Een riool is een meestal ondergronds kanaal of buizenstelsel waarmee
vuil water en hemelwater wordt ingezameld en getransporteerd (afgevoerd
naar de waterzuivering).
Het af te voeren water mag uitsluitend verontreinigd zijn met huishoudelijk
"afval", dat afkomstig is van:
- (menselijke) vaste ontlasting en urine, en ook wc-papier (en een enkel
speciaal vochtig doekje)
- afvalwater van huishoudelijk gebruik, bijvoorbeeld afkomstig van een lozingstoestel
zoals water van douche, bad, wasmachine, vaatwasser,
afwassen, spoelwater uit bijvoorbeeld de keuken (kookwater, handen wassen enz.), overloop van cv-ketel
e.d., afvalwater van bijvoorbeeld auto wassen
- afvalwater van bedrijven (mits te beschouwen als huishoudelijk afval)
- afvoer van water van (bron)bemaling
- hemelwater (regen e.d.; neerslag wordt samen met het verontreinigde drinkwater afgevoerd of
via een apart buizenstelsel).
De term riolering geeft een samenstel van riolen aan, de gehele infrastructuur van riolen en de zuivering van
dat rioolwater: "het totaal van buizen, putten, pompen en duikers dat nodig is om afvalwater naar een RioolWaterZuiveringsInrichting (RWZI) of AfvalWaterZuiveringsInstallatie te
brengen". Officieel dient bij het zuiveren van afvalwater het droge stofgehalte
onder de 15% te zijn.
In Nederland is ca. 130.000 km aan riolering aangelegd waarop vrijwel 100% van
de woningen en bedrijven zijn aangesloten.
Het gedeelte van de riolering in een woning of bedrijf is meestal van pvc;
het hoofdriool bestaat meestal uit betonnen buizen of gresbuizen.
Er zijn twee manieren waarop het afvalwater van de riolen wordt afgevoerd:
- Via vrije val. Er is een klein afschot
waardoor het rioolwater naar het laagste punt stroomt. Na een bepaalde afstand wordt het rioolwater via een pomp naar de
zuiveringsinstallatie gebracht. Vrijeval riolering wordt toegepast wanneer het
terrein vrij gelijkmatig is (niet te geaccidenteerd)
en er bij voorkeur veel woningen in een klein gebied staan zodat er een goede
doorstroming is in het immers bijna-horizontale hoofdriool. Ongeveer driekwart van alle riool-kilometers in Nederland omvat vrijeval riolering.
- Via mechanische riolering. Het eerste, korte deel is vrije val, tot de
pompput. Vanuit de pompput wordt alleen vuil afvalwater via een smalle buis
onder druk
afgevoerd naar de zuiveringsinstallatie (persleiding). Ook wanneer het riool
onder een rivier o.d. door moet en vrije val niet mogelijk is, wordt
een persleiding toegepast.
rioolstelsels; vrijeval met gemengd of gescheiden stelsel, en mechanisch; klik
voor groter! (ons
water):
Vrijeval riolering
Bij de vrijverval riolering zijn er twee basisprincipes:
- Via een gemengd rioolstelsel. Afvalwater én hemelwater zijn vanaf de
woning al gemengd; bij langdurige hevige regenval zorgt een overstort ervoor dat
een teveel aan afvalwater ongezuiverd in het oppervlaktewater wordt geloosd (oppervlaktewater
is rivieren, meren, sloten, vijvers, singels, grachten e.d.).
- Via een gescheiden rioolstelsel. Afvalwater en hemelwater zijn vanaf de
woning of vanaf straat niveau gescheiden zodat betrekkelijk schoon hemelwater
bij langdurige hevige regenval in het oppervlaktewater geloosd kan worden en
geen verontreiniging geeft.
gemengd rioolstelsel met benamingen; klik
voor groter! (gemeente
molenwaard):
gescheiden rioolstelsel met benamingen; klik voor
groter! (gemeente
molenwaard):
Een aantal begrippen bij vrijeval riolering (met dank aan de gemeente Molenwaard):
- Huisaansluiting. Het vrijeval riool begint eigenlijk bij de
huisaansluiting, de leiding tussen de woning of het bedrijf en het gemeentelijk
hoofdriool.
- Gemeentelijk hoofdriool: het gedeelte van de riolering dat bij de
gemeente in eigendom en beheer is, voor inzameling en transport van afvalwater.
- Ontstoppingsstuk: het punt, gelegen op of
binnen 0,5 meter afstand van de eigendomsgrens, waar het particuliere deel van de
huisaansluiting overgaat naar het gemeentelijk deel van de huisaansluiting.
Vanuit dit punt kan eventueel een verstopping van de huisaansluiting worden
verholpen. Niet altijd is een ontstoppingsstuk aanwezig.
- Particulier deel huisaansluiting: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het
perceel gelegen binnen- en buitenriolering tot aan het ontstoppingsstuk of, als deze
niet aanwezig is, de erfgrens.
- Gemeentelijk deel huisaansluiting: het riool en de voorzieningen die deel uitmaken van
dit riool, tussen het gemeentelijk hoofdriool en het ontstoppingsstuk of de erfgrens, in
beheer bij de gemeente.
Mechanische riolering
Een aantal begrippen bij vrijeval riolering (met dank aan de gemeente Molenwaard):
- Drukriool. Het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater (zonder hemelwater) via
pompputten en persleidingen (drukleidingen). Een persleiding is een leiding waar onder druk afvalwater doorheen gepompt wordt.
- Vacuümriool. Het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater (zonder hemelwater)
via bufferputten en vacuümleidingen.
- Strijkriool. Het openbare vrijvervalriool (verzamelleiding) voor de afvoer van
afvalwater (zonder hemelwater) gelegen tussen een pomp- of bufferput en het particuliere deel van de huisaansluiting. Deze ligt meestal in particuliere grond.
- Particulier deel huisaansluiting. De binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het
perceel gelegen binnen- en buitenriolering tot aan de pompput, bufferput of strijkriool.
- Gemeentelijk deel huisaansluiting. Bij mechanische riolering is dit niet aanwezig.
Opmerkingen en aandachtspunten
- Om verstoppen (dichtslibben) van het riool
te vermijden én om het rioolwater goed
te kunnen zuiveren is het belangrijk dat het niet "verontreinigd"
wordt met bijvoorbeeld: keukenpapier, papieren zakdoekjes, natte doekjes (baby's
billendoekjes), maandverband, tampons, olie, frituurvet, medicijnen e.d. Wanneer vetten en
oliën niet gerecycled worden, kunnen ze via het restafval in de
afvalverwerkingscentrale verbrand worden en energie leveren.
Zie ook Wat
mag niet in het riool en waarom.
- Om verstoppen van het riool te vermijden geldt ook:
. het eerste deel van de afvoerleiding moet voorzien zijn van een afvoerputje, schrobputje
of
roostertje dat de meeste grotere voorwerpen tegenhoudt
. de leidingen (van bijvoorbeeld toilet naar eigen deel rioolbuis en van gebouw
naar hoofdriool) moeten van dun naar dik te lopen (tegen verstoppingen, maar ook
omdat er op die manier steeds meer afvalwater toegevoerd kan worden)
. een vetvangputje of bezinkputje in een vloer indien de mogelijkheid bestaat
dat er vet e.d. in de afvoer komt (in ieder geval bij restaurants e.d.); zo'n
putje wordt soms wolfskuil of
wolfskuiltje genoemd
- Bij een streng gescheiden rioolstelsel kan zich afval ophopen in de rioolbuis
omdat er geen hemelwater is om de buizen af en toe door te spoelen.
- Om wateroverlast te vermijden bij bijvoorbeeld hevige regenval zijn of worden
verschillende oplossingen mogelijk:
. afkoppelen hemelwater van het rioolstelsel (gescheiden rioolsysteem; het water van daken en straten
stroomt naar vijvers, singels, sloten o.d. zodat het rioolstelsel met
afvalwater niet overbelast wordt)
. preventief onderhoud door regelmatige
reiniging van het gemeentelijke rioolstelsel (de straatkolken
en eventueel ook de buizen zelf), zodat er minder snel verstoppingen zijn.
. aanleggen van bergbezinkbassins, een soort
grote ondergrondse waterkelders om grote hoeveelheden regenwater tijdelijk te
bergen, het vuil te laten bezinken en het teveel aan (nu wat schoner) water naar
oppervlaktewater of weer naar het rioolstelsel te voeren
. aanleggen noodbergingen in groene zones, bijvoorbeeld retentiegebieden
(grootschalig) en wadi's en andere tijdelijke
waterbergingen (kleinschalig, denk ook aan waterbergende straatstenen zoals bufferklinkers, maar ook
bijvoorbeeld aan groene tuinen i.p.v. betontegels, groendaken,
regentonnen e.d.), waarmee overlast in het
bebouwde gebied voorkomen wordt
- voor andere onderwerpen om wateroverlast en watertekort te vermijden zie bij waterbergingen.
- Bij de aansluiting tussen "binnenriolering" en "buitenriolering" dient een
polderstuk (expansiestuk) te worden
geplaatst dat ervoor zorgt dat er geen
spanning op de leidingen komt en dat zo de zettingen
of verschuivingen van de grond worden opgevangen.
