Eigenlijk:
neorenaissance (zonder hoofdletter). De Neorenaissance is de neostijl in grote delen van
West-Europa aan het einde van de 19e eeuw. In ons land omvatte de neorenaissance profane architectuur en o.a. de
protestantse kerkelijke bouwkunst in het laatste kwart van de 19e eeuw
beheerste. De neorenaissance was in Nederland vooral geďnspireerd op de Vlaamse en Noord-Nederlandse
Renaissance van het eind van de 16e eeuw, met als doel de
"eigen stijl
van ons land" te laten herleven.
Karakteristieke elementen van de Neorenaissance zijn: - symmetrie (plattegrond én gevel)
- wandgeleding van pilasters - hardstenen banden (cordons e.d. in lichter
natuursteen of gele baksteen)
- decoratief beeldhouwwerk - kruiskozijnen - frontons boven ramen
- lijsten en ornamenten
- ontlastingsbogen
met gekleurd siermetselwerk (rondbogen, later segmentbogen)
- trapgevels
- sierankers - medaillons (cirkelvormige versieringselementen)
- later: gebruik van gietijzer (overkappingen e.d.).
klik op de afbeeldingen voor groter:
rijksmuseum amsterdam, arch. pierre cuypers, ontwerp 1876, gereed 1885
(foto ca. 1895, met dank aan wikipedia):
academiegebouw utrecht, 1848, arch. gugel en nieuwenhuis:
l'opéra in parijs, arch. charles garnier (vandaar ook de benamingen
opéra garnier en palais garnier), ontwerp 1861, geopend 1875: