Ook:
schaftwagen. Keet is de benaming
voor een gebouwtje voor tijdelijk gebruik, bijvoorbeeld tijdens
(wegen)bouwwerkzaamheden. De bouwkeet is tijdens de bouwfase een onderkomen voor
bouwpersoneel, bijvoorbeeld als kantoor, schaftlokaal of als verblijfsruimte bij slecht
weer. Wanneer het bouwwerk gereed is, wordt de bouwkeet verplaats naar het
volgende project of naar de opslagplaats van de bouwer.
In de bouw spreken we over bouwkeet, maar er zijn veel andere benamingen
zoals schaftkeet, kantoorunit, directiekeet, huurunit, tijdelijke ruimte.
Bouwketen zijn nog vaak van hout. Soms zijn bouwketen voorzien van twee of zelfs
vier wielen. Voor grotere projecten en minder ruimtebeslag zijn er keten met een
verdieping. Voor winterse of zomerse omstandigheden dient er bij voorkeur een
voorziening te zijn die warmte of koeling levert. Omdat de bouwkeet nog wel eens
het doelwit van graffiti-spuiters is, kan
hij al voorzien worden van een graffiti-achtige beschildering.
De term keet is als kete (hut, loods) al in het Middelnederlands bekend.
De herkomst is onduidelijk. Het woord keet kan ablautend verwant zijn met het
Protogermaanse kaito (hout), kitjo, waaruit mogelijk het
Middelnederlandse kitte (kruik, kan) is gevormd en wellicht het
Middelnederlandse kitzen, ketzen (klein aangebouwd vertrek). Bron Etymologiebank
en Academia.