Er zijn nog veel daken en gevels waarbij geen of nauwelijks isolatie aanwezig is.
Voordelen van na-isolatie van niet of slecht geïsoleerde
daken en gevels van een gebouw:
- Na-isolatie geeft energiebesparing. Door de
hoge energiekosten is na-isolatie van het dak vaak noodzakelijk (tenzij de
zolder of verdieping onder het dak niet of nauwelijks wordt gebruikt)
- Er zijn minder koudebruggen en er vormt zich minder condens (minder
koud, minder kans op schimmel).
- Een goed-geïsoleerde woning heeft een voordeel bij verkoop van de
woning (beter energielabel, waarde-stijging).
- Geeft een beter wooncomfort (minder koud, minder vocht,
minder tocht).
Nadelen van na-isolatie:
- Onderzoeken wat het beste na-geïsoleerd kan worden. Een af te sluiten zolder
die nooit gebruikt wordt en zeer spaarzaam verwarmd wordt, hoeft niet
geïsoleerd te worden.
- Onderzoeken of na-isolatie van buitenaf of van binnenuit het beste is.
- Lastig bij muur- en dak-openingen (de gebouwschil is dikker geworden).
- Bij rijtjeshuizen en na-isolatie van buitenaf is afstemming met de buren
nodig.
- Kosten van materialen en arbeid.
- Bij elke verbouwing leeft men een tijdje in de rommel.
- Bij vloerisolatie: als er geen kruipruimte is of hij is te laag (je kunt er
niet in kruipen), dan kan de vloer alleen aan de bovenkant voor warmte
geïsoleerd worden.
Bij na-isoleren van het dak moet het isolatieplan en de uitvoering
van vakmanschap getuigen, zodat er geen vocht vanuit de binnenzijde (de warme zijde) en liever ook niet vanuit de buitenzijde in de
dakconstructie kan treden.
Een plat dak wordt ook anders geïsoleerd dan een hellend dak. Hier wordt vooral
het na-isoleren van het hellend dak besproken, omdat het hellend dak vaak de
meeste problemen geeft.
Let in verband met mogelijk vocht in de constructie in ieder geval op de
volgende aspecten (met dank aan Helmwijk
BV Isolaties):
- Er mag geen dampdruk (vocht) dringen in de constructie aan of vanuit de binnenzijde, omdat dit verder in de isolatie(lagen) kan
condenseren; ergens in de isolatie(lagen) zal
zich het condensatiepunt bevinden (zie eventueel dauwpunt).
Wanneer er nog geen dampremmer
aanwezig is, breng die zo dicht mogelijk aan de binnenzijde van de constructie
aan, bijvoorbeeld net boven de gipsplaten!
- Een eventueel bestaande dampremmende folie moet dus niet doorgeprikt worden. De
bestaande of nieuwe folie dient dampdicht te zijn en zo luchtdicht mogelijk te zijn
aangebracht.
- Vocht of damp mogen bij voorkeur niet in de dakconstructie doordringen, maar
als dat in de dakconstructie zit, moet dat naar buiten kunnen. Dus de algemene
theorie is: aan de binnenzijde een waterdichte dampdichte folie (zodat er
vanuit binnenshuis geen vocht in de dakconstructie kan komen) en aan de buitenzijde
een waterdichte dampopen folie (zodat vocht en damp weg kan).
Het is nogal verwarrend wat bij na-isolatie van daken wordt verstaan onder
"binnenzijde" en "buitenzijde". We verstaan "vanaf de
buitenzijde" bijvoorbeeld ook dat de isolatie bijvoorbeeld boven de sporen op de plaats van
het oude dakbeschot komt.
Oudere huizen hebben vaak een koud dak, d.w.z. er is geen isolatie aangebracht
of de isolatie zit onder het dakbeschot, dus het is een koud dakbeschot. (Bij
een warm dak is het dakbeschot warm door de verwarming binnenshuis en de
isolatielaag boven het dakbeschot.)
