Ook:
HWA, RWA (regenwaterafvoer).
Onder
hemelwater verstaan we alle vormen van water dat "uit de hemel" komt,
zoals regen, sneeuw, hagel. Doel van de
hemelwaterafvoer is het afvoeren van hemelwater van dak en dakgoot naar de
riolering of, soms, naar een wadi (een
systeem voor afvoer en opvang van hemelwater, meestal in de grond) of een greppel.
De hemelwaterafvoer in nauwe betekenis is de regenpijp (vaak als hwa op
bouwtekeningen).
Meestal vindt hemelwaterafvoer plaats via hemelwaterstandleidingen
(regenpijpen) aan de buitenkant van
een gebouw, soms via een ketting waarlangs het water stroomt. (Zie veel
voorbeelden van bijzondere regenpijpen.)
Bij een gescheiden rioleringsstelsel wordt het publieke ondergrondse
deel dat naar het oppervlaktewater loopt ook tot de hemelwaterafvoer
gerekend. Bij een gemengd rioleringsstelsel wordt afvalwater met
hemelwatervoer samengebracht voordat het in het publieke deel van het
rioleringsstelsel aankomt.
Afvoer van hemelwater van daken
Afvoer van hemelwater van het dak vindt plaats:
- bij een hellend dak via dakgoten en regenpijpen (de dakgoot zélf
behoort niet tot wat de "hemelwaterafvoer" wordt genoemd); eventueel wordt een vergaarbak
toegepast; overwogen kan worden de dakgoot op afschot
te laten leggen zodat het water beter wegloopt (er zijn systemen waarbij dat
afschot geïntegreerd is en daarmee niet zichtbaar "schuin" loopt)
- bij een plat dak via zogenoemde uitlopen, die zich in het
dakvlak bevinden, en regenpijpen; inpandige hemelwaterafvoeren komen niet veel
meer voor (vooral de isolatie was gebrekkig waardoor een koudebrug en daardoor
condensatie ontstond).
Wat betreft de uitloop bij een plat dak zijn er standaard twee systemen voor
hemelwaterafvoer (zie ook bij kiezelbak):
- de onderuitloop
- de zijuitloop.
Onderuitloop Bij dit type uitloop wordt het regenwater recht door de dakvloer naar beneden
afgevoerd, of recht door de dakvloer en dan vrijwel onmiddellijk een haaks pijpje naar een
verticale regenpijp. Op de onderuitloop wordt bovenaan meestal een rooster (bolrooster)
of zeefkorf met zeefdeksel geplaatst of als onderdeel van de regenpijp een
bladafscheider, zodat grind, bladeren
en takjes niet in
de hemelwaterafvoer terecht kunnen komen.
De onderuitloop zien we vaak bij schuurtjes met een plat dak, maar ook wel bij
omvangrijke platte daken
Wanneer de onderuitloop door het dakvlak van een verwarmde ruimte gaat, wordt
meestal een onderuitloop met isolatie
toegepast.
Zijuitloop Bij een zijuitloop wordt het water horizontaal, met een pijpje met een
afschot van ca. 7 graden, door een muur of wand afgevoerd, waarna het water in
de regenpijp komt.
De zijuitloop is een rechthoekige buis die vaak voorzien kan zijn van een plakplaat. De buis wordt van de binnenkant van het dak door de
dakopstand geschoven. De plakplaat ligt op het dakvlak
en de dakopstand en hierop wordt de dakbedekking aangebracht.
Zijuitlopen zijn er in twee uitvoeringen, die van 45 en van 90 graden:
- 45 graden voor dakopstanden waar een schuine plank of hoek (mastiekhoek) wordt gebruikt
- 90 graden voor een dakopstand welke haaks is uitgevoerd.
Bij bitumendaken worden meestal zijuitlopen van metaal gebruikt. Voor dakbedekkingen van
kunststof zijn er speciale plakplaten.
De modellen van de uitloop in metaal en kunststof komen vrijwel overeen. Standaard uitvoering is een buis van
80x60 of 100x60 mm.
De rechthoekige buis van de zijuitloop moet op een ronde buis, welke langs de gevel loopt, worden aangesloten.
