PCM staat voor Phase Change Material, ofwel faseovergangsmateriaal
(FOM), een soort thermische accu. Pcm's zijn materialen waarvan de faseverandering, van vast naar
vloeibaar en v.v., wordt gebruikt om warmte op te slaan en af te staan. In
pcm's wordt warmte opgeslagen voor gebruik op een later moment, vaak in een
24-uurs cyclus.
PCM is een vorm van energieopslag.
Het principe van faseovergangsmaterialen als warmteaccumulerende
materialen is als volgt:
- door warmte op te nemen smelt het materiaal (bij een bepaalde
temperatuur)
- tijdens het smelten absorbeert het materiaal grote hoeveelheden warmte uit
de omgeving (de ruimte wordt hierdoor koeler)
- wanneer de temperatuur zakt, stolt het materiaal weer en komt warmte
vrij (de ruimte wordt warmer; eventueel kan door
ventilatie een teveel aan warmte verdwijnen)
- door de pcm's in geïsoleerde buffers op te slaan kan de "latente warmte
of koude" op een later moment worden benut.
Voorbeeld: wanneer ijs smelt en er wordt warmte toegevoegd dan neemt, zolang er
nog ijs is, de temperatuur niet toe. De warmte wordt als het ware
"opgeslagen" en kan op een later moment bij bevriezen (stollen) weer vrijkomen.
Dit wordt ook wel "latente warmte" genoemd.
Het nut van pcm's is dat bij veel zonneschijn de ruimte niet snel een
hoge temperatuur krijgt, de pcm neemt immers de warmte op, en dat bij
kouder weer de pcm de warmte weer afstaat. Het resultaat kan een
"gelijkmatiger temperatuur" in het gebouw zijn.
Wanneer de pcm's in een goed geïsoleerde buffer worden opgeslagen kan de
"latente warmte" worden behouden en op een later tijdstip worden gebruikt. Dit wordt ook wel het
warmteaccumulerend vermogen genoemd. Via in- en uitlaten bij de buffer kan warme lucht gekoeld worden en
koude lucht verwarmd worden. De buffer met pcm's werkt hier als een warmte-koude-opslag.
Ook water kan als een pcm worden gebruikt maar water neemt de warmte niet zo
snel op (en het smeltpunt is 0 graden C, niet
handig in gebouwen).
Vooralsnog worden pcm's in de bouw toegepast voor passieve koeling in gebouwen.
Bijvoorbeeld bij het ABN-Amro-kantoor aan de Koningskade in Den Haag: "het
gehele kantoor is gestript, waarna nieuwe tussenwanden en PCM-plafonds (Phase
Change Materials) zijn geplaatst."
Belangrijk bij pcm's zijn o.m.:
- de mate waarin warmteopslag plaatsvindt (de warmteopslagcapaciteit
of specifieke warmtecapaciteit in kJ/kgK)
- de temperatuur waarbij de pcm van fase verandert; meestal wordt
hiervoor 20 à 24 graden C genomen (te hoog betekent
dat de pcm onder normale omstandigheden niet smelt, te laag betekent
dat de pcm nooit vast wordt; bij sommige pcm's is de hoeveelheid
warmte om het materiaal vloeibaar te maken vrij fors en kan die warmte ook
moeilijk weer worden vrijgegeven)
- de warmtegeleiding (hoe
hoger, des te sneller wordt warmte door het materiaal opgenomen en afgestaan)
- de grootte van het oppervlak van de pcm (hoe groter het oppervlak,
hoe sneller warmte kan worden opgenomen en afgestaan)
- de segregatie (na verloop van tijd kunnen de bestanddelen van de pcm van elkaar
scheiden waardoor de vaste delen onderin de buffer belanden en de gunstige werking aanzienlijk afneemt)
- het optreden van superkoeling (bij het afstaan van warmte kan bij faseovergang
"superkoeling" optreden, d.w.z. de temperatuur daalt onder het
vriespunt maar de stof gaat pas over in de vaste fase als er voldoende kristallisatiekernen
zijn; nadeel is dat de temperatuur te laag kan worden en de vaste fase
plotseling optreedt; door het verlaagde smeltpunt is het nuttig effect van de
pcm sterk verminderd; filmpje
over supergekoeld water en filmpje
over kristallisatiekernen).
capaciteit warmte-opslag van water, steen, hout, plastic en pcm (rubitherm):
Er zijn twee grote groepen pcm's:
- de organische pcm's zoals paraffines (wassen)
- de anorganische zouten (in water opgelost, zouthydraten).
Soms wordt een combinatie van zouten en paraffines toegepast.