Voordelen na-isoleren aan binnenzijde:
- bij een serie tussenwoningen kan iedere eigenaar zelf beslissen zijn dak aan
de binnenzijde te isoleren
- voor een redelijke klusser is het na-isoleren aan de binnenzijde zelf uit te
voeren, maar wel met de juiste materialen!
Nadelen na-isoleren aan binnenzijde:
- door de verschillende kamers op de bovenste verdieping van een woning is het isoleren
aan de binnenzijde soms een omvangrijk werk.
Wanneer dakbeschot, tengels, dakbedekking (dakpannen) e.d. nog in goede staat verkeren, is isoleren vanuit
de binnenzijde te overwegen.
Dat kan het beste met een klimaatfolie.
Een klimaatfolie is
zowel dampopen als dampremmend. De slimme, zelfregulerende folie varieert het
dampremmende karakter afhankelijk van de luchtvochtigheid en temperatuur van de
ruimte en past
zijn dampdiffusie
(dampdoorlatendheid) daartoe automatisch aan het seizoen aan.
(Vroeger werd ook wel gewerkt met een spouw (open ruimte) onder het dakbeschot en de isolatie op het plafond,
maar de ventilatie met de buitenlucht geeft bij deze methode een koude luchtstroom en
mogelijk condensatie, wat voorkomen dient te worden.)
Er is voor het isoleren aan de "binnenzijde" van een dak eigenlijk maar één methode: - Bevestig het isolatiemateriaal tegen het
dakbeschot. - Breng aan de warme zijde van de constructie (woonzijde) een klimaatfolie aan.
- Plak en kit alle naden goed af (luchtdichte aansluitingen!).
- Zorg dat er tussen klimaatfolie en kamer (woonzijde) alleen dampopen
materialen zijn (anders wordt er toch nog vocht opgesloten in de constructie.
Gipsplaten en latex op waterbasis zijn dampopen; gebruik dus geen
geplastificeerde platen, isolerende muurverf,
muurverf op terpentine-basis, lak, plakplastic of dergelijke). - Doorboor de folie niet meer nadat de gipsplaten bevestigd zijn!
Voor een uitgebreide beschrijving van
de toepassing van de klimaatfolie bij "na-isolatie binnenzijde": zie
bij klimaatfolie.
isover vario km duplex uv klimaatfolie tussen de (grijze) gordingen (isover):
pro clima intello klimaatfolie tussen de (houtkleurige) sporen (isolatienoord):
unidek-reno-fast met witte toplaag voor het isoleren aan de binnenzijde
van het dak (kingspan):
toepassing van klimaatfolie en isolatiemateriaal bij isoleren van houten
dak en gevel (easycell):
Als de buitenzijde van het dak van het dak geïsoleerd wordt, dan zal de
dakbedekking (pannen, tengels, pannendak, of bitumen o.d.) verwijderd moeten worden
en uiteindelijk hoger liggen dan vóór het isoleren aan de buitenzijde. Bij een rijtjeshuis staat zo'n dak
nogal knullig als niet iedereen in het rijtje mee-isoleert op die manier (afbeeldingvoorbeeld dakisolatie aan
buitenzijde bij rijtjeshuis).
Een verhoging van het dak betekent ook andere detaillering bij dakgoot,
dakkapel, doorvoeren e.d.
Voordeel van de "buitenzijde" isoleren, boven het na-isoleren van de
"binnenzijde", is dat de isolatieschil ononderbroken is en
koudebruggen daardoor beter voorkomen kunnen worden.
Nadeel is natuurlijk dat de dakpannen eraf moeten.
Opties voor een geïsoleerd dak aan de "buitenzijde":
- isolatieplaten op het bestaande dakbeschot (als dakbeschot niet verrot is)
- aanbrengen isolatieplaten (voordeel: kan ook op een oud, doorgebogen
dakbeschot)
- als het dakbeschot niet goed meer is en er dan toch veel werk van gemaakt wordt, is wellicht ook te denken aan een
nieuw, standaard geïsoleerd dak (scharnierkap,
sandwichpanelen o.d.) maar dat maakt het uiteraard duurder
- er is ook een isolatieplaat van gerecycled PIR (de InsuRoof Reno van Insus).
