home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.

Het is al gelukt dat er bijna nergens woningen gebouwd mogen worden
nu wil GroenLinks overal betaald parkeren in Utrecht. 
Zie GroenLinks en de bizarre dwingelandij.

restauratie

 

restauratie

Restaureren is herstellen. Restaureren is het weer in goede staat brengen van een monumentaal of cultuurhistorisch interessant object dat (vrijwel) bouwvallig is geworden. In wat meer officiële taal: restaureren is het bouwgerelateerde werk waarmee gebouwen of onderdelen van gebouwen met een architectonische, historische, kunstzinnige, technische of anderszins cultuurhistorische waarde in een zodanige conditie worden gebracht dat de oorspronkelijke waarde zoveel mogelijk behouden wordt. 
Het object is in bouwkundig opzicht meestal een gebouw, brug o.d., maar ook een meubelstuk, schilderij, tapijt o.d. kan gerestaureerd worden. De bouwhistorie kan bijdragen om een "correcte" reconstructie of restauratie na brand of bij verval mogelijk te maken (bepalen waardestelling, inschatting restauratiekosten).
De functie van het gebouw kan bij een restauratie wijzigen; bij een renovatie blijft de functie, bijvoorbeeld wonen, juist meestal gehandhaafd.

Met betrekking tot monumenten geldt de stelregel: "Conserveren is beter dan repareren; repareren is beter dan restaureren en restaureren is beter dan vervangen". Deze basisregel kan niet altijd gevolgd worden (monumenten moeten soms ook economisch aantrekkelijk zijn), maar is in restauratie-besprekingen een goed startpunt. Vaak geldt: "doe zo min mogelijk maar zo veel als nodig is".

De zogenoemde restauratieladder voor allerlei soorten objecten is, in voorkeur van eerst tot laatst, als volgt:

  • conserveren
    voer goed onderhoud uit zodat het object behouden blijft (doel is behoud van het object, vaak zelfs in de aangetroffen staat; ook beschermen van het object door bijvoorbeeld een overkapping behoort tot het conserveren)

  • repareren
    vervang wat defect is (voor het exacte of gelijkwaardige)

  • vernieuwen:

    • kopiëren (bijvoorbeeld een afdruk maken enz.; zelfde vorm, zelfde of gelijksoortige materiaal, zelfde verbindingstechniek)

    • imiteren (maak nieuw aan de hand van oud; zelfde vorm, ander materiaal of andere verbindingstechniek)

    • verbeteren (ook andere aanpassingen doorvoeren, bijvoorbeeld wat betreft isolatie)

  • restaureren
    meestal is er bij restaureren sprake van omvangrijker aanpassingen van een cultuurhistorisch gebouw.

De eisen die de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) stelt bij een ingreep in een cultuurhistorisch object, zijn: 

  • beperk omvang ingreep
    beperk de omvang van de ingreep, doe zo veel als noodzakelijk is en zo weinig als mogelijk is

  • reversibel
    de ingreep moet volledig omkeerbaar zijn (bijvoorbeeld een doos-in-doos-constructie bij een herbestemming of deelbestemming zodat de oude vloer, muren en plafond vrijwel onaangetast blijven)

  • compatibel
    de ingreep moet passend (compatibel) zijn binnen de gegeven situatie; "de behandeling of het toegevoegde materiaal mag zowel technisch als esthetisch gezien geen schade veroorzaken aan het historische materiaal" (invloed op fysische processen mag niet tot schade leiden, reparaties moeten zwakker zijn dan het origineel)

  • herbehandelbaar
    wanneer bijvoorbeeld "het conserveringsmiddel niet meer voldoet moet een nieuwe behandeling mogelijk zijn"

  • hetzelfde materiaal:  
    vervang bij voorkeur met hetzelfde materiaal of materiaal met dezelfde eigenschappen, en bij voorkeur met dezelfde techniek

  • degelijk
    voer de ingreep degelijk uit, om (opnieuw) ingrijpen zo veel mogelijk te voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen.

Bij omvangrijke restauraties of uitbreidingen aan monumenten, en vooral bij herbestemming van een pand, wordt juist gekozen voor een hypermoderne aanbouw, als contrast met het oude. Die hedendaagse uitbreiding kan zeer strak zijn maar ook zeer uitbundig; denk bijvoorbeeld aan "het oog" van 19e-eeuwse Museum de Fundatie in Zwolle.

Het belangrijkste bij ingrepen aan monumenten is ervoor te zorgen dat de oplossingen zijn terug te draaien zodat "verkeerd" uitgepakte restauraties in de toekomst eenvoudiger zijn terug te draaien (bijvoorbeeld i.v.m. zout- of schimmelvorming op en in muren maar ook uit cultuurhistorisch oogpunt, zie bij reversibel). 
Wanneer wanden zout bevatten bestaan er restauratiemortels (saneermortels) om deze wanden toch van een stuclaag te voorzien; voorbeelden zijn de Köster Saneermortel en Remmers Bouwchemie Saneermortel.
Wanneer ornamenten zodanig aangetast zijn dat zij vervangen moeten worden, kunnen vaak van onaangetaste ornamenten mallen worden gemaakt en kan kunststeen een goede en duurzame (langlevende) vervanger zijn. (Mogelijk kan een 3D-scanner toegepast worden en van die data een 3D-print met kunststeen worden gemaakt.)

Soms werd (en wordt) te veel nadruk gelegd op hoe het bouwwerk wellicht bedoeld was, waardoor nieuwe elementen uit de jeugd van het bouwwerk worden geďntroduceerd en oude elementen verwijderd worden als die niet voldoen aan het veronderstelde ideaal. Dit wordt historiserend vormgeven genoemd (zoals Eugčne Viollet-le-Duc voorstond). Tot ca. 1980 was dit de gebruikelijke methode.
Bij historiserend speelt dus een rol dat het zoveel mogelijk historisch correct moet zijn en dat dat ook zichtbaar is. Overigens, tegenwoordig kunnen en mogen er ook hedendaagse elementen zijn (situatie 2020). 
Soms wordt een onderdeel van een monument historiserend vormgegeven. Wat zijn de voorwaarden om bijvoorbeeld een historiserende tuin bij een monument ook een monumentenstatus te geven? Aspecten zijn: is het een voorbeeld van een specifieke tuin? is de tuin onlosmakelijk van het monument (vormt het een ensemble)? kan het totaal van gebouw en tuin in het nieuwe ontwerp beter onderhouden worden (kostenaspect in combinatie met aantrekkelijk maken/houden van het monument door een historiserende tuin of vijver o.d.)? 

Een andere en tegenwoordig meer gewaardeerde vorm van restaureren is conserveren, om de historische gelaagdheid te behouden. John Ruskin sprak zich hiervoor al uit, hoewel hij wel extreem behoudend was, en bij de oprichting van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in 1918 maakte directeur Jan Kalf al duidelijk dat behoud boven vernieuwing ging, met respect voor de bouwgeschiedenis en zelfs dat aanvullingen in eigentijdse stijl dienden plaats te vinden.
Bij vooral interieurobjecten kan de soort opdrachtgever belangrijk zijn:
- een particulier als opdrachtgever wil vaak na restauratie een (bijna) perfect voorwerp hebben (esthetische overweging, interessant bij eventuele verkoop van het object)
- een museum wil meestal duidelijk maken wat oud is en wat later is aangebracht (het object geeft op een eenvoudige en eerlijke manier aan wat wel en niet origineel is; gebruikssporen dragen ook bij aan het verhaal van het verleden).
Soms is een (beperkte) reconstructie te overwegen, bijvoorbeeld uit didactische overwegingen. *)

Vaak wordt een te restaureren bouwelement opnieuw gemaakt, bij voorkeur in hetzelfde materiaal als het oorspronkelijke element maar in bepaald gevallen is het gebruik van hedendaagse materialen of chemische samenstellingen gewenst (bijvoorbeeld om bijkomende problemen in de toekomst te vermijden of voor een langere levensduur).
Elementen van een te restaureren of her te bestemmen gebouw kunnen hergebruikt worden of worden opgeslagen om mogelijk weer bij andere gebouwen te gebruiken; ook dit is een vorm van duurzaamheid (als onderdeel van het zogenoemde "sustainisme").
Steeds vaker krijgt, met reden, de herbruikbaarheid van een monument meer aandacht: aanpassingen of aanbouwen aan het gebouw voor nieuwe of veranderde functies, duurzaamheid en energiezuinigheid, comfort, architectonische aspecten.
De economische waarde van een pand is immers vaak belangrijker dan het instandhouden van het erfgoed zelf: restauratie dient in dit geval de commerciële waarde van een pand, en af en toe is dat de enige reële manier om "toekomstbestendig" te restaureren.
Door digitale technieken als 3d-laser-scannen, 3d-printen en CNC-freeswerk kan een restauratie of herbestemming duidelijk minder duur uitpakken dan in het recente verleden: geladen in een digitaal tekenprogramma levert de 3d-scan exacte afmetingen en maakt bijvoorbeeld duidelijk waar er sprake is van scheefstand. Ook is het een goede representatie van de beginsituatie (nul-situatie).
Digitale technieken worden ook wel toegepast om niet meer bestaande kunst of zeer vaag aanwezige schilderingen voor de bezoeker duidelijk te maken. (Kritische noot: helaas wordt er soms zoveel geld aan het toch altijd vluchtige medium uitgegeven dat echt herstel uiteindelijk veel interessanter is; veel musea hebben dezelfde rare gewoonte een in hun visie flitsende presentatie te geven terwijl die inhoudelijk enorm tekortschiet.)
Soms wordt ook een grondige schoonmaak aangepakt om een en ander te herstellen. Bij de Onze Lieve Vrouw ter Zavel (Notre Dame du Sablon) in Brussel werd de schoonmaakactie opgeluisterd door een fraaie afdruk van de gevel op het afschermdoek.

De restauratie van de Sint Jan kathedraal in Den Bosch wordt gefaseerd, heel geleidelijk uitgevoerd. Het is wel zo dat er bijna steeds een deel van de kerk in de steigers staat, maar de voordelen zijn:
- uit de eerste fase wordt kennis en ervaring opgedaan, waarmee de volgende fasen bijvoorbeeld beter kan worden beoordeeld of herstel mogelijk is of vernieuwen nodig is
- de uitvoerende bedrijven hebben een continue stroom werk, waarbij gemakkelijker leerlingen kunnen worden ingeschakeld, de oude ambachten kunnen blijven bestaan en er mogelijk sneller geďnvesteerd kan worden in nieuwe technieken.

Bouwfragmenten die verwijderd moeten worden, kunnen wellicht op een later moment elders gebruikt worden. En bouwfragmenten van elders kunnen bij restauratie weer een zichtbare plaats krijgen.

Kijk eens op de Schadeatlas van Monumentenkennis waar per categorie en aan de hand van foto's bepaald kan worden welk soort schade het is (klik op de Engelstalige pagina rechts in de balk op NL, want wonderwel moest Engels blijkbaar de standaardinstelling zijn).

Sommige restaurateurs willen liever restaurator genoemd worden.

