Ook:
holle plaatvloer; Vlaams: welfsel. Een kanaalplaatvloer is een vrijdragende systeemvloer;
de
kanaalplaatvloer bestaat uit prefab gewapend betonnen vloerplaten die van
holle kanalen zijn voorzien (wapening in de lengterichting). Over deze kanaalplaatvloer hoeft vaak alleen
maar een dekvloer
(afwerklaag) van minimaal 50 mm te worden gestort.
Soms komt er in plaats van een afwerkvloer
of als extra laag een
druklaag
op (dus gewapend beton), bijvoorbeeld als de kanaalplaatvloer een extra hoge
belasting per m2 aan moet kunnen (sterkte)
of als horizontale
schijf dienst moet doen (stabiliteit),
waardoor de druklaag ook constructief meewerkt.
Kanaalplaatvloeren kunnen als dakvloeren worden toegepast en, net als
breedplaatvloeren, ook als verdiepingvloeren.
Voordelen van kanaalplaten
- Grote overspanningen en hoge belastingen. Kanaalplaten zijn vooral geschikt voor projecten waarbij grote overspanningen
of hoge belastingen aan de orde zijn.
Voorgespannen beton. Kan ook hogere lijnlasten opnemen.
Diktes van kanaalplaten variëren van
135-500 mm, breedtes 600 of 1200 mm en
lengtes van 5 tot zelfs 18 m (afhankelijk van de dikte); er komt meestal een 50
mm dekvloer op de kanaalplaatvloer. De dikte van de dekvloer moet
voldoende zijn om leidingen e.d. op een goede manier te kunnen bergen.
- Geen betonstempels en geen bekistingen nodig. Deze "bouwwijze"
heeft geen betonstempels
nodig als tijdelijke steun en geen bekistingen.
Met een kraan worden de kanaalplaten op hun plaats gelegd.
- Eenvoudige en snelle
montage.
- Voor beganegrondvloeren
(met isolatie) én voor verdiepingvloeren én eventueel voor het
dak: handig, één type vloer, één leverancier.
- Relatief laag eigen gewicht (besparing beton door de luchtkanalen).
- Goedkoop. Kanaalplaten zijn relatief goedkoop, goedkoper dan de
breedplaatvloer, maar minder goedkoop dan
de ribbenvloer.
- Met of zonder isolatie. Hoge isolatiewaardes mogelijk.
- In BIM op te nemen.
- Vooral geschikt voor seriematige bouw.
- Druklaag mogelijk. Opruwing bovenzijde kanaalplaten voor betere
hechting met druklaag.
- Geïsoleerde oplegging
mogelijk.
Nadelen kanaalplaten (ten opzichte van bijvoorbeeld breedplaten)
- De vormvrijheid is van breedplaatvloeren groter.
- Kanaalplaatvloeren kunnen alleen als draagstructuur lijnvormig ondersteund
worden (balken of wanden). Breedplaatvloeren kunnen zowel een lijnvormige als
een puntvormige ondersteuning (kolommen) hebben. Overigens, de ribbenvloer
en de vlakke plaatvloer kunnen ook
uitsluitend lijnvormige opleggingen hebben.
- Voor leidingen moeten speciale voorzieningen worden getroffen.
Leidingen zijn bij breedplaatvloeren gemakkelijker in te storten. (VBI heeft
daarvoor het DoorStapelSysteem met kanaalplaten met leidingsleuven, handig voor
appartementsvloeren.)
- Tussen de kanaalplaten zijn naden, die meestal afgewerkt dienen te
worden.
- Wanneer de kanalen niet afgedekt worden met kanaaldeksels, kan er water in de
kanalen komen wat vorstschade en (later) vochtplekken tot gevolg kan hebben (kanaaldeksels worden
toegepast voor en tijdens transport en tijdens de bouw wanneer de kanaaleinden
nog niet afgeschermd zijn i.v.m. kanaaldichting). Vorstschade kan ontstaan
wanneer water in de kanalen niet weg kan lopen door de afwateringskanaaltjes en
tijdens bevriezen uitzet. Zorg er ook voor dat er geen mortelresten in de
afwateringskanaaltjes komt.
- Wanneer de kanalen niet afgedicht zijn met speciaal
afdichtingsmateriaal (bijvoorbeeld de vulblokken van Celdex), kan er lucht in de
kanalen komen dat ongewenst is i.v.m. de luchtdichtheid
van de gebouwschil.
Uitsparingen
Uitsparingen (doorvoeren, ravelingen
e.d.) dienen vooraf afgestemd te worden met de leverancier, zodat er geen
scheurvorming optreedt en de sterkte voldoende blijft. Bij het berekenen van de
kanaalplaat wordt de locatie van de uitsparing soms op geringe wijze aangepast
om te voldoen aan de constructieve juistheid. Ook bij het opnemen van leidingen
in de kanaalplaat kan de mogelijke vervorming en het verlies aan sterkte
gecompenseerd worden door een dikkere onderschil te nemen (bijvoorbeeld
kanaalplaatdikte van 260 of 320 mm i.p.v. 200 mm).
Thermische isolatie bij beganegrondvloeren
De
kanaalplaatvloer voor beganegrondvloeren heeft thermisch isolatiemateriaal aan de onderzijde. Er zijn ook speciale kanaalplaatvloeren met
leidingdoorvoer.
