De
empirestijl is, als een periode van het Neo-Classicisme,
de bouwstijl uit het begin van de 19e eeuw, ten tijde van
de Franse overheersing (Napoleon Bonaparte), gebaseerd op de hernieuwde kennismaking met de
antieken door opgravingen e.d. Toepassing van elementen uit de
Egyptische, Etruskische en Romeinse bouwkunst, waaruit het eclectische karakter blijkt.
Vanuit Frankrijk verspreidde de Empirestijl zich over Europa, wat ook de
politieke macht aangaf van het regiem van Napoleon.
De term wordt vooral toegepast voor de meubel- en interieurkunst uit deze
periode en niet vaak in de bouwkunst:
- strak en streng (om de "grandeur" te tonen), maar verfijnd,
gedetailleerd uitgevoerd en zeker fraai
- symmetrisch
- verguldsel op hout of met bronzen beslag (ook symmetrisch op vlakke
oppervlakken aangebracht)
- hout was vaak mahonie
- marmer bladen
- details op meubels: kolommen of pilasters,
militaria, sfinxen, palmetten e.d.; ook
keizerlijke symbolen zoals de letter N van Napoleon omgeven door een krans of
sterren o.d.
Kenmerken Empire bouwstijl (mist in Nederland soms
het verfijnde, zorgvuldige, gedetailleerde van Empire gebouwen in Frankrijk en
van Empire meubels):
- verwant aan Neo-Classicisme
- zuilen en pilasters
- stevige, strenge, "massieve" bouw
- symmetrisch
- brede muurdammen - hogere vensters (lager geplaatste vensterbanken).