Kritische noot
De bedoeling van restaureren en onderzoeken in de erfgoedsector kan ook doorschieten. Deze voorbeelden staan vermeld in Tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, nr 1-2023, resp. p. 20-21, 9, 11 en 13 (overigens niet als voorbeeld van hoe het wel of niet zou kunnen, maar blijkbaar als vermeldenswaardige cultuurhistorische onderwerpen):
- Door een felle brand is het misschien niet eens zo heel fraaie maar toch best wel lichte en interessante gewelf met bloemenschildering van de kerk van Noorbeek zwart geblakerd. Gelukkig zijn er foto's van de situatie vóór de brand. De restauratoren achten overschilderen van de decoraties uit de 16e eeuw ondenkbaar en ethisch niet te verantwoorden. Maar de afbeeldingen en het gewelf zijn compleet verprutst door vuur, rook en roet. Maandenlang zijn de restauratoren bezig geweest en "met verbazing keek het kerkbestuur toe hoe er vele discussies en overpeinzingen nodig waren om steeds met elkaar af te stemmen welke kant het op moest gaan." De restauratoren kozen er dus voor om het gewelf donker te houden en het zwartgeblakerde gewelf een beetje schoon te maken en de ranken en bloemen zwart te houden. Motivatie: "het vuur heeft een onomkeerbare verandering met zich meegebracht. Dat is iets dat de gewelfschilderingen voor altijd in zich zullen dragen." Het doet denken aan de farizeeërs met hun scherpslijperij. Het lichtere gewelf en de toch wel kleurige bloemen zijn niet meer. Een donkere grafstemming is wat er na deze droefgeestige, langdurige en daardoor enorm dure restauratie overblijft (foto's zie de pdf van het Tijdschrift van RCE p. 20-21).
- Soms gaat het blijkbaar uitsluitend om "het onderzoeken". Het bladgoud dat gebruikt is voor De Gouden Koets, komt uit Celebes, aldus  journalist Rössing in zijn brochure over De Gouden Koets uit 1898, het jaar waarin de koets is gefabriceerd. Een onderzoek van Cultureel Erfgoed naar de mogelijke oorsprong van het bladgoud heeft slechts twee mogelijkheden onderzocht (Suriname en Zuid-Afrika). Men concludeerde dat de oorsprong Suriname moet zijn geweest, terwijl Celebes dus niet onderzocht is en trouwens het bladgoud enorm vervuild was met loodhoudende verf. (Lood is een zeer storende factor bij isotopenonderzoek.) Zo'n onderzoek is misleidend en je vraagt je af waarom zoveel tijd en geld besteed is om de uitkomst naar één bepaald gebied te leiden.
- In Simonstad in Zuid-Afrika heeft de VOC een ziekenhuis voor zeelui gehad. Een diepgaand onderzoek wees uit dat het de 184 mensen die daar nog begraven liggen "naar alle waarschijnlijkheid om personeel van de Compagnie [gaat] dat het leven op vreemde bodem liet". Dat vinden de onderzoekers toch wel heel bijzonder. En dat voor een VOC-ziekenhuis. Tsja, voor een leuk, onbezorgd verblijf in Zuid-Afrika zijn dit soort onderzoeken uitgelezen. Zo'n onderzoek is niet misleidend, nee, maar lijkt wel sterk op het EU-onderzoek dat als resultaat had dat het eten van appels gezond is.
- Onderzoekers proberen in beeld te krijgen of er koloniale sporen zijn in een weiland in Nederland (Heinenland). "Het is zeker dat hier vanaf 1800 aardappels hebben gestaan, die via overzeese handel in Nederland waren beland" is één van de vele onzin-zinnen. Hoe wonderlijk toch als "de aardappel" uit Zuid-Amerika afkomstig is.


Documentatie
- Restauratie: steenkeuze natuursteen (van Cultureel Erfgoed)

- Reparatie van steenachtige materialen (en mortel) (van WTA Nederland Vlaanderen)

- Baksteenmetselwerk, scheuren en herstel (van Cultureel Erfgoed)

- Onderhoud en restauratie glas-in-lood (van Cultureel Erfgoed)

- Herstel historisch interieurtextiel (van Cultureel Erfgoed)

- Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (website ERM)

- Site Ornamenten restauratie

- Conservering en restauratie van historische stucplafonds (van Cultureel Erfgoed)

- Materialen en technieken in historische metselwerkconstructies tussen 1830 en 1945 (van Laura Le Noir, Universiteit Gent)


Restauratiespecialisten
- Voor vakmensen in de bouw: Vakgroep Restauratie en Stichting ERM *)

- Monumenten.nl 

- Voor opleidingen in de erfgoedsector: NCE-opleidingen

- BOEi Restaureren en herbestemmen van cultureel erfgoed

- Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg

- Diverse soorten restauratoren: Restauratoren Nederland

- Vereniging van Architecten Werkzaam in de Restauratie (VAWR)

- Vereniging Restauratie Steenhouwers (VRS)

- Vereniging Timmerwerk Restauratie (VTR)

- Art Restorers Association (ARA) (restauratoren en conservatoren van kunstwerken en kunsthistorische objecten)

- verfwerk restauraties, bijvoorbeeld via een kleurtrapje (elke verflaag apart afkrabben zodat de opbouw zichtbaar wordt van oorspronkelijk tot recent) (Linova, Wendy Schoenaker)

- decoraties (Noir Deco)

- algemeen restauraties Rescura Totaalaanpak Restauraties.

