De
zetmaat is het aantal mm dat betonspecie inzakt nadat een
standaardkegel met die specie, die op een plat vlak staat, omhoog is
getrokken. Het gaat om het aantal mm dat de kegel ingezakt is,
dus hoe hoger de zetmaat hoe vloeibaarder de betonspecie (tekening
onder).
De zetmaat wordt meestal gebruikt voor consistentieklasse
2 en 3 en beslaat daarmee het grootste deel van de normale
bouwmethoden.
De codering van de zetmaat is S1 t/m. S5 van Slump (Engels voor
inzakken):
zetmaat
zetmaat (slump) in mm *)
S1
10-40 mm
S2
50-90 mm
S3
100-150 mm
S4
160-210 mm
S5
>= 220 mm
*) omdat in de zetmaat-gebieden 41-49
mm, 91-99 mm e.d. blijkbaar geen zetmaat-S-klasse gedefinieerd is, wordt
blijkbaar eigenlijk in cm's gewerkt...
Voor een vergelijking van coderingen en meer gegevens zie
bij consistentieklasse.
De kegel zelf wordt de kegelmantel van Abrams genoemd, de uitvinder van deze methode om de
plasticiteit van specie
te bepalen.
De kegel van Abrams heeft een diameter van 100-200
mm (bovenaan-onderaan, gemeten aan binnenzijde) en een hoogte van 300 mm, alsmede een aanstampstok.
De kegel van Abrams wordt gebruikt om de zetmaat en de vloeimaat
(van zelfverdichtend beton) te bepalen.
Voor de bepaling van de schudmaat
wordt een iets andere kegel gebruikt met een maat van 130-200 mm en een hoogte
van 200 mm.
zetmaat, s is uitzakking na omhoogtrekken kegel (betonhuis):
zetmaat, kegel van abrams, in verzinkte uitvoering voor de bepaling van de zetmaat volgens
nen-en 12350-2, diameter 100-200 mm, hoogte 300 mm, leverbaar compleet met porstaaf
(newa onderdeel beton,
testen vers beton, schudtafels en kegels):
zetmaat; de newa slump testset bestaat
uit:
- kunststof kegel van abrams voorzien van handvatten welke kan worden vastgezet aan de bodemplaat
- kunststof vultrechter voor de kegel van abrams
- porstaaf
- bodemplaat voorzien van handvatten