Een
attiek is een verhoging op de kroonlijst
van een gebouw, in de vorm van een borstwering
voor het dak of als lage bovenste verdieping met kleine vensters. Deze versiering onttrekt een stuk van het dak aan het
gezicht. In de Barok groeide de attiek vaak tot een halve verdieping,
ook wel de attiekverdieping of "mezzanino" genoemd.
Vaak is de attiek voorzien van een balustrade,
te zien als een opengewerkte borstwering met veel stenen spijlen.
De term attiek is afkomstig van het Franse attique (lage verdieping
onder het dak), afgeleid van Attica (een schiereiland in Griekenland),
dus eigenlijk een Attische
verdieping. Oorspronkelijk is attiek "een gebouw volgens de Atheense
bouwstijl, d.w.z. waarvan de gevels boven de kroonlijst uitsteken
om de aanzet van het dak te verbergen". Bron Grote Nederlandse
Larousse Encyclopedie en Etymologiebank.