Ook,
steeds vaker: gelijkspanning, DC-net (van Direct Current). Gelijkstroom is elektrische stroom waarbij de
elektronen in één richting door de koperdraad bewegen. De elektronen stromen van de min-pool naar de plus-pool;
onhandig is dat afgesproken is dat de elektrische stroom zich beweegt van + naar -,
dus in tegengestelde richting.
Bij
wisselstroom (gebruikelijk in ons elektriciteitsnetwerk) bewegen de elektronen niet allemaal in één richting,
maar wisselen 50 keer per seconde in richting (ofwel: met een frequentie van 50
Hz). Draaistroom (ook wel krachtstroom genoemd) is driefasespanning,
wisselstroom in drie fasen waardoor bijvoorbeeld over een vieraderige draad
meer stroom geleverd kan worden.
Veel apparatuur werkt op gelijkstroom. Ook bijvoorbeeld batterijen en
zonnepanelen leveren gelijkstroom, maar die wordt voor gebruik in het
elektriciteitsnet door een omvormer omgezet naar wisselstroom. In bijvoorbeeld
led-lampen is weer een omvormertje ingebouwd om van wisselstroom gelijkstroom
te maken.
Elektriciteit als gelijkstroom transporteren is
voor korte afstanden (tot een paar km) én afstanden van
meer dan 100 km efficiënt, maar voor de middellange minder. Daarom is op een
gegeven moment overgegaan op wisselstroom. Tot de jaren 1950 waren huizen nog
van gelijkstroom voorzien (het was een hele klus alle
gelijkstroom-huisaansluitingen om te vormen naar wisselstroom).
Voordelen gelijkstroom ten opzichte van wisselstroom
- In conventionele wisseltroomkabels gaat energie verloren door de warmteontwikkeling die door de elektronen veroorzaakt wordt. Hierdoor gaat bij transport via wisselstroom per 1000 km 10-15% van de energie verloren;
bij gelijkstroom is dat slechts ca. 4%. (Bij gelijkstroom is het energieverlies in de kabel ca. 1% en
bij de omzetting van/naar wisselstroom is dat ca. 3%.) Voor grote afstanden,
zeker vanaf 500 km, geeft gelijkspanning minder verlies aan vermogen dan
wisselspanning.
- Bij gelijkstroom kan meer stroom door de kabel (bij eenzelfde
diameter), minimaal 2 keer zoveel als bij wisselstroom
("more power per tower"). Er zijn bij gelijkstroom daarom ook minder elektriciteitsmasten nodig om de kabels te dragen. Zeker wanneer elektriciteit over grote afstanden moet
wordt vervoerd, is gelijkstroom aan te bevelen; zo is de NorNed kabel tussen Nederland en Zweden een gelijkstroomkabel. Deze kabel is een voorbeeld van High Voltage Direct Current (HVDC). Ook
de Cobra-kale tussen Denemarken en Nederland is een gelijkstroomkabel; deze
bestaat uit twee kabels voor het transport van elektriciteit (voor import en
export); via Insulated-Gate Bipolar Transistors (IGBT's) convertors wordt
gemakkelijk energierichtin gworden omgezet en de spanning worden geregeld; ook
is het gemakkelijk een (extra) windpark in te pluggen.
- Veel elektrische apparaten werken op gelijkstroom; denk aan
keukenapparatuur, led-verlichting, computers, tv's, audio/video-apparatuur; vrijwel
alle elektrische apparaten gebruiken intern gelijkstroom. Zo wordt
elektriciteit ook vaak als gelijkstroom opgewekt, omgezet naar wisselstroom en weer
teruggezet naar gelijkstroom; dat betekent verlies van energie en geld.
- Omdat we overal wisselstroom hebben, hebben we steeds omvormers
(convertors) nodig. Onder meer pv-panelen (zonnepanelen) en
windmolens leveren gelijkstroom die
dus bijna altijd omgezet wordt naar wisselstroom.
- De uitwisseling via middenspanningsnetwerken is internationaal problematisch
(faseverschillen e.d.); een gelijkstroomnetwerk biedt hierin een
oplossing.
- Vooral door de grotere capaciteit is gelijkstroom een mogelijkheid om congestie
(overbelasting) van het elektriciteitsnet te vermijden.
Nadelen gelijkstroom ten opzichte van wisselstroom
- De infrastructuur is vrijwel volledig gebaseerd op wisselstroom,
zowel wat betreft het openbare elektriciteitsnet als het netwerk in gebouwen. De
netbeheerders zullen niet snel een alternatief net aanleggen. Het
huidige net met voornamelijk wisselspanning is langzaam gegroeid naar een zeer
robuust geheel; terecht wil men dat niet snel veranderen (hoge kosten, hinder en
overlast op allerlei manieren).
- Gelijkstroom was niet zo gemakkelijk te verlagen naar een lagere spanning.
In de tijd van de strijd tussen gelijk- en wisselspanning waren de generatoren
op wisselspanning robuuster en was met wisselspanning gemakkelijker om te
schakelen naar hogere of lagere spanning.
Kortom
Oorspronkelijk werd alle transport van hoge voltages met wisselstroom uitgevoerd, omdat die gemakkelijk bij de gebruikers naar een lagere spanning (120V, 230V e.d.) was om te zetten.
Al langere tijd zijn er wel goede mogelijkheden om ook infrastructureel met
gelijkstroom om te gaan. En de AC/DC-convertors worden goedkoper
dus noodzakelijk omzetten is midner duur. (AC
staat voor alternating current, wisselstroom, en DC voor direct current,
gelijkstroom.)
Opmerking: in het Nederlands wordt meestal convertor geschreven (met tor
achteraan); in het Engels/Amerikaans is het bijna altijd converter (met ter
achteraan, heel soms zie je ook convertor). Overigens, wonderlijk dat we
in het Nederlands wel de term adapter gebruiken en niet adaptor;
waarschijnlijk omdat adapter veel jonger is (1979 en convertor ouder, van 1912).
In het Engels zijn de termen adepter en adeptor eigenlijk
synoniemen.