*) Een greep uit de leden van de Vakgroep Restauratie en Stichting ERM, verdeeld over:
- Noord Nederland: Dijkstra Draisma (Dokkum), Jurriëns (vestiging Noord: Groningen)
- Oost Nederland: Bouwbedrijf Hoffman (Zutphen, Beltrum), Dijkhof (Klarenbeek), Slotboom Steenhouwers (Winterswijk), Ten Haken (Winterswijk),  Wesselink (Weerselo)
- Zuid Nederland: Nico de Bont (Vught), Oome (Raamsdonksveer), Van Dinther (Schaijk), Laudy Bouw (Sittard)
- West Nederland: Bambam Steenhouwers (Leiden), Burgy Bouwbedrijf (Leiden), Du Prie Bouw en Ontwikkeling (Leiden), Den Hoed (Bergambacht), De Heeren Bouwmeester (Woerden)  
- Midden Nederland: Jurriëns (Utrecht), Van de Burgt en Strooij (Amersfoort), Nico de Bont (Vught), Meesters In (Tienhoven), Legemaat Van Elst (Woudenberg), Koninklijke Woudenberg (Ameide), Duinkerke Dak&Zink (Maarsbergen)
- Amsterdam en omgeving: Kneppers, BAM Schakel en Schrale, Witte Bouw, Pronk (Warmenhuizen). 

Cursussen en opleidingen
Restauratiecentrum

Opleidingen voor de restauratie (leerprojecten)


Gunstig lenen voor restauratie, herbestemming, verduurzamen e.d.
- Nationaal Restauratiefonds


Bij kleinere objecten (meubels, schilderijen e.d.) wordt wonderwel vaker gesproken over "het restaureren van" dan "de restauratie van".

Saneermortels en restauratiemortels
- Saneermortel Köster

- Restauratiemortels (en andere mortels) Parex Lanko

- Saneermortel Remmers

- Restauratiemortel Remmers


klik op de afbeeldingen voor groter

vóór en na de restauratie van 1970, donkerstraat 26, harderwijk (cultureel erfgoed):


restauratie wapen huis bergh, origineel en kopie, restaurateur/beeldhouwer serge van druten bij mooy b.v.:


mal maken van een bestaand ornament om dat te reproduceren (reszto restauratie- en reproductietechnieken):


restauratie stucwerk (schuller restauratie stukadoors):


grondige schoonmaak: de gevel van de onze lieve vrouwekerk in brussel is op het beschermdoek afgebeeld (foto joostdevree):


na een restauratie is het soms zinvol de patina (de vervuiling) van oud metselwerk te verwijderen waardoor de kleuren weer goed naar voren komen en het
gehele gebouw een nieuw leven kan beginnen (geurts & schulze, uit een lezing "kleur en reliëf"):


restauratie van de stijve molen onder meerbeek; let op de prachtig pragmatische bouwkeet (stichting tot instandhouding van molens in de alblasserwaard en vijfheerenlanden):


te restaureren glas-in-lood en het werk in het atelier (glasatelier zuidnederland):


sofa vóór restaureren (wagenwiel):


Het woord restauratie is ontleend aan het Franse restauration (herstel), afgeleid van het Latijnse restauratio (id.), een afleiding van restaurare (herstellen); bron Etymologiebank.

Met dank aan Piet Hoekman bouwkundig advies, Stichting tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, Antiekboerderij Het Wagenwiel en het boek "Kijken naar monumenten  in Nederland" (Bosch & Keuning, 1979, samengesteld uit vouwbladen die zijn uitgegeven door de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg).

Verg. consolidatie, reconstructie, renovatie, onderhoud en herbestemming.

Eng. restoration

*) Een kopie van wat ooit verdwenen is wordt soms een simulacrum genoemd (eigenlijk van een persoon in de vorm van een beeldhouwwerk, maar soms ook van herbouw van een gebouw dat ooit gesloopt is). (Terug.)