Druklaag
De kanaalplaatvloer wordt vaak voorzien van een druklaag (een gewapende
afwerklaag van ca. 50 mm), vooral bij een harde afwerklaag (keramische tegels,
natuursteen e.d.) omdat de kans op scheurvorming van de afwerklaag daardoor aanzienlijk afneemt.
Luchtdichtheid en thermische afsluiting
Een manier om woningscheidende kanaalplaatvloeren luchtdicht en thermisch af te
sluiten is Airtight van Mavotrans:
"Met Airtight wordt verrassend eenvoudig in één handeling zowel een luchtdichte als een thermische en akoestische afsluiting tussen bouwdelen gerealiseerd.
Airtight bestaat uit een gevacumeerde strook minerale wol verpakt in een dampremmende PE-folie. Na plaatsing en doorprikken van de vacuüm folie expandeert de wol en vult Airtight de gehele ruimte volledig uit. De gerealiseerde aansluiting is thermisch geïsoleerd, luchtdicht en brandveilig."
"Woningen met kanaalplaatvloeren voldoen aan luchtdichtheidsklasse 2 als kanaalafdichtingen worden toegepast en aan
luchtdichtheidsklasse 3 als kanaalafdichtingen en naadafdichtingen worden toegepast. De naadafdichting is de dichting van de naden tussen gevelconstructie en vloer. Dit kan gedaan worden met bijvoorbeeld speciaal oplegmateriaal, kit of een afdichtingsstrook."
(VBI) Zie eventueel luchtdicht bouwen.
Afmetingen en massa kanaalplaat (Dycore)
De breedte van een kanaalplaat is bijvoorbeeld 1200 mm.
De maximale lengte van een kanaalplaat is o.m. afhankelijk van de dikte
van de kanaalplaat en type en samenstelling van het beton. Bij sterkteklasse C50/60
en wapening FeP1860 zijn de maximale
lengten:
dikte plaat [mm]
150
200
200*)
255
320
400
max. lengte ca. [m]
6,0
8,0
11,0
12,0
15,0
18,0
massa ca. [kg]
250
285
350
380
440
510
max. lengte ca. [m]
6,0
8,0
11,0
12,0
15,0
18,0
*) kleinere
kanalen dan reguliere 200 mm dikke plaat
Een op maat "gezaagde" kanaalplaat wordt pasplaat genoemd; de
maximale lengte van een pasplaat is kleiner dan van de standaard kanaalplaat
(ca. 20% minder).
Isolatiewaarde kanaalplaat (Dycore) Voor beganegrondvloeren wordt brandvertragend EPS
aangebracht aan de onderzijd evan de kanaalplaat; het EPS heeft een warmtegeleidingscoëfficiënt
λ van 0,031 W/mK. De R-waarde van de
kanaalplaat is voornamelijk afhankelijk van de dikte van het EPS:
dikte isolatie [mm]
110
125
150
200
R-waarde incl. kanaalplaat [m2K/W]
3,7
4,2
5,0
6,5
Opleglengte De lengte van de oplegging van de
kanaalplaat is mede afhankelijk van de "ondergrond".
metselwerk
beton
profielstaal
100 mm
80 mm
70 mm
tussenafstand kopse kant kanaalplaten (>= 60 mm), dus oplegging moet
bij bijvoorbeeld beton minimaal 80+60+80 is 240 mm zijn:
Remontabel bouwen
Wanneer kanaalplaten worden toegepast bij remontabel bouwen, dan zijn
extra windverbanden tussen bepaalde kolommen en onder de vloeren vereist.
Vulling tussen de stramienen van de kanaalplaten met plaatmateriaal afdekking
t.b.v. de noodzakelijke onthechting. Verder
zal waarschijnlijk aan nog een aantal voorwaarden voldaan moeten worden m.b.t.
de druklaag e.d.
Let op:
- Om indringen van hemelwater in de kanalen te vermijden moeten de holle kanalen met
kunststof doppen worden afgesloten, de kanaaldeksels. Wanneer er
water in de kanalen komt, geeft dat vaak na een tijdje vochtplekken, met de
nodige extra kosten om de kanalen alsnog dicht te zetten. Extra voordeel van
kanaaldeksels: omdat de deksels verdiept in de kanalen liggen worden als het ware nokken van beton
gevormd bij het storten van beton over de kanaalplaten. Een ander voordeel is
dat er geen dieren in de kanalen kunnen komen.
- Kanaalplaten kunnen ook ontwateringsgaten hebben: "controleer de ontwateringsgaatjes regelmatig op een goede werking en prik of boor deze zo nodig door, zodat er zich geen bouw- en spoelwater in de kanalen kan
verzamelen".
- "Voor het eventueel afstorten van de koppen van de kanaalplaten dienen de kanalen dichtgezet te worden."
Het onderdeel kanaal van de term kanaalplaatvloer is ontleend
aan het Latijn en/of aan het Franse canal (geleide waterloop). De
Middelnederlandse vorm kanel, kaneel, kaniel is ontleend
aan de Picardische variant canel (waterloop, vaargeul) van het Oudfranse chanel
(waterloop, vaargeul;
Nieuwfrans chenal), uit het Latijnse canalis (geul, goot,
waterleiding), afgeleid van canna (riet). Bron Etymologiebank.