Na-isolatie
van niet of slecht geïsoleerde muren van een gebouw verhoogt het comfort en
bespaart energie. Na-isolatie van zulke muren kan globaal op drie manieren
plaatsvinden:
(a) isolatie aan de binnenzijde van de woning
(b) isolatie aan de buitenzijde van de woning
(c) isolatie in de luchtspouw van de spouwmuur (indien aanwezig).
Voor alle methoden geldt:
- de buitenmuur zelf moet zo dampopen mogelijk zijn (vocht uit de gevel moet
naar buiten weg kunnen)
- bij bepaalde steensoorten kan het vocht niet voldoende verdwijnen, waardoor de steen langer vochtig is en meer kans is op
vorstschade aan de steen; dit doet zich voor bij geglazuurde stenen,
verblendstenen en zeer harde stenen
- het buitenspouwblad mag niet behandeld zijn met een niet-dampdoorlatend
middel (de buitenmuur kan door de na-isolatie het vocht niet meer kwijt aan
de spouwzijde en het isolatiemateriaal kan het vocht niet kwijt aan de
buitenmuurzijde omdat die niet dampdoorlatend is; alles blijft dan veel langer
vochtig; een spouwmuur waarvan de buitenmuur met een dampdichte verf behandeld, kan dus beter niet nageïsoleerd
worden; een gehydrofobeerde muur zal
meestal wel dampopen zijn, maar ga na of de gevel geïmpregneerd is met een
dampopen middel)
- het voegwerk moet goed zijn (indringen van vocht is aanzienlijk minder bij goed voegwerk)
- wanneer de ramen goed geïsoleerd zijn, kan bij ongeïsoleerde of
slecht geïsoleerde muren juist op de binnenzijde van die muren condensatie
optreden omdat vochtige lucht neerslaat op een relatief koud vlak (in één zin
het nut van isolatie van oudere gevels bij renovatie van de ramen)
- na-isoleren betekent dat er in huis vaak beter geventileerd moet worden (het
huis is meer luchtdicht geworden en vooral bij oude huizen is er meer kans op condensatie
bij koudebruggen)
- let er op dat de ventilatieroosters in de muren onder de vloer van
de begane grond niet dicht komen te zitten met het isolatiemateriaal (de kruipkelder moet geventileerd blijven)
- de ventilatie in het gebouw moet goed zijn (door de muren verdwijnt
niet veel vocht meer naar buiten; ventilatie
gaat condensatie e.d. tegen)
- wanneer plafond, ramen e.d. of andere delen van de gevel minder goed
geïsoleerd zijn, dan vormen die delen koudebruggen
en kan er op die vlakken condensatie optreden en na verloop van tijd
schimmelvorming ontstaan
- de prijzen van het materiaal en het uitvoeren van de werkzaamheden ontlopen
elkaar niet veel; bij na-isoleren aan de binnenzijde kunnen wat extra kosten
ontstaan door elektra e.d.
- m.b.t. isolatiegraad van ramen, kozijn en muren is het ideaal waarschijnlijk
wel:
. de Rc van de muur groter dan die van de beglazing (om condens op muren te
vermijden)
. de Rc van het kozijn groter dan die van de beglazing (om condens op kozijn te vermijden).
(a) Isolatie aan de binnenzijde van de woning
Isolatie aan de binnenzijde via een soort voorzetwand is ideaal als:
- de woning een ongeïsoleerde of slecht geïsoleerde spouw heeft of steensmuren
- de buitenzijde van de woning niet kan of mag worden aangetast
(bijvoorbeeld monument, beschermd stadsgezicht, rijtjeshuis of
twee-onder-een-kap en de buren willen niet isoleren aan de buitenzijde, woning
grenst direct aan openbaar gebied).
Voordeel is dat meestal de luchtspouw blijft bestaan; nadeel is dat het
vaak iets duurder en lastiger is. Met de betere isolatiewaarden van isolatieplaten
is
waarschijnlijk een betere isolatie te verkrijgen dan wanneer de spouw gevuld
wordt. Let er bij spouwloze muren (steensmuren) op dat er dan een
kleine luchtspouw nodig kan zijn en dat het
bij voorkeur een dampopen constructie is.
Na-isolatie aan de binnenzijde gebeurt meestal in een soort
houtskeletbouw-constructie via stijlen en minerale wol en gipsplaten, via
stijlen en een multifolie en gipsplaten, of via een fabrieksmatig geïsoleerde voorzetwand
(panelen).
