Een
thermoharder is een kunststof die hard wordt bij verhitting en daarna
hard blijft. In
tegenstelling met een thermoplast kan een
thermoharder niet meer van vorm veranderen (anders dan te ontleden,
een soort verkolen zou je kunnen zeggen): het eindproduct kan dus maar
éénmaal gevormd worden en de uiteindelijke eigenschappen mee te geven.
Thermoharders worden minder gebruikt dan thermoplasten omdat ze
(bijna) niet met spuitgieten
zijn te verwerken en slecht recyclebaar zijn. Thermohardende kunststoffen zijn normaal een stuk
brosser dan thermoplastische kunststoffen.
Thermoharders zijn altijd harde plastics. Ze zijn moeilijk te krassen en je kunt er moeilijk een
stukje afsnijden.
Een thermoharder is
een materiaal dat verkregen wordt door het samenvoegen van monomeren,
die verhit boven een bepaalde temperatuur, een vernet polymeer vormen dat
niet langer
van vorm kan veranderen. Dit netwerk van monomeren is door verhitting via atoombindingen met elkaar verbonden.
De bindingen tussen de atomen zijn sterk omdat ze covalent zijn, d.w.z.
de atomen hebben één of meer elektronenpaar gemeenschappelijk. Tijdens het
productieproces kunnen ze daarom maar één keer "gegoten" worden, waarna het plastic niet meer vervormbaar is.
Een voorbeeld van een thermoharder is bakeliet, de eerste kunststof
die gefabriceerd werd; het is een hars op basis van fenol en
formaldehyde (PF).
Andere voorbeelden zijn alkydharsen, epoxyharsen (EP; grote sterkte,
hardheid en hechtvermogen), polyurethaan (PUR),
melamineformaldehyde (MF), onverzadigde polyesters (UP en GUP;
"glasdraden", weefsels kitten aan elkaar, hoge sterkte).