home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.
(Oud-)student(e) Archit., Bwk, Civ. Techn.?
Iets schrijven voor de site, als auteur?
Mail even naar Joostdevree


raatakker

 

raatakkers

Ook (minder juist): Celtic fields; soms: zwervende erven. "Raatakkers" is een term uit de archeologie en heeft betrekking op de Late Bronstijd (na 1100 v.Chr.) en de IJzertijd (van 750 v.Chr. tot 400 v.Chr.), de tijd van de urnenvelden. Raatakkers zijn kleine akkers waar de boer bepaalde gewassen op verbouwde. Wanneer de vele kleinen akkertjes gescheiden zijn door lage muurtjes o.d., dan lijken ze een beetje op de raten van een bijenkorf. (Omdat een aatnal akkertjes bijeen liggen is meestal sprake van raatakkers, dus meervoud.)
Deze boerenerven worden ook wel zwervende erven genoemd: na één of twee generaties, soms langer, werd het erf op een ander locatie aangelegd, waarschijnlijk soms maar een paar honderd meter verderop. De niet versleten of verrotte delen van de boerderij kunnen bij de bouw van de nieuwe boerderij hergebruikt zijn. Onder erf wordt hier verstaan de boerderij met de erbij behorende akkers. Een akker was zo'n 40 bij 40 meter en omgeven door lage walletjes van grond, platte natuurstenen of houtwallen. *)

Vaak lagen een aantal erven bij elkaar zodat men elkaar kon helpen als dat nodig was. Vermoed wordt dat zo'n akkercomplex twee tot drie gezinnen (woningen) omvatte. Op die manier ontstond een kleine gemeenschap die nauwelijks afhankelijk was van anderen en een zogenoemde autarkische samenleving vormde, een zelfverzorgend microstaatje. Voor een aantal zaken was men uiteraard afhankelijk van rondreizende verkopers, bijvoorbeeld voor huisraad als ketels en messen, voor gereedschap, zout e.d. De boerderijen waren zogenoemde woonstalhuizen waar zowel het boerengezin als de dieren onderdak vonden. De boerderijen werden voornamelijk opgebouwd uit hout (palen), riet en plaggen.

Verplaatsen van het erf was noodzakelijk omdat:
- na één of twee generaties was de boerderij vervallen door verrotting
- de grond van één of meer erven was uitgeput door het telen van dezelfde gewassen  
- de boer overleed; er zou dan een taboe op het erf rusten waarna de boerderij afgebroken zou moeten worden (archeologen moeten toch ook soms met iets nieuws komen en dat het liefst een beetje opblazen)
- een overstroming het erf onbruikbaar maakte (bleef soms onder water liggen)
- er nieuwe buren kwamen waarmee men minder goed om kon gaan. 
Dat de boer louter om te "zwerven" zijn boerderij en erf zou verplaatsen, lijkt onwaarschijnlijk.

Niet verwonderlijk is dat de erven zich verplaatsten, maar de grafheuvels niet. Waarom zou je ook steeds andere begraafplaatsen maken? Begraafplaatsen worden immers bij de aantallen waar het toen om ging, niet snel "vol" en de grafheuvels konden gemakkelijk uitgebreid worden (terwijl bij de woning en de erven wel sprake is van verval en uitputting).

"Het onderzoek en terreinwerk in Nederland, Engeland en Duitsland hebben geleid tot nieuwe inzichten in het landgebruik van celtic fields [raatakkers]. Zo wees paleo-ecologisch onderzoek (pollenonderzoek en onderzoek van macroresten) in de Salisbury Plains uit dat daar onder meer spelt, emmertarwe en gerst werden geteeld. Een fosfaatanalyse in Noordwest-Duitsland weer erop dat er meststoffen werden gebruikt op de akkers. In Drenthe werd een geïntegreerd onderzoek met o.a. palynologie (pollenanalyse) uitgevoerd. Er konden verschillende fasen in het ontstaan en het gebruik van de celtic fields aangetoond worden." (Bron Archeologie Magazine 2012/06)

Er wordt (weer) veel onderzoek gedaan naar raatakkers waarbij naast luchtfoto's ook gebruik wordt gemaakt van laseraltimetrie. Met laseraltimetrie kan door de bomen van bossen worden "gezien". "Het basisprincipe van laseraltimetrie, ook Airborne Laser Scanning (ALS) of Light Detection and Ranging (Lidar) genoemd, berust op het zenden van laserpulsen naar het aardoppervlak vanuit een vliegtuig of een helikopter. Deze pulsen, met ongeveer 25 cm diameter, worden gereflecteerd door één of meerdere objecten. Per laserpuls ontstaan er zo één of meerdere echo’s die terug opgevangen worden door een scanner." (Bron Laseraltimetrie en de kartering van Celtic Fields in de Belgische Kempen: mogelijkheden en toekomstperspectieven.) Dit is een vorm van Remote Sensing (waarnemen op afstand).

Vooral als de raatakkers niet omgeploegd zijn ten behoeve van nieuwere akkerbouwcomplexen, zijn ze vaak nog goed te zien. Ook op luchtfoto's e.d. zijn na een zeer droge zomer bewoningssporen te zien omdat daar de begroeiing wat minder is dan de omgeving. En in Google maps of het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) (een prettige instelling van AHN) is soms ook e.e.a. na te gaan.


klik op de meeste afbeeldingen voor groter

lage begroeide wallen bij de raatakkers (celtic fields) in het landschap van pembrokeshire, engeland (dyfed archeology): 


voormalige raatakkers, urnenvelden en grafheuvels;
klik voor de volledige afbeelding (afb. quentin bourgeois in archeologie magazine m.b.v. actueel hoogtebestand nederland ahn; een prettige instelling van ahn


voormalige raatakkers, luchtfoto:


maarsbergen (maarn maarsbergen natuurlijk):


impressie van een nederzetting uit de late ijzertijd en haar omgeving **):


ijzertijdboerderij openluchtmuseum (cultureel erfgoed):


Documentatie
- Laseraltimetrie en de kartering van Celtic Fields in de Belgische Kempen: mogelijkheden en toekomstperspectieven (van Guido Creemers, Erwin Meylemans, Joyce Paesen en Marc De Bie)

Voorbeelden van raatakkers zijn o.m. getraceerd bij Riethoven (Bergeijk), Maarsbergen, Odoorn en in België Meeuwen-Gruitrode, de Lindelse Heide/Holven en het Kolisbos in Neerpelt.
 
Verg. bocagelandschap, cromlech, dolmen, hunebed, megaliet, tumulus en wellicht terp en ruilverkaveling.

Eng. Celtic fields

*) Een cope is een andere naam voor een bepaald stuk land: in de middeleeuwen was de cope het perceel dat groot genoeg was om van te leven: 30 roeden bij 6 voorlingen ofwel ca. 110  bij ca. 1250 m. Dit cope-systeem zien we eigenlijk nog steeds terug in de langwerpig stukken land met sloten ertussen in veel Nederlandse weiden.
**)
"Bron: K. Schinkel (1994): raatakkers, bewoningssporen in Oss-Ussen uit bronstijd, ijzertijd en Romeinse tijd, opgravingen 1976-1986 (Proefschrift Leiden)."