Extra aandachtspunten (voor- en nadelen) bij isolatie aan de binnenzijde op:
- de ondergrond moet draagkrachtig en vlak zijn
- er is ruimte nodig voor isolatie, extra wand (gipsplaten o.d.) en
eventueel luchtspouw; die ruimte verlies je in het interieur (o.m. afhankelijk
van het systeem en de gewenste isolatiewaarde is dat ca. 8-16 cm)
- er moet rekening gehouden worden met zaken die op, aan of dichtbij de muur
staan: doortrekken elektra en lichtpunten die in de buitenmuur zitten,
verplaatsen of doortrekken cv-radiatoren, nieuwe
dagkanten en vensterbanken
voor muuropeningen, doorgangen van cv-leidingen e.d., opnieuw aanbrengen plinten
- de temperatuur binnenshuis kan wat meer schommelen omdat de woning sneller opwarmt en
sneller afkoelt (vergeleken met de andere isolatiemethodes)
- kies een niet te zware extra wand om de vaak oude houten vloeren niet
te veel te belasten
- de gevel blijft van buiten onaangetast - de isolatie kan gefaseerd worden uitgevoerd (per kamer of per
verdieping, of alleen de begane grond!).
Er zijn verschillende fabrikanten en methodes van na-isoleren aan de binnenzijde
mogelijk via een voorzetwand:
- Faay heeft het W’all-in-One
systeem met voorzetwanden van gipsplaat, PIR-isolatie en dampremmer; er kan uit verschillende isolatiediktes gekozen kan worden
(met luchtspouw; met een vaste of vrijstaande constructie; brochure
W'all-in-One).
Voor een Rc = ca. 4,0 kan Faay W'all-in-one PG90 voldoende zijn, incl. spouw 20
mm en gipsplaat 9,5 mm is totaaldikte slechts 90 mm. Ook Kingspan
brengt het W'all-in-One systeem.
- Kingspan heeft het gemakkelijk verwerkbare systeem Kooltherm
K17 dat werkt met een regelwerk en "resol
hardschuim isolatieplaat met vezelvrije kern, aan één zijde voorzien van een
glasvlies cachering en aan de andere zijde een gesloten aluminium folie met daarop 12,5 mm dikke gipskartonplaat"
(door de spouw ook goed toepasbaar bij steensmuren of slecht geïsoleerde
spouwmuren, en omdat de gipsplaat verbonden is met het isolatiemateriaal
gemakkelijk te verwerken).
Voor een Rc = ca. 4,0 kan Kooltherm K17 70/12,5 mm voldoende zijn, met spouw van
20 mm en 12,5 mm gipsplaat: totaaldikte slechts 103 mm (bij 9,5 mm
gipsplaat is het 100 mm).
(Opmerking: Kingspan Optim-R heeft een betere isolatiewaarde dan Kooltherm, maar dit vacuüm
isolatiepaneel mag niet doorboord of verzaagd worden omdat het anders zijn vacuüm
verliest en daarmee de zeer goede isolatiewaarde. Het paneel zou voor de
toepassing bij een voorzetwand met stijf materiaal "ingepakt" kunnen worden
(PIR o.d.) maar dan is het voordeel van de dunnere isolatielaag goeddeels verdwenen.)
- Het Xella-systeem Ytong Multipor
maakt gebruik van minerale isolatieplaten (blokken van speciaal
cellenbeton dat beter isoleert dan normale cellenbeton);
voordeel is dat het isolatie en muur inéén is, zeer licht, dampopen,
onbrandbaar, vormvast, stootvast; bij grote diktes van Multipor
moet de vloer het extra gewicht kunnen dragen (door veel luchtcellen ca. 115
kg/m3 dus valt eigenlijk best mee), ook hier goede isolatiewaarden
maar bij een duidelijk dikkere laag dan bij andere isolatiematerialen, echter geen
spouw nodig (meestal zonder luchtspouw bij steensmuur) en ook geen
gipsplaat.
Voor een Rc = ca. 4,0 kan Multipor 160 mm voldoende zijn (geen spouw en geen
gipsplaat nodig): totaaldikte 160 mm. (brochure
Multipor)
- Systeem Isover en metal stud
werkt met een aluminium regelwerk, isolatie, underlayment en gipsplaten (en
dampopen folie aan buitenzijde en dampremmer aan binnenzijde; met luchtspouw).
Voor een Rc = ca. 4,0 kan Isover Metal-stud 90+60 mm voldoende zijn, met spouw
van 20 mm en 12,5 mm gipsplaat: totaaldikte ca. 183 mm (bij 9,5 mm
gipsplaat is het 180 mm).
- Systeem Isover en houtskeletbouw werkt met een houten regelwerk,
isolatie, underlayment en gipsplaten (en dampopen folie aan buitenzijde en
dampremmer aan binnenzijde; met luchtspouw).
- Het Isobouw Slimfix
Deco systeem maakt isolatie van zolders mogelijk (denk wel aan
damptransport; "SlimFix® Deco is toepasbaar voor het renoveren of na-isoleren van
ongeïsoleerde, waterdichte daken zonder dampremmende laag, bekleed met een schubvormige ventilerende
dakbedekking, zoals pannen en leien").
de hier getoonde voorbeelden zijn alle ook toepasbaar
bij slecht geïsoleerde gevels en bij steensmuren (zonder spouw);
de Rc's zijn waarschijnlijk overal bepaald bij een steensmuur en 20
mm luchtspouw (indien van toepassing)
faay w'all-in-one systeem, één systeem dus gemakkelijk; voor Rc=ca.
