ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ Toets
een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.
neoclassicisme
Neo-Classicisme(1770-1880), Lodewijk XVI, Empire, Waterstaatsstijl, Neo-Grec, gereduceerd
Neo-Classicisme, Beaux Arts
Eigenlijk
"neoclassicisme" (zonder hoofdletters), ook Classicisme. Het Neo-Classicisme is een architectuurstroming
uit het einde van de 18e
eeuw en de eerste helft van de 19e eeuw. De hernieuwde interesse in de
kunst van de klassieke oudheid was een reactie op de wollig-weelderige
Barok en Rococo
en het gevolg van belangrijke
archeologische opgravingen en studies in die periode (bijvoorbeeld Pompeï).
Men kreeg weer aandacht voor de boeken van Palladio over de klassieke
architectuur (eind 16e eeuw) en gebruikte er voorbeelden uit.
Kenmerkend in het Neo-Classicisme als bouwstijl
zijn:
- de zuivere vorm
- rechtlijnigheid en harmonie ("blokvormige
bouwvolumes"; streng geordend; tempelfront)
- de symmetrisch ingedeeld (symmetrie op de middenas), vaak witgepleisterde gevels
(met schijnvoegen)
- de
toepassing van klassieke elementen als frontons,
kroonlijsten,
zuilen
(Dorisch wat eenvoudig of strak, en
Korintisch wat weelderiger),
portico, pilasters
e.d. (later ook kariatiden
e.d.) en afgeleiden daarvan als cordonbanden,
attiekverdieping e.d.
- soms een belangrijke trap bij de ingang, zelfs wel eens
rondom de portico zoals bij Griekse tempels.
Ook de opkomst van de archeologie in de 19e eeuw heeft
veel bijgedragen aan
de hernieuwde belangstelling voor de klassieken.
In vooral de Engelse landschapskunst verschenen de follies,
kleine klassieke gebouwtjes en ruïnes met een knipoog.
Neo-classicistische architecten zijn o.m. de Franse Jean
Nicolas Louis Durand (vooral als docent aan de École Polytechnique in
Parijs), Claude Nicolas Ledoux (Rotonde de la Villette in Parijs) en
Etienne-Louis Boullée (uitsluitend ontwerpen, o.m. zijn Cénotaphe à Newton,
een soort bolvormige tempel), de Nederlandse Jan de Greef
(Gerechtsgebouw Prinsengracht in Amsterdam), Zeger Reijers (Het
Wachtje of Paviljoen in Den Haag), Jan David Zocher jr (de Beurs van
Zocher in Amsterdam), W.N. Rose (Willem Nicolaas, tehuis Bronbeek in
Arnhem), E.L. de Conick (Paleis van Justitie in Zwolle, later Museum
de Fundatie), Th. A. Romein (Paleis van Justitie in Leeuwarden), J.
van Embden (Johannes, stadhuis van Utrecht), K.G. Zocher (Karel George,
Sint Augustinuskerk in Utrecht) en de Duitse K.F. Schinkel (Karl Friedrich,
Schloss Charlottenhof in Potsdam).
Het Neo-Classicisme kent een aantal andere benamingen:
- Vanaf ca. 1770 tot ca. 1800 wordt wel de Lodewijk XVI stijl
(Louis Seize) genoemd: strakkere vormen, klassieke elementen zoals bij
kenmerken genoemd maar ook met guirlandes,
gebeeldhouwde hoofden e.d. als verfraaiing.
- Vanaf ca. 1800 tot ca. 1820 wordt deze stijl de Empirestijl
genoemd, door de Franse invloed van onder meer Lodewijk Napoleon.
- Vanaf ca. 1815 tot ca. 1850 is er de Waterstaatsstijl,
een sobere neoclassicistische stijl waarin vooral kerken werden
gebouwd, ontworpen door ingenieurs van Rijkswaterstaat.
- De zogenoemde Neo-Grec is de laatste fase van het Neo-Classicisme (ca.
1830-1850) waarin vooral de genoemde classicistische elementen
zichtbaar werden, een teruggrijpen op specifiek de Griekse
bouwkunst en zelfs af en toe vermengd met wat Egyptische elementen. Neo-Grec is
vaak wat speelser dan het
Neo-Classicisme. Denk
hierbij ook aan de kariatiden van de Winkel van Sinkel in Utrecht
van architect Pieter Adams (onderste foto).
- Vanaf 1850 is het Neo-Classicisme weer diverser, pluriformer,
met stijlonderdelen uit andere bouwstijlen (dit leidde tot
het Eclecticisme).
- In de latere fase werd de bouwstijl ook eenvoudiger
neoclassicistisch zoals
bij veel nieuwe spoorwegstations die werden gebouwd (vaak met
middenbouw en lagere vleugels), wat wel gereduceerd neoclassicisme
werd genoemd.
- In de latere fase werd de bouwstijl soms juist wat
weelderiger: de Beaux Artsis een
bouwstijl aan het einde van de 19de eeuw en een korte tijd in de 20e
eeuw, die gedoceerd werd aan de École des Beaux-Arts in Parijs. De
architectuur van de Beaux Arts is een weelderiger uitvoering vanNeo-Classicismeen
Neo-Renaissance en heeft
soms het bombastische van deBarok(eenvoorbeeld).
Klassieke kenmerken komen steeds weer terug in de architectuur. In de
20e eeuw bijvoorbeeld in het Postmodernisme.
huis koopmans de wet, zuid-afrika, ontworpen
door louis michel thibault:
felix meritis
in amsterdam in de classicistische lodewijk xvi-stijl, ontworpen door
jacob otten husly, 1787:
betrekkelijk sober neoclassicistisch paleis van justitie, leeuwarden,
1851; om de status te verhogen heeft de ingang hoge korintische zuilen,
een omvangrijk fronton en rondom een trap zoals bij griekse tempels; klik
voor groter (foto t. vd wal, 1982, monumentenzorg):
neogrec, winkel van sinkel utrecht, ontworpen door p. adams,
1835: