Ook:
grafzerk, grafsteen. Een zerk is een deksteen (dekplaat)
van een graf. Oorspronkelijk was
een zerk een deksteen van een doodskist, maar de betekenis is verbreed naar die
van een meestal rechthoekige, liggende steen op het graf. De zerk bevat meestal
een opschrift met de naam en geboorte- en sterfdatum van de overledene en een voor
de overledene karakteristieke tekst (het zogenoemde epitaaf of epitafium), foto of andere gedenktekens. De
geboortedatum van de overledene wordt vaak met een ster aangeduid en de
sterdatum met een rechtopstaand kruisje.
Sommige beheersers van begraafplaatsen eisten ooit dat een zerk in een speciaal
formaat en van een speciaal materiaal moest zijn uitgevoerd, wat niet alleen een
onpersoonlijk maar ook een saai resultaat gaf. Gelukkig zijn er tegenwoordig
allerlei mogelijkheden om een zerk of staande grafsteen een persoonlijk karakter
te geven, ook voor de gewone burger, in o.m. natuursteen
(vaak marmer, graniet,
keien),
beton, baksteen,
hout, glas.
Lange tijd werd met een zerk niet alleen het graf aangegeven, maar diende
de zerk ook om anderen aan te sporen te bidden voor het zielenheil van de
overledene. Het doel van een zerk of columbarium (een muur waarin urnen
geplaatst zijn) is in ieder geval dat men nog eens terug kan komen om de
overledene te herdenken. Uitgestrooide as mist dat voor velen belangrijke aspect:
voor de (nog) levenden dat er hoop is dat de nabestaanden eens aan je denken bij
je graf of plaatsje in het columbarium; voor de nabestaanden dat zij nog eens
naar het graf of
columbarium van de overledene kunnen.
Van de zerken die in kerkvloeren liggen, zijn vaak nog goed de opschriften te
lezen, ondanks het feit dat men erover kan lopen. In de tijd dat men in kerken
begroef was het wel noodzakelijk te blijven betalen voor het
"onderhoud" anders werd het graf hergebruikt. Bij hergebruik van het
graf werd de steen omgedraaid en van een nieuw opschrift voorzien. Op deze
manier kreeg de zerk dus een tweede leven.
Veel zerken in kerkvloeren hebben aan het voeteneinde een zogenoemd wolfgat
(wolfsgat).
Een wolfgat is een kuiltje in de steen waar een speciale tang in wordt
geplaatst (een wolf of steenwolf), waarmee de grafstenen gemakkelijk konden worden gelicht.
De afmeting van het gat is afgestemd op het te hijsen gewicht (de zerk).
"Nu zijn de wolfgaten vaak met mortel gevuld." (Natuursteenbestek: "Zwaluwstaartvormig gat in het bovenvlak van een werkstuk, waarin nauwsluitend een
wolf kan worden bevestigd.")
Zerken in kerken zijn niet onder invloed van het weer vergaan en worden ook
bijna nooit meer hergebruikt, waardoor nog veel oude zerken bewaard zijn
gebleven. De zerk van een zogenoemd algemeen graf wordt tegenwoordig, met de
overblijfselen van de overledene, soms al na 10 jaar verwijderd (het graf wordt
geruimd).
Kinderen waren nog niet gedoopt als ze dood geboren werden of heel jong
stierven. Deze ongedoopte baby's werden lang geleden wel vaker vlak naast de
kerkmuur begraven, zodat ze alsnog werden gedoopt door het regenwater dat
van het gewijde gebouw druppelde...
In vroeger tijden werden zerken alleen door de welgestelden aangeschaft,
soms al voordat de persoon was overleden. Bij familiegraven is dat vaak nog zo;
als er iemand van de familie of het gezin is gestorven, wordt de zerk gelicht, de overledene bijgeplaatst,
aan de zerk wordt het gewenste opschrift toegevoegd en de zerk wordt teruggeplaatst.
Zerken zijn soms uitzonderlijk fraai uitgevoerd. Op bijvoorbeeld de begraafplaats
Père Lachaise in Parijs zijn veel uitbundige grafstenen van bekende personen te zien (zie
de site van Père
Lachaise, een paar voorbeelden onderaan de foto's).
Opmerkingen:
- In plaats van begraven in een kist, kan ook gekozen worden voor een lijkwade
of een opbaarplank, bij voorkeur van afbreekbaar materiaal.
- Wanneer een (familiegraf)graf eigenlijk te klein is omdat bijvoorbeeld het
maximaal aantal personen al begraven is, is te overwegen de as van de overledene
te begraven op het (familie)graf. Ook bestaat de mogelijkheid om een biologische
urn: de as van de overledene wordt hierin geplaatst (waarschijnlijk samen
met wat aarde) en voorzien van een zaailing of klein boompje; bij een koophuis
is de biologische urn ook natuurlijk in de eigen tuin te planten.
- Bij of onder een zerk vond en vindt ook wel de as van familie of vrienden een
rustplaats, al of niet in een urn; as die anders verstrooid zou worden. Dat
geeft toch aan dat een duidelijke plaats van een graf zeer belangrijk kan zijn,
in de vorm van een zerk, grafveld of columbarium
(urnenbewaarplaats).
- Voor joden is een begraafplaats een tijdelijke rustplaats, dus geen dodenakker
maar een huis des levens.
- De ruimte op de begraafplaats bij de rooms-kaholieke kerk in Volendam was zó
beperkt dat de begraafplaats verhoogd werd en er weer drie kisten een plaatsje
vonden; hierdoor staan de verticale zerkjes dicht bij elkaar.
zerk met qr-code geeft informatie over de overledene (op
de foto zijn de naamgegevens verwijderd; met dank aan waals
weekblad):
wolf (het metalen hijswerktuig) en wolfgat (het zwaluwstaartvormige gat); eerst wordt het lichtgrijze gedeelte in het
wolfgat gedaan, waarna het middendeel er tussen wordt geperst; dat zorgt
ervoor dat de wolf in het wolfgat vastzit en de steen gehesen kan worden
(foto satrughna):
wolf; bij deze wolf wordt waarschijnlijk het middendeel diep in het
wolfgat gedaan, waarna de twee andere metalen delen net nog door de
smalle opening kunnen; bij omhoogtrekken zit de wolf opgesloten in het
gat en is de steen op te hijsen (cultureel
erfgoed):
De term zerk is wat in onbruik geraakt; meestal wordt nu gesproken over
grafsteen of grafmonument.
Andere termen voor zerk zijn: dekplaat, deksteen, dekplaat van een graf,
grafgesteente, grafplaat, grafsteen, lijksteen, stèle; met dank aan MWB
Mijnwoordenboek.
Een dekzerk is een oude benaming van een natuurstenen afdekplaat
op metselwerk.
De term zerk is ontleend aan het vulgair Latijnse sarcus (doodskist), verkorting van
het Laatlatijnse sarcophagus (doodskist; stenen doodskist), ontleend aan
het Griekse sarkophagos (id.), zelfstandig gebruik van lithos sarkophagos, letterlijk
"vleesetende steen", waarin het bijvoeglijk naamwoord is gevormd uit sarx (vlees),
genitief sarkos, en phagein (eten); bron Etymologiebank.
De term epitaaf (kenmerkend opschrift op een grafsteen) is afkomstig van het
Latijnse epitaphium (lijkrede), ontstaan uit het Oudgriekse epitaphion
(horend bij een graf of begrafenis), van epi (op, bij) en taphos (graf,
begrafenis); bron Etymologiebank.