Hiervoor zijn twee oplossingen mogelijk:
- de stadsuitloop, waarbij de rechthoekige buis over de buis van de zijuitloop
wordt geschoven; aan de andere zijde van de stadsuitloop zit een aansluiting om in een ronde buis te plaatsen
- de vergaarbak, waarbij de rechthoekige buis van de zijuitloop uitmondt in een bak
die aan de gevel of het boeiboord gemonteerd
is.
Zijuitlopen en vergaarbakken worden vaak aangesloten op buizen van pvc
of van metaal (meestal verzinktstaal,
zink, koper, vroeger ook gietijzer).
Af en toe zie je dat alleen het onderste deel, ca. 2 meter, van de regenpijp van
gietijzer is: een normale regenpijp wordt onderaan teveel beschadigd door
fietsen, winkelwagentjes, bestelauto's e.d.
De
diameter van de regenpijpen zijn meestal 60, 70, 80 of 100 mm; deze maat is
afhankelijk van de verwachte hoeveelheid water die afgevoerd moet worden. Vaak
wordt 80 of 100 mm toegepast. Gezien de meer intense regenval van de laatste
decennia is het verstandig een grote maat te kiezen, die wel bij de rest van het
hwa-net moet passen! (Het komt nu regelmatig voor dat de straat blank staat.
Jammer dat de gemeentes bij de vernieuwingsgolf van
het rioolstelsel niet meteen een grotere maat rioleringsbuis hebben gekozen en
dat het waterschap, toch ook verantwoordelijk voor droge voeten, niet een paar
pompen extra kan inzetten.)
Overigens, de officiële ontwerpmiddellijnen zijn 57, 69, 77, 100,
117, 150 en 190 mm.
Een speciale oplossing voor de afvoer van hemelwater is het pluvia-systeem
waarbij het water uit de diverse uitlopen verzameld wordt in een
centrale afvoer.
Een goede gewoonte is om tijdens bouw of verbouwing voor een tijdelijke
hemelwaterafvoer te zorgen: een flexibele slang met de diameter van de uitloop
erboven en uitkomend in een deel van de tuin of bouwplaats waar het water weg
mag lopen. De slang is eenvoudig aan te brengen en voor de duidelijkheid is deze
slang vaak blauw van kleur.
Kritische noot: het te groene sprookje van het afkoppelen van de hemelwaterafvoer van
het riool
Door soms wat heftige regenval, te veel harde en dichte bestrating, te weinig
overloopmogelijkheden, te weinig opvang in greppels, wadi's
en sloten en omdat bij vervanging van het riool vaak te krappe diameters
rioolafvoerbuis worden toegepast, stroomt heel af en toe teveel hemelwater door
het riool. Er zijn gemeenten die daarom het afkoppelen van de hemelwaterafvoer
van het riool propageren en subsidiëren.
De gevolgen daarvan zijn o.m.:
- omvangrijke ondergrondse regentanks in de tuinen
- verzameld
hemelwater dat vuil wordt en ongezond lang blijft staan
- hoge kosten voor extra materiaal, leidingen en apparatuur
- de tuinen worden veel te nat (als de afvoer stremt)
- er moet toch een
overloop zijn naar het riool om de grootste overlast te vermijden.
Verplicht gebruik van opgevangen
hemelwater voor doorspoelen van het toilet of voor gebruik in de wasmachine
e.d.
is sterk af te raden:
- er moet een extra circuit van aanvoer van dat hemelwater komen met een
groot risico van vergissingen bij aanleg en onderhoud (dat is al eens gebeurd,
in Utrecht of Nieuwegein of daar in de buurt; een gezin heeft een tijd lang verontreinigd
water gedronken...)
- er is regelmatig een tekort aan hemelwater, dus zal de tank gevuld
moeten worden met echt zuiver drinkwater; een extra leiding van het
drinkwatercircuit daar naartoe is noodzakelijk mét het risico dat de
ondergrondse verbinding daarvan niet (meer) correct werkt en alsnog
verontreinigd water in het drinkwaterleidingnet komt
- opgevangen hemelwater is niet schoon, zeker niet na een tijd van
droogte (vervuild toilet, vervulde wasmachine; eerder defecten aan leidingen en
toilet en wasmachine)
- het particuliere en openbare vuil-water-riool
wordt niet voldoende doorgespoeld en verstopt daardoor sneller
- de kosten van aanschaf en onderhoud van
tank, leidingen, pomp e.d. wegen niet op
tegen het verbruik (er is slechts een besparing mogelijk van ca. 100 liter
drinkwater per dag, d.w.z. ca. 35 m3 per jaar, dus ca. 70 euro).
Het is prachtig als het gemeentelijk rioolstelsel ontlast wordt door hemelwater
te infiltreren onder straten e.d. (infiltratieplan) en gedoseerd het hemelwater afvoeren via wadi's e.d.
(hemelwaterstructuurplan),
maar we moeten ons niet laten verleiden groener te worden dan de natuur en alle
gevolgen en kosten in het oog houden. Inwoners kunnen dus niet alleen veel overlast
ondervinden van het zelf opvangen en bufferen
van hemelwater, maar zij worden ook geconfronteerd met hoge kosten van aanschaf en
onderhoud van vervangende wateropvang, vervanging van toilet en wasmachine e.d.
bij defecten door verontreinigd
hemelwater (nog afgezien de ongezonde leefomgeving door oud stilstaand
regenwater).
Wanneer zich problemen voordoen met het afvoeren van hemelwater kan de gemeente
het beste met het waterschap overleggen en nagaan of de knelpunten aangepakt
kunnen worden door o.m.:
- vertraagd afvoeren van hemelwater (toch maar een soort regentonnen-plan,
wateropvang voor de tuin)
- lokaal bufferen (wadi's, greppels, singels, plassen e.d.)
- meer omvangrijke waterbergingen (retentie;
in overleg met het waterschap en mogelijk de provincie)
- vergroten van de afvoercapaciteit van het oppervlaktewater (in overleg met waterschap;
soms zijn een paar pompen al voldoende; overigens, het is simpelweg één van de
taken van het waterschap om te zorgen dat we droge houden).
Laten we dankbaar zijn voor de verworvenheden van riolering en
drinkwaterleidingnet; die zijn noodzakelijk en absoluut géén luxe.
Natuurlijk is
het verstandig als niet al het regenwater in het riool verdwijnt. Een beperkte hoeveelheid kan nuttig gebruikt worden in de
tuin. Voor elke woning één of twee regentonnen werkt dan ook
gewoon goed:
- aardig nut door opvang en opslag van hemelwater (ontlast de openbare riolering)
- aardig nut bij een tekort aan regenval en om geen drinkwater te gebruiken voor
de tuin (met een kraantje en een druppelslang wordt de tuin, op momenten dat u
het wenst, rustig bevochtigd; en met een overloopje naar het riool als de regenton te vol
wordt)
- relatief lage kosten (alleen aanschaf van de ton en inpassen in de regenpijp;
op veel groene producten is subsidie, dus op particulier gebruik van een
regenton kan dat ook mogelijk zijn)
- er is wel wat onderhoud nodig (in de herfst, de ton moet toch leeg voor de
winter intreedt met vorst).
Als 1 op de 10 rijtjeshuizen één regenton heeft van 250 liter (dat is ca. 125
cm hoog en 50 cm diameter), voorkomen we in ieder
geval dat er per jaar één miljoen m3 hemelwater (duizend miljoen liter
ofwel één miljard liter) rechtstreeks in het riool
belandt.
Uitgangspunten hierbij:
- er zijn ca. 4 miljoen rijtjeshuizen
- 1 op de 10 rijtjeshuizen wil en heeft een regenton
- voor een tuin is misschien per jaar 2500 liter sproei- of sprenkelwater nodig
(lage schatting), dus bij een 250-liter-ton worden theoretisch per jaar
10 volle
tonnen regenwater gebruikt
- berekening is: (4 miljoen huizen / 10 huizen) * (10 volle tonnen / jaar) *
(250 liter / ton) = 1 miljoen m3 regenwater per jaar
- de berekening is natuurlijk
zeer grof want
niet bij elke bui zullen de regentonnen volledig gevuld kunnen worden, maar
gelukkig vallen de hevigste buien meestal in de zomer, en ook nog vaak na een
droge, hete periode
- we gaan uit van rijtjeshuizen omdat die bijna altijd
wel een regenton zouden kunnen plaatsen, indien gewenst
- ook hier geldt dat als de bewoner geen regenton wil, die niet verplicht moet
worden: een niet-onderhouden regenton is uiteindelijk een bron van bacteriën,
schimmels e.d. en dus ongezond voor bewoners en buurt.