- Door hevige regenval kan het riool wel eens vollopen, meestal in combinatie
met verstoppingen of te smalle leidingen. Deze overbelasting kan ervoor zorgen
dat de noodafvoer van een gebouw wordt gebruikt, waardoor het water van het dak
of de dakgoot rechtstreeks wordt gespuid (zie noodafvoer).
- Verouderde of defecte rioolbuizen kunnen vaak hersteld worden door een
soort kous tegen de binnenwand aan te brengen (zie rioolrenovatie).
- Om rioollucht binnenshuis te vermijden worden afvoerbuizen voorzien van
sifons
(zwanenhalzen) en beluchters.
De
beluchter voorkomt dat de sifons worden leeggezogen
bij bijvoorbeeld het doortrekken van een wc. (Gebruik bij afvoeren geenontluchter
omdat dan de stank juist het huis in komt.)
- Het verhang van een afvoerleiding of een
rioolstelsel is een relatief hoogteverschil, uitgedrukt in een percentage of in
mm per m (0,5% is gelijk aan 5 mm/m).
- Door "lekkage" van rioolbuizen kan in bepaalde gevallen
grondwater in het riool komen, waardoor de houten palen van een fundering
kunnen droogvallen en gaan rotten, met forse verzakkingen en funderingsschade
tot gevolg.
- Een alternatief voor een riool kan IBA
zijn, een Individuele Behandeling Afvalwater, bijvoorbeeld met een septictank
(zuivering of voor-zuivering) en helofytenfilter (moerasfilter, na-zuivering),
waarna geloosd kan worden op het oppervlaktewater. Een ander alternatief,
meestal voor bedrijven, is zelf het water te zuiveren; soms is het afvalwater te
vuil om direct op het riool af te voeren en wordt het door het bedrijf zelf
voorgezuiverd.
- Een alternatief voor het lozen van hemelwater, is dit op te vangen en te
hergebruiken, bijvoorbeeld voor de tuin of voor toiletten o.d. (dan is wel een
apart aanvoersysteem noodzakelijk voor dit water, speraat van de
drinkwaterleidingen, wat potentieel een risico is i.v.m. foutief aansluiten).
- Thermische energie uit afvalwater (TEA, riothermie)
is een vorm van groene energie (warmte in dit geval; in bepaalde gevallen kan de warmte van het rioolwater
gebruikt worden om groene
stroom op te wekken).
- Veiligheidsvoorschriften (S-zin) S
54, S 55, S 56 hebben te maken met afvoeren van bepaalde stoffen via het riool.
- De beerput was in vroegere tijden
een kelder of
verzamelput voor menselijke uitwerpselen en werd bijvoorbeeld achter de huizen
aangelegd.
- In bijvoorbeeld Parijs wordt het "rioolstelsel" gebruikt om de
straatgoten schoon te spoelen: uit een hoog gelegen straatkolk komt schoon water
dat de straatranden schoonspoelt.
- In het kader van afvalwater kan ook sprake zijn van (met dank aan Aquo):
. afvalwater via riool (rioolwater) wordt ook influent genoemd
. het gezuiverde afvalwater dat de RWZI verlaat wordt effluent genoemd
. een zeefbocht, een "installatie bestaande uit een zeef die onder
een bepaalde hellingshoek staat ten opzichte van de afvalwaterstroom waardoor de
afgescheiden stoffen langs het rooster naar beneden spoelen"
. een zeeftrommel, een "toestel voor de mechanische indikking van
slib met behulp van een roterende zeef"
Kritische noot
- Het afvoeren van stedelijk afvalwater en hemelwater is een zorgplicht van
gemeenten en eventueel het Waterschap (rioolwaterzuiveringsinstallaties, rwzi's). In de Europese
richtlijn stedelijk afvalwater wordt daar ook hemelwater onder verstaan.
Door een paar regenachtige jaren willen de overheden de zorgplicht voor het
inzamelen en afvoeren van hemelwater weer bij de bewoners (eigenaren) leggen.
-
Wonderlijk, het afbouwen van allerlei sociale regels en wetten
houdt gelijke tred met het toenemen van het aantal beleidsadviseurs bij de
overheden. Van hoog tot laag, de overheden willen allemaal beleidsadviseurs en
communicatieadviseurs om moeilijke zaken af te schuiven naar de burgers en om
het volk te misleiden.
De term riool (afvoerkanaal) is afkomstig van het Middelnederlandse riole
(kanaal, gracht, uitwatering), ontleend aan het Middelfranse riol (voor, gemaakt door een
ploeg) uit vulgair Latijn rica (voor, geul van de voor); bron Etymologiebank.