaan.
Vaak wordt een nieuw retentiegebied gecombineerd met natuurontwikkeling,
d.w.z. dat landbouwgrond wordt omgevormd tot een gebied voor waterberging en
natuur.
Waterbeheer is nu nog vaak gericht op het zo snel mogelijk afvoeren van het
water, maar moet eigenlijk meer gericht zijn op het vasthouden van grote
hoeveelheden water om tekorten in droge periodes te voorkomen.
Bij het bufferen van water in wat grotere plassen spelen afspraken met boeren helaas een grote
rol:
- boeren willen graag op 1 april met zwaar materieel hun land op, en dat land
moet dan wel droog zijn; in het voorjaar wordt veel water afgevoerd om het boerenland droog te maken;
we voeren dus het water simpelweg te snel af *); te
lage grondwaterstand zorgt voor minder groei van (kruidrijk) gras en
polderboemen waardoor minder insecten aangetrokken worden wat bijvoorbeeld ook
slecht is voor de kuikens van weidevogels
- grondwater wordt opgepompt voor drinkwater
- boeren hebben beregeningsputten die soms tot 10 m diep de grond in gaan
- in voorjaar en vooral in de zomer komen we water tekort...
Eenvoudig bufferen van het onttrokken water en hemelwater in retentiebekkens
is een optie, mits:
- het retentiebekken ver van boerenland ligt zodat de grondwaterstand zo
hoog mogelijk kan blijven
- het retentiebekken in de buurt van boerenland een bodem heeft van een
ondoordringbaar materiaal (desnoods een soort folieconstructie)
zodat het geen of nauwelijks invloed heeft op de door de boeren geëiste lage
grondwaterstand in de lente.
Voor het bufferen van hemelwater (ofwel opslaan van regenwater) zijn verschillende mogelijkheden:
- retentiegebieden (retentiebekkens, meestal wat grotere gebieden die onder water mogen lopen; in
het Vlaams met een mooie term wachtbekkens genoemd)
- spaarbekkens
(spaarbekkens worden meestal gebruikt om water in kleine of grote hoeveelheden
op een geregelde manier te gebruiken, bijvoorbeeld voor het opwekken van
elektriciteit; het hoofddoel van een spaarbekken is het verzamelen van water
voor nuttig gebruik op een later moment; het hoofddoel van een retentiebekken
ligt in het tijdelijk vasthouden van water)
- droge bergingen (gebieden die alleen in noodgevallen onder
water mogen lopen, bijvoorbeeld speciaal aangewezen polders)
- wadi's (retentiegebieden in het
klein; vaak liggen ze droog; nadeel is dat ze veel plaats innemen van grond met
een hoge vierkantemeterprijs)
- klimaatbuffers en klimaatmantels
om de natuur robuuster te maken (weerbaarder tegen klimaatveranderingen maar ook
tegen te ver doorgeschoten landbouw /veeteelt / glastuinbouw)
- bergbezinkbassins (en andere
manieren om hemelwater in kunstmatige bakken in de grond tijdelijk vast te houden)
- weiland, boerenland, struiken en bomen (zoals hierboven vermeld: boeren willen droge
grond, waar het Waterschap gehoor aan geeft, terwijl "natte"
grond beter is: voor wateropslag, tegen inklinken van de grond; voor het
tegengaan van het verdampen van water in de grond en het bieden van schaduw voor dieren moeten er meer bomen, struiken
en eventueel houtwallen komen die de felle, verdrogende zon tegenhouden en filteren
(ook voor koeien,
schapen e.d. want die staan te vaak heel de dag in de felle zon terwijl wij met
een biertje of een koel wit wijntje de schaduw opzoeken); en voor
CO2-volgers: hoger grondwater in veengebieden geeft ook minder CO2 uitstoot)
- rivieren, kanalen, singels, sloten, (berg)boezems,
meren e.d. (in het algemeen: waterlopen en waterbekkens; bijvoorbeeld het grote IJsselmeer, of boezems als
voorlopige berging van polderwater; soms
als overloop van het riool; uiteraard moet vermeden worden dat een vuilwater-riool overloopt, bijvoorbeeld door
toepassen van bergbezinkbassins; sloten vangen het overtollige water van de
weiden en de greppels
op; boezems vangen
het overtollige water van sloten op; meer singels e.d. betekent dat meer water
gebufferd wordt; eind 2022 wordt bekend dat de overheid het IJsselmeer en andere
grote waterbassins meer wil gaan gebruiken voor opslag, samen wordt dat de Nationale
Regenton genoemd)
- rechtgetrokken beken en rivieren weer bochtig maken waardoor meer water
tijdelijk wordt "vastgehouden"
- afsluiten van sloten e.d. (permanent of tijdelijk, vooral in bosrijk gebied) geeft
meer wateropslag (afsluiten kan ook via kleine stuwtjes)
- groendaken (vooral in steden kunnen
groendaken niet alleen voor waterberging zorgen maar op zeer warme dagen ook de
buitentemperatuur iets verlagen, zeker als er ruimere begroeiing mogelijk is met
bomen en struiken; de mate van buffering is afhankelijk van soort en dikte van
het substraat, de drainagelaag,
de soort en omvang van de beplanting)
- tuinen (met veel grond; laat eventueel een overloop van de regenpijp in de
tuin uitkomen)
- waterdoorlatende
bestrating (speciale openingen tussen de straatstenen of speciale
straatstenen, al of niet met waterberging onder de straatstenen)
-waterbuffer-
of infiltratiebekkens met Argexkorrels (de korrels houden het water vast en vertragen de
afvoer) **)
- grote ribbelbuizen (wikkelbuizen; stalen
spiraalgegolfde buizen worden steeds vaker gebruikt bij o.m. een
waterloop onder een weg door en als opslag voor hemelwater; redelijk eenvoudig aan te leggen,
grote buffer en
goedkoop; foto en zie bij duiker)
- Rockflow
(blokken steenwol die voor 95% gevuld kunnen zijn met hemelwater, foto)
**)
- infiltratieblokken, infiltratiekratten (foto's)
**)
- regentonnen en regenwaterputten (zie bij hemelwaterafvoer
voor de voor- en nadelen van particulier (her)gebruik van regenwater)
- grindkoffers**) - bufferklinkers (bufferblokken;
straatstenen met bergingscapaciteit voor hemelwater)
- in de Griekse en Romeinse tijd: het impluvium
(een iets verlaagd waterbassin) met een cistern (een ondergronds
waterreservoir).