Stappenplan, uitgaande van isolatieplaten (met dank aan Duurzaam
MBO, opbouw dak van onder naar boven):
- verwijder oude dakbedekking, tengels, panlatten
- breng dampremmende folie aan op de bestaande spanten / sporen (vochtige lucht
/ condens kan dan vanuit de woning niet in de isolatielaag komen)
- zet de isolatieplaten vast op de nieuwe dakconstructie (met speciale schroeven
e.d.)
- breng een dampopen onderdakfolie aan op de isolatie zodat de condens langs de buitenzijde niet kan
binnendringen
- schroef de (nieuwe) tengels vast door de isolatieplaten heen en nagel de
(nieuwe) panlatten op de tengels
- plaats de (bestaande) pannen.
isolatie aan de buitenzijde, boven de dakconstructie
(balken):
Isoleren van een plat dak aan de binnenzijde kan door het toepassen van een klimaatfolie.
Een klimaatfolie wordt vooral toegepast in constructies waarbij de koude kant (buitenkant) niet of nauwelijks kan
ademen.
(d) "Buitenzijde"
plat dak isoleren Voor het na-isoleren van een plat dak wordt meestal de buitenzijde
geïsoleerd, niet alleen om condens-problemen te vermijden maar ook omdat platte
daken vaak toebehoren aan wooncomplexen waarbij alle daken van de woningen van
de bovenste verdieping in één keer worden geïsoleerd. Voor rijtjeshuizen met
platte daken kan na-isolatie aan de binnenzijde worden toegepast, als niet alle
eigenaren na-isolatie willen.
Na-isolatie van platte daken vindt meestal plaats met isolatieplaten. Houd
rekening met de mate van beloopbaarheid van de isolatie en met het afschot.
Ook bij een omgekeerd dak kan de
isolatie op de bestaande dakbedekking geplaatst worden, waarna een ballastlaag
van grind de isolatielaag vasthoudt en beschermt tegen hoge
temperatuurverschillen.
Voordelen isoleren aan buitenzijde van een plat dak:
- door de verschillende kamers op de bovenste verdieping van een woning met plat
dak is het na-isoleren aan de buitenzijde meestal eenvoudiger dan
na-isoleren aan de binnenzijde.
Nadelen isoleren aan buitenzijde van een plat dak:
- bij rijtjeshuizen met meer eigenaars is het wellicht moeilijk iedereen mee te
laten werken.
voor naïsolatie van een plat dak, unidek runner afschot (kingspan):
- de buitenmuur zelf moet zo dampopen mogelijk zijn (vocht uit de gevel moet
naar buiten weg kunnen)
- bij bepaalde steensoorten kan het vocht niet voldoende verdwijnen, waardoor de steen langer vochtig is en meer kans is op
vorstschade aan de steen; dit doet zich voor bij geglazuurde stenen,
verblendstenen en zeer harde stenen
- het buitenspouwblad mag niet behandeld zijn met een niet-dampdoorlatend
middel (de buitenmuur kan door de na-isolatie het vocht niet meer kwijt aan
de spouwzijde en het isolatiemateriaal kan het vocht niet kwijt aan de
buitenmuurzijde omdat die niet dampdoorlatend is; alles blijft dan veel langer
vochtig; een spouwmuur waarvan de buitenmuur met een dampdichte verf behandeld, kan dus beter niet nageïsoleerd
worden; een gehydrofobeerde muur zal
meestal wel dampopen zijn, maar ga na of de gevel geïmpregneerd is met een
dampopen middel)
- het voegwerk moet goed zijn (indringen van vocht is aanzienlijk minder bij goed voegwerk)
- wanneer de ramen goed geïsoleerd zijn, kan bij ongeïsoleerde of
slecht geïsoleerde muren juist op de binnenzijde van die muren condensatie
optreden omdat vochtige lucht neerslaat op een relatief koud vlak (in één zin
