Wat
maakt een woning energiezuinig? Met energiezuinigheid van een gebouw wordt
meestal bedoeld dat er geen of nauwelijks energie nodig is voor het handhaven
van een goede leefomgeving of werkomgeving in het gebouw, ongeacht het seizoen
en de weersomstandigheden. Doel is in de woning
met zo min mogelijk energie een behaaglijke temperatuur te hebben (verwarming en
koeling), een goede relatieve
vochtigheid, voldoende licht, ondersteuning van faciliteiten als koken,
wassen, drogen e.d., eventueel minder stof en CO2 in huis.
Vaak zal "energiezuinig" ook inhouden dat de woning zelf energie
opwekt.
Soms wordt met een energiezuinige woning ook bedoeld dat de bouwmaterialen,
het transport daarvan e.d. minder energie vragen.
De BENG-woning is per definite energiezuinig,
maar het passiefhuis bespaart meer
energie met minder installaties.
Mogelijkheden voor een energiezuinige woning:
- isoleren van de woning zodat geen of
nauwelijks energie nodig is voor een behaaglijke temperatuur (passiefhuis,
nul-energie-woning; na de bouw eventueel isoleren van dak/gevel/beganegrondvloer,
HR++ glas of beter nog triple glas, bij oudere huizen toepassen radiatorfolie enz.)
- isolatie en zonnewarmte: serre, kaswoning
(woning geheel omgeven door glas; het glas vormt een extra isolerende schil om
de woning; zoninstraling maakt het geheel warmer)
- isolatie en zonnewarmte: betrekkelijk gesloten muren op het noorden en
"open" muren met veel glas op het zuiden (ramen hebben nog altijd een
lagere isolatiewaarde dan goed geïsoleerde muren; vensters laten veel zonlicht
toetreden; de zontoetredingsfactor (g-waarde)
van
het venster moet dan wel hoog zijn om in de winter nut te hebben van de
zoninstraling, maar voor het zomerseizoen dient er goede zonwering door
bijvoorbeeld een ruime overstek te zijn om juist zoninstraling te vermijden)
- zonwering (zodat 's winters het
zonlicht het gebouw kan betreden en 's zomers het zonlicht afgeschermd wordt)
- zelf opwekken van energie (zonnepanelen/pv-panelen,
zonneboiler, windmolen/windturbine,
stromend
water, warmtepomp e.d.)
- warmteterugwinning of onbenutte energie gebruiken (warmtewisselaar
e.d., bijvoorbeeld bij terugwinnen van warmte uit ventilatielucht zoals bij
passiefhuizen gebeurt)
- opslaan van energie voor later gebruik (o.m. warmte-koude-opslag
wko,
faseovergangsmaterialen/pcm's, warmte-accumulatie
zoals betonkernactivering
of, niet al te veel "later", via een thuisbatterij)
- indien mogelijk toepassen van lagetemperatuurverwarming
ltv, bijvoorbeeld
als pv-panelen daarvoor stroom kunnen leveren (verder is er minder energieverlies dan bij een centrale verwarming met water
van een hoge temperatuur)
- apparatuur vervangen die minder energie vraagt dan gebruikelijk, als dat
uitkomt (warmtepomp met een COP-waarde
van 4, HR-cv-ketel,
spaarlampen of led-verlichting,
zuiniger koelkasten, wasdrogers, spaardouchekop e.d.).
Afgeleide mogelijkheden van energiezuinigheid (vaak niet zelf als particulier uit te
voeren):
- toepassen geldelijk en milieutechnisch zuiniger brandstoffen (o.m aardwarmte,
waterkrachtcentrale
/ spaarbekkencentrale
/ pompaccumulatiecentrale,
afvalenergiecentrale/aec
(afvalverbrandingsinstallatie/avi), getijdencentrale)
- benutten restwarmte van fabrieken en elektriciteitscentrales (o.m. warmtekrachtkoppeling)
- er zijn in het huis zelf veel kleine mogelijkheden om op energie te besparen
(op internet is er overal veel over te lezen, bijvoorbeeld ongebruikte apparaten
uitzetten, de thermostaat een graad lager en een trui dragen (alwéér een graad
lager?), korter douchen en baden).
Let op:
- vaak zijn milieutechnische, energiezuinige oplossingen financieel uitsluitend
haalbaar wanneer het om een groot aantal woningen gaat; bijvoorbeeld
warmte-koude-opslag is pas vanaf ca. 100 woningen financieel interessant
- vaak zijn energiezuinige oplossingen noodzakelijk om de lage energieprestatie
van de woning te behalen (nieuwbouw; zie bij BENG)
- vaak is een oplossing uitsluitend financieel nuttig wanneer die bij nieuwbouw
van een woning wordt geïnstalleerd en niet naderhand (energiezuinige oplossingen
zijn vaak zó duur dat in geen 50 jaar de
energiewinst financieel aantrekkelijk is, bijvoorbeeld warmteterugwinning bij een douche
als het gebouw al gereed is).
een energiezuinige woning resp. in de "winter" en de
"zomer"; een gebogen hoge noordgevel heeft een relatief gering
oppervlak, terwijl er "vanzelf" door de lagere zuidgevel op het
schuine dak plaats is voor de pv-panelen (arch. jeff beysens en
harry ter veer):
een energiezuinige woning, resp. noodgevel en zuidgevel (arch.
jeff beysens en harry ter veer):
zo kan een slecht geïsoleerd rijtjeshuis een energiezuinige woning
worden, resp. in de zomer en de winter: