Postmodernisme
is de bouwstijl die een reactie is op de
modernistische stromingen (het Modernisme
en Internationale Stijl
/ Nieuwe Bouwen). De nadruk ligt
niet meer op de functionele,
rationele, formele verschijningsvorm.
In het Postmodernisme wordt de klassieke
bouwkunst herontdekt als inspiratiebron voor de architectuur: klassieke elementen, vaak in combinatie met
moderne elementen als
vliesgevels. Klassieke elementen zijn
bijvoorbeeld lijsten (banden), timpanen
en zuilen; baksteen
wordt, als lokaal aspect, vaak toegepast maar bouwdelen worden ook in beton
uitgevoerd. Postmodernistische gebouwen lijken soms op gestileerde bouwwerken
uit de klassieke oudheid, met duidelijk uitvergrote stijlkenmerken. Soms lijken
postmoderne gebouwen op gewone moderne gebouwen met een kwinkslag. Wonderlijke
vlakken en hoeken maken deel uit van het bouwwerk. Het ornament
keert terug in de bouwkunst, maar meestal wel extreem vergoot. Meestal is er ook
een duidelijk streven naar omhoog, vandaar bijvoorbeeld de enorme puntdaken.
De
vermenging van stijlkenmerken maakt deze stroming in de architectuur tot een
(nieuw) eclecticisme.
Waar het Modernisme uitgaat van het rationele en less is more, accepteert het Postmodernisme dat
de mens irrationeel is in zijn denken en doen.
Soms detoneert een postmodern gebouw in een historische, stadse omgeving, maar
de eigenzinnigheid en humor vertedert ook, een beetje zoals je dochtertje met een tutu'tje met sterretjes
om meegaat naar een net restaurant.
Vaak voorkomende kenmerken van het Postmodernisme
- nadruk ligt niet meer op de functionele,
rationele, formele verschijningsvorm (zoals in het Modernisme)
- klassieke elementen (banden, timpanen, zuilen; verg. het Neo-Classicisme
waar die elementen ook terugkwamen; het Postmodernisme maakt alleen een veel
strakker en toch speelser en vrijer gebruik van die klassieke elementen)
- uitvergroting van bouwdelen (bijvoorbeeld gigantische kolommen, puntdaken, inkragingen)
- wonderlijke vlakken en hoeken (lijkt soms zelfs wat op het Deconstructivisme,
maar wel veel strakker; rechte rooilijn
wordt afgewezen, nu bijvoorbeeld ook golvende gevels)
- fantasierijke details, ontwerpen met humor
- combinaties van verschillende stijlen / vormen en bouwtechnieken (baksteen,
glas, beton, aluminium)
- gebruik van kleuren (gevels van verschillende, soms felle kleuren)
- speels en vrij zonder extreem overdreven te zijn (verg. Memphis
interieurstijl)
- vorm is letterlijke vertaling van de functie (een zogenoemde duck).
Soorten Postmodernisme(een zeer ruime omschrijving van Postmodernisme;
de bron van deze opsomming is helaas niet achterhaald)
"- Camp, ook wel Pop-architectuur: decorated sheds: Venturi, Moore, Graves (mis: parasitair)
- [Neo-]Rationalisme: teruggrijpen op aloude geometrische figuren, sober, link met de Middeleeuwen: Aldo Rossi, Gebr. Krier (mis: opgelegd, zwaar op de hand, massief)
- High Tech: verafgoding van de technische mogelijkheden: Foster, Rogers, Piano
- Déconstructivisme: alle grote theorieën hebben gefaald, dus (?) alle benaderingen mogen erin; maak een soort veelheid van benaderingen, maar ook pilaren die in het niets eindigen: Rem Koolhaas, Tschumi, Coöp Himmelblau, Gehry (mis: niet ironiserend, maar choquerend, kan nooit een grote stroming worden)
- Neo-funcionalisme: serieus: Eisenman, Richard Meyer
- Milieu: serieus, maar geënt op milieu-overwegingen, opzettelijke rondingen e.d. om op de natuur te lijken: Alberts en Huet."
- Duck: een gebouw wordt een duck genoemd als het letterlijk zijn
functie laat zien (naar de opmerking van Robert Venturi, mogelijk naar
aanleiding van de Big
Duck uit de jaren 1930; voorbeeld is een gebouw in de vorm van een eend
(duck) of een winkel voor de verkoop van sinaasappelsap in de vorm van een
gigantische sinaasappel; bekend is ook de hot-dog vorm).
Voorbeelden Postmodernen buitenland (bron van deze opsomming is helaas
niet achterhaald; wonderlijk, het zijn hier allemaal vroege ontwerpen want
de stroming kreeg pas echt aandacht in de jaren 1980)
- Charles Moore: Plazza d’Italia, New Orleans, 1976: een collage van aan Italiaanse architectuur ontleende citaten, vrij geïnterpreteerd (neonbalken, stalen kolommen)
- Philip Johnson: hoofdkantoor AT&T New York: gewoon modern kantoorgebouw, maar spraakmakende details zoals
de colonnade onder het gebouw met arcades en vooral de Chippendale-topgevel
- James Stirling: Neue Sttagalerie, Stuttgart, 1977: verticaal golvende voorzijde van dunne plaatjes natuursteen suggeren massieve blokken, achterzijde: laat-modern à la Le Corbusier
- Ricardo Bofill: Arcades du Lac bij Parijs, 1975: voetgangers op steenachtige straat, 3 tot 4
verd'en, klassieke arcades aan woningen, strakke bomenrij
- Ricardo Bofill: woningbouw Marne-la Vallée bij Parijs, 1975: compacte woningbouw in 17
verd'en met overmaatse klassieke kolommen waarin keukens en trappenhuizen, gevels van grote prefab beton-elemnten".
lokv-gebouw (landelijk ondersteuningsinstituut voor kunstzinnige vorming),
utrecht, 1985, arch. mart van schijndel (foto stichting
mart van schijndel):
lumiance-gebouw, waarbij de decoratie en ambachtelijkheid van het
postmodernisme de functionele glazen doos van het modernisme verzacht en
uitdaagt, haarlem, 1986, arch. mart van schijndel (foto stichting
mart van schijndel):
at&t building (tot ca. 1991), daarna sony tower of sony plaza (tot
2016), ontwerp 1978, gereed 1984, arch. philip johnson, foto galinsky;
klik voor de bron):
de piramides, amsterdam, ontwerp 2003, gereed 2007, architect sjoerd soeters
(foto j.
van hertum, wikipedia; klik voor de bron):
met een beetje vrijheid is ook het "zaanse hotel" inntel als
postmodernisme op te vatten, een voorbeeld van open
bouwen (gereed 2010; foto van het inntel hotel, afbeelding zaanstreek,
arch. wam
architecten, op basis van een stedenbouwkundig plan van soeters
van eldonk architecten; sinds 2016 is
het bureau van jos van eldonk common
affairs):
een klein beetje postmodernistisch, vleuterweide, utrecht (foto joostdevree):
postmodernisme "duck", hier in de vorm van een hot-dog, coney
island; klik voor de bron (foto john
wolfman, wikipedia):
De term Postmodernisme is afkomstig van het boek "The Language of Post-Modern Architecture"
van Charles Jencks, Amerikaans landschapsarchitect en auteur van boeken over
hedendaagse architectuur.