De meest gebruikte en bekende methode om palen in de grond te brengen
is door middel van heien. De te heien palen worden meestal vooraf op lengte
gemaakt.
De paal wordt in een hei-installatie geplaatst waarna men er een zwaar
gewicht (heiblok) op laat vallen. De grond onder de paal wordt
samengeperst waardoor de draagkracht groter wordt.
Als verondersteld wordt dat de paal op de juiste diepte is, d.w.z. de
vaste (zand)grond heeft bereikt, dan wordt er op de geleiders van de
paal en de paal zelf een streep aangebracht. Daarna laat men het
heiblok nog dertigmaal op de paal vallen. Het verschil tussen de
streep op de geleiders en de paal wordt nu opgemeten; dit heet kalenderen.
De maximale kalender is vooraf vastgesteld. Hierna kan met behulp van een plaatselijke
sondering nog bepaald
worden of de paal wel daadwerkelijk op de juiste laag geheid is.
-
trekpaal - wrikpaal was een tijdelijke oplossing, waarschijnlijk in de jaren
1950, om een paal zonder veel trillingen de grond in te krijgen: met een licht
heen-en-weer gaande beweging zakte de paal.