Een noodafvoer is bij
het dak een afvoer van hemelwater voor het geval het water door hevige
regenval of verstoppingen in de hemelwaterafvoer te hoog
komt te staan op het dak (of in de dakgoot). Doel
van de noodafvoer is het bezwijken van de constructie door waterbelasting te voorkomen. Een
noodafvoer is een voorbeeld van een zogenoemde ontlastvoorziening.
Noodoverlopen
bestaan in de vorm van:
- een dakgoot die over mag lopen
- een gedeeltelijk verlaagde dakrand
- de zogenoemde "brievenbus" of groot rond gat
- een noodafvoersysteem met
afvoeren in het dakvlak
- een spuwer als noodafvoer.
Art. 4.206 van het Bbl vermeldt: 1. Een dak van een bouwwerk heeft een voorziening voor de opvang en afvoer
van hemelwater met een volgens NEN 3215 bepaalde capaciteit van ten
minste de volgens die norm bepaalde belasting van die voorziening.
2. Een binnen een bouwwerk gelegen voorziening voor de opvang en afvoer van hemelwater is, bepaald volgens NEN 3215, lucht- en waterdicht.
I.v.m. overbelasting van de gemeenteriolering tijdens hevige regenval
dient een noodafvoer niet op het rioleringsstelsel te worden
aangesloten.
Volgens het Bouwbesluit moet ieder dak ook op sterkte en stijfheid worden gecontroleerd met een
zgn. "regenwaterbelasting" die is vermeld in de norm NEN
6702 (Belastingen door regenwater en sneeuw, voortgezet in de
praktijkrichtlijn NPR6703). Rekening moet worden
gehouden met verstopping van de normale regenwaterafvoeren door vuil
of door overbelasting van het riool. Het toepassen van noodoverlopen is niet
verplicht, maar de laatste jaren zijn er zoveel daken ingestort door wateraccumulatie
dat hier meer aandacht aan besteed moet worden.
"De nooduitlaten (spuwers en overstorts) worden door de constructeur van het bouwobject bepaald in verband met de toelaatbare dakbelasting. De verantwoordelijkheid voor nooduitlaten ligt dus niet bij de installateur van het hemelwaterafvoersysteem."
Er zijn berekeningen waarmee de plaats en de grootte van de
noodoverloop bepaald wordt. Bij de berekening spelen o.m. een rol:
- de
regenintensiteit (14 mm in 5 minuten, dwz. 0,047 l / m2 / s)
- de
manier van waterafvoer (een groot plat dak met een afschot
< 1,6% is een risico; een afschot van minimaal 2% wordt aanbevolen;
verder dient het water snel van het dak afgevoerd te kunnen worden, dus de
grootte van kiezelbakken en hwa's (hemelwaterafvoeren, regenpijpen) spelen een rol)
- de stijfheid van het dak (een lichte
constructie is een risico; een staalconstructie met een dak van stalen profielplaten
zal bij een extra belasting relatief veel vervormen).
Het ministerie adviseert voor
de breedte van de noodafvoer:
dakoppervlak dat op één noodafvoer afwatert [m2]
50 m2
100 m2
150 m2
200 m2
250 m2
breedte(b) van de noodafvoer [m]
0,30 m
0,61 m
0,92 m
1,22 m
1,53 m
Het
simpele feit dat er water uit een noodafvoer loopt, is een
signaal:
- dat er teveel water op het dak blijft staan
- en/of dat de
riolering het aanbod niet tijdig kan verwerken.
Ontwerpfouten met betrekking tot wateraccumulatie op daken zijn
daarmee: onvoldoende afschot, onvoldoende capaciteit van de
hemelwaterafvoer, onvoldoende stijfheid van de constructie
(bevestiging en omvang van dakplaten, liggers, kolommen e.d.).
Uitvoeringsfouten met betrekking tot wateraccumulatie op daken zijn:
foutieve of slechte uitvoering van het afschot, verkeerde kolommen of
foutieve hoogte van de kolommen, lichtere dakplaten dan
voorgeschreven, foutieve plaatsing of grootte van de noodafvoeren en
hemelwaterafvoeren.
noodafvoer in de vorm van een "brievenbus" (van opzij gezien;
noodafvoer is rechts):
Overwegingen "Als het voor 1990 regende met 100 l/s/ha, volstonden enige spuwers.
Na 1990 blijkt het 300 l/s/ha te zijn gaan regenen en moet er 540 l/s/ha via
noodafvoer afgevoerd worden conform de voorschriften. Hoe veilig zijn dan de
Nederlandse daken van vóór 1990?" (Huub Gerritsen).
In augustus 2010 is in één etmaal evenveel regen gevallen als normaal in die
maand. Bij de vier daken van bedrijfshallen die geheel of gedeeltelijk bezweken,
bleek de instorting terug te voeren te zijn tot het ontbreken (!) of het niet
goed functioneren van het noodoverloopsysteem.
Bedenk ook dat de verzekering niet uitkeert, in ieder geval niet bij
ondeugdelijke hemelwaterafvoer.