Sponssteden zijn stedelijke gebieden die speciaal
ontworpen zijn om overtollig water te bergen, vooral door hevige regenval of
overstromingen. Van de bovenstaande opties worden vooral toegepast: verminderen van harde
oppervlakken door het vergroten van het
"groen" in de stad, beplanting langs zoveel mogelijk wegen,
singels en vijvers, waterbergingen onder pleinen e.d. Vaak is niet alleen het bergen van
overtollig water belangrijk bij een sponsstad, ook het vergroten van de afvoercapaciteit van waterlopen
kan een gewichtige rol spelen.
Positieve gevolgen van waterberging in sponssteden kan dus óók zijn dat:
- een tekort aan water opgelost kan worden door het geborgen water vrij te maken
- door meer
natuur in de stad de biodiversiteit toeneemt.
Waterbergingen in de stad kunnen op een andere manier de gezondheid van
de bewoners beïnvloeden: water dat lange tijd stilstaat, is niet gezond
meer. Wanneer het water gefilterd of
gezuiverd wordt vóór berging of wanneer de stedelijke berging af en toe goed
"doorgespoeld" wordt, is de kans groter
dat het ook werkelijk van nut kan zijn bij een tekort aan water.
Om wateroverlast te voorkomen is het van belang het water vertraagd af te
voeren. In sommige gemeenten zijn bedrijven en zelfs particulieren verplicht
iets te doen aan waterbuffering; dat kan eventueel door groendaken. Ook kan in
uitzonderlijke gevallen de ontkoppeling van de hemelwaterafvoer op de
gemeentelijke riolering worden geëist, bijvoorbeeld bij de kassenbouw waar
hemelwater van de kassen niet rechtstreeks in het riool mogen komen.
Een stuw kan zorgen voor het
tijdelijk of voor langere tijd vasthouden van
water in een watergebied.
Een overlaat is "een gedeelte van een waterkering, opzettelijk lager gemaakt om bij hoog water te kunnen overstromen".
een knijpstuw om ervoor te zorgen dat alleen bij hoge waterstand het
retentiegebied gebruikt wordt (foto karel
hanhart eelerwoude):
grote ribbelbuizen als opslag van
regenwater, o.m. de rona
spiraalgegolfde buis van altena
infra; bijvoorbeeld een buis met 2,5 m diameter en lengte 20 m kan bijna
100 m3 bergen (bijna 100.000 liter); handig voor onder parkeerplaatsen e.d.:
rockflow, blokken steenwol die voor
95% gevuld kunnen zijn met regenwater; klik voor een toepassing
(lapinus van rockwool):
*)
"In de ruilverkavelingen en landinrichtingen van 2e helft 20e eeuw is Nederland hierop ingericht. Blijkt niet eenvoudig terug te draaien."
(Terug) **) Wanneer het infiltratieblok o.d. gedeeltelijk of geheel
onder de grondwaterspiegel ligt, heet dat minder of geen nut. (Terug)
Eng. retention; retentiegebied is retention area; renetiebekken
is retention basin
2.
Een retentiemiddel is in de bouwkunde een hulpstof en voorkomt het
onttrekken van water uit bijvoorbeeld beton/specie door de omgeving (door
verdamping of door absorptie in een droog materiaal of droge ondergrond).
Het retentiemiddel kan een gemodificeerde polymeer zijn, vaak afgeleid van cellulose.
Retentiemiddel wordt, afhankelijk van de omgeving en toepassing, ook
waterretentiemiddel of retentieverbeteringsmiddel genoemd.
3.
Retentierecht is het recht dat een schuldeiser heeft een goed of voorwerp van
een ander tijdelijk achter te houden totdat de schuld door de eigenaar van het
goed of voorwerp is voldaan. Kortom, een bedrijf kan de goederen van een klant
achterhouden tot de nota betaald is.