De heipaal wordt
normaliter zeer diep in de vaste zandlaag ingedreven, zodat de
wrijving langs de paalschacht en/of de puntweerstand voor de
draagkracht zorgen.
Bij omlaag gerichte belasting vormen dus de belasting en de
puntweerstand van de paal tezamen het draagvermogen.