De verschijningsvorm van pcm's is verschillend:
- in de vorm van vloeistof of gel in een handzame omhullende verpakkingen (ook
pasta's en poeders zijn beschikbaar, voor verdere verwerking tot nuttige pcm's)
- in de vorm van microcapsules (korrels pcm omgeven door een polymeer
laagje) die door hun kleine diameter een goede warmteuitwisseling
hebben en dus sneller warmte kunnen opnemen en
afstaan; verder zijn microcapsules rond te pompen waardoor de
warmte/koude sneller en beter gespreid kan worden
Afhankelijk van de toepassing wordt voor een bepaalde verschijningsvorm gekozen.
Andere aspecten van pcm's:
- er zijn verschillende pcm's voor verschillende smelttemperaturen; voor een goed gebruik van pcm's in gebouwen schijnt een scherp
smeltpunt te prefereren te zijn
- om het gewenste smeltpunt te hebben is vaak sprake van een mengsel
van verschillende stoffen; als de smeltpunten van die stoffen
verschillend zijn, heeft normaliter het mengsel ook niet één
smeltpunt maar smelt en stolt het materiaal ongelijkmatig;
samengestelde materialen waarbij toch sprake is van één smeltpunt
worden eutectische materialen genoemd
- wanneer de volumeverandering bij temperatuurverandering groot is,
moet hier rekening mee worden gehouden
- wanneer de samenstelling van de pcm in beide fasen gelijk is, wordt dit
congruent genoemd (bij de minder congruente pcm's vindt een scheiding plaats
tussen vloeibaar en vast materiaal; om prestatieverlies te vermijden moet de
oplossing dikker worden gemaakt zodat de vaste delen gelijkmatig verdeeld
blijven in de vloeistof, het materiaal is dan een dispersie)
- er zijn speciale series pcm's voor warmteopslag met smeltpunten bij lage
temperaturen (bijvoorbeeld onder 0 graden C) en bij hoge temperaturen (tot boven 1000
graad C, de pcm's met smeltpunten tussen 50 en 80 graden C zijn geschikt
voor warm water e.d.)
- naast gebruik in gebouwen kunnen pcm's hun nut bewijzen bij bijvoorbeeld het transport van
gekoelde producten
- wat geldt voor de faseovergang vast-vloeibaar geldt ook voor vloeibaar-gas of
vast-gas, maar deze overgangen vallen buiten dit kader.
- de kosten van de installatie en het onderhoud van warmte/koudeopslag middels
een faseovergangsmateriaal zijn (nog) vrij hoog; een goede berekening van kosten
en baten dient te worden gemaakt.
PCM's in de woningbouw (energieopslag) De PCM Klimaatvloer van bijvoorbeeld Orange
Climate geeft een beter wooncomfort. De PCM Klimaatvloer bestaat uit:
- laag vermogen warmtepompboiler 3,5 kW (warm tapwater en verwarming van het
water van de cv)
- warmteterugwinning (wtw) over gedimensioneerde unit (450
m3; zorgt voor vergrote nachtelijke koeling van de pcm, het "stollen"
van de pcm)
- lagetemperatuurvloerverwarming met
pcm in woonkamer en keuken.
Voordelen pcm bij vloerverwarming:
- warmte van de pcm wordt 's nachts gebruikt om de vloer op temperatuur te
houden (?)
- verlaagt de energienota (minder energie nodig voor verwarming van het
gebouw).
Nadelen pcm bij vloerverwarming:
- er moet ruimte zijn om zowel vloerverwarming als pcm-cassettes te kunnen
plaatsen (verhoogt de vloer immers)
- de kosten (?).
grote buffer met rubitherm pcm-panels en warmte-isolatie; klik voor groter
(rubitherm):
Voor- en nadelen van pcm's
aspect
organische pcm's
(paraffines)
anorganische pcm's
(opgeloste zouten)
warmteopslagcapaciteit (bij "normale"
temperaturen; gerend over 15 Kelvin)
corrosief (slecht voor metalen of betonnen buffer)
nee
ja (dus afsluiten via bijvoorbeeld
microcapsules)
verwerkbaar in microcapsules
ja
ja
extra
temperatuur-
verschil met het
smeltpunt mag niet te groot zijn
-
Hoewel de zouthydraten (anorganische pcm's) een betere warmtegeleiding hebben en
in vloeibare fase bijna tweemaal zoveel warmte op kunnen nemen,
lijken vooralsnog voor de niet-hoge temperaturen (tot ca. 100 graden C) paraffines
het meest bruikbaar te zijn als pcm, vooral door de geringe complicaties (2013).
paraffine kan gebruikt worden als pcm (rubitherm):