het nut van isolatie van oudere gevels bij renovatie van de ramen)
- na-isoleren betekent dat er in huis vaak beter geventileerd moet worden (het
huis is meer luchtdicht geworden en vooral bij oude huizen is er meer kans op condensatie
bij koudebruggen)
- let er op dat de ventilatieroosters in de muren onder de vloer van
de begane grond niet dicht komen te zitten met het isolatiemateriaal (de kruipkelder moet geventileerd blijven)
- de ventilatie in het gebouw moet goed zijn (door de muren verdwijnt
niet veel vocht meer naar buiten; ventilatie
gaat condensatie e.d. tegen)
- wanneer plafond, ramen e.d. of andere delen van de gevel minder goed
geïsoleerd zijn, dan vormen die delen koudebruggen
en kan er op die vlakken condensatie optreden en na verloop van tijd
schimmelvorming ontstaan
- de prijzen van het materiaal en het uitvoeren van de werkzaamheden ontlopen
elkaar niet veel; bij na-isoleren aan de binnenzijde kunnen wat extra kosten
ontstaan door elektra e.d.
- m.b.t. isolatiegraad van ramen, kozijn en muren is het ideaal waarschijnlijk
wel:
. de Rc van de muur groter dan die van de beglazing (om condens op muren te
vermijden)
. de Rc van het kozijn groter dan die van de beglazing (om condens op kozijn te vermijden).
Isolatie aan de binnenzijde via een soort voorzetwand is ideaal als:
- de woning een ongeïsoleerde of slecht geïsoleerde spouw heeft of steensmuren
- de buitenzijde van de woning niet kan of mag worden aangetast
(bijvoorbeeld monument, beschermd stadsgezicht, rijtjeshuis of
twee-onder-een-kap en de buren willen niet isoleren aan de buitenzijde, woning
grenst direct aan openbaar gebied)
- bij gevelisolatie aan de binnenzijde van het huis ligt het dauwpunt
op het contactvlak tussen muur (binnenspouwblad) en binnengevelisolatie; dit kan
condensvorming geven (afbeelding,
max. dampspanning is rood, werkelijke dampspanning is blauw). Let op: zie verder bij gevelisolatie
binnenzijde.
Het beste is waarschijnlijk om de buitenzijde van de woning te isoleren,
maar dat heeft nogal wat gevolgen voor de esthetiek van het gebouw, zeker als
het een rijtjeshuis betreft en de rest van de woningen niet op die manier geïsoleerd wordt.
Bij een
slechte toestand van de buitenmuur (stabiele scheuren, veel voegsel los, vaak
last van vochtdoorslag) is
na-isolatie van de buitenzijde natuurlijk een mogelijkheid om die toestand te
"herstellen". De kosten daarvan zijn vergeleken met
"volspuiten" aanmerkelijk hoger, maar het resultaat is doeltreffender
en de levensduur is in principe onbeperkt (wel af en toe keimen
o.d.). Eigenlijk maakt deze methode van na-isoleren ook gebruik van een
voorzetwand, maar dan aan de buitenzijde van het gebouw. Let op: zie verder bij gevelisolatie
buitenzijde.
Na-isolatie van spouwmuren
door vulling van de spouw is na aanvankelijke problemen verbeterd, bijvoorbeeld door
het toepassen van polystyreenparels
of HR IsoWool. Bij
na-isolatie wordt een vulling aangebracht tussen binnenspouwblad
en buitenspouwblad (binnenmuur en
buitenmuur, ook wel binnenblad en buitenblad genoemd).
Er zijn veel redenen om spouwvulling als na-isolatie uit te laten voeren, maar
er zijn ook redenen om niet de spouw te vullen of om een bepaald
isolatiemateriaal of -methode niet toe te passen. Let op: zie verder bij gevelisolatie
spouw.