4,0 benodigde dikte incl. spouw en gipsplaat slechts
ca. 90 mm (wel een gipsplaat van 9,5 mm dik); klik voor
de brochure (faay)
(kingspan-gegevens
w'all-in-one):
kingspan kooltherm k17, één systeem dus gemakkelijk; voor
Rc=ca. 4,0 benodigde dikte incl. spouw en gipsplaat slechts
ca. 103 mm;klik voor de brochure (kingspan):
multipor, multipor is dampopen, één systeem dus gemakkelijk,
door-en-door gehydrofobeerd dus waterafstotend, dikkere isolatielaag; voor
Rc=ca. 4,0 benodigde dikte ca. 160 mm (geen spouw en gipsplaat nodig);
klik voor de brochure (xella):
isover metal-stud, veel losse onderdelen, voor Rc=ca. 4,0 benodigde
dikte incl. spouw en gipsplaat ca. 183 mm (isover):
(b) Isolatie aan de buitenzijde van de woning
Het beste is waarschijnlijk om de buitenzijde van de woning te isoleren,
maar dat heeft nogal wat gevolgen voor de esthetiek van het gebouw, zeker als
het een rijtjeshuis betreft en de rest van de woningen niet op die manier geïsoleerd wordt.
Bij een
slechte toestand van de buitenmuur (stabiele scheuren, veel voegsel los, vaak
last van vochtdoorslag) is
na-isolatie van de buitenzijde natuurlijk een mogelijkheid om die toestand te
"herstellen". De kosten daarvan zijn vergeleken met
"volspuiten" aanmerkelijk hoger, maar het resultaat is doeltreffender
en de levensduur is in principe onbeperkt (wel af en toe keimen
o.d.). Eigenlijk maakt deze methode van na-isoleren ook gebruik van een
voorzetwand, maar dan aan de buitenzijde van het gebouw.
Zie verder bij gevelisolatie
buitenzijde.
(c) Isolatie in de luchtspouw van de spouwmuur
Na-isolatie van spouwmuren
door vulling van de spouw is na aanvankelijke problemen verbeterd, bijvoorbeeld door
het toepassen van polystyreenparels. Bij
na-isolatie wordt een vulling aangebracht tussen binnenspouwblad
en buitenspouwblad (binnenmuur en
buitenmuur, ook wel binnenblad en buitenblad genoemd).
Extra aandachtspunten (voor- en nadelen) bij na-isolatie van de spouw:
- na-isoleren moet met een niet-organisch materiaal omdat bij
een organische vulling vocht door de buitenmuur kan treden en het
materiaal kan rotten
- de spouw moet schoon zijn; door bijvoorbeeld speciebruggen (speciebaarden)
tussen buiten- en binnenspouwblad droogt bij na-isolatie
van de spouwmuur een vochtige plek veel minder snel op, met kans op vochtplekken
bij de buitenmuur en op die plekken bij de binnenmuur meer kans op schimmel
(wanneer die plek langere tijd vochtig is); voordat tot na-isolatie wordt
overgegaan, moet het isolatiebedrijf de spouw van de spouwmuur onderzoeken
- de spouw moet overal even breed zijn, omdat anders het spuitmateriaal
niet goed verdeeld wordt
- een spouw kan maximaal de spouwdikte aan isolatie bevatten, dus stel de
verwachtingen niet te hoog als die spouw wat klein is (bijvoorbeeld 3 of 5 cm)
- na-isolatie door het "volpurren" van spouwmuren is duidelijk niet
gewenst (pur neemt water op dus geeft dat ook door aan het binnenblad; er
kunnen luchtzakken ontstaan waar vocht in blijft staan en het binnenspouwblad nat blijft;
muizen schijnen heerlijke nestjes in de pur te maken)
- vooral wanneer er al scheuren of tekenen van vochtdoorslag in de gevel
aanwezig zijn, kan na-isoleren van de spouw scheuren en vorstschade geven, omdat door
de vulling van de spouw de temperatuur van de buitenmuur hoger oploopt
(hitte, zonneschijn) en lager zakt (koude, vorst, hagel; de gevel wordt niet
meer verwarmd door de slecht geïsoleerde muur)
- wanneer een rijtjeshuis wordt nageïsoleerd, dient een voorziening
getroffen te worden dat de spouwmuur van de belendende panden niet wordt
mee-geïsoleerd, als dat niet gewenst is (een gedeeltelijke isolatie is ongewenst en nadelig)
- de gevel blijft van buiten en van binnen onaangetast
- de garantie van meestal 10 jaar op na-isolatie van de spouw is echt te
kort, gezien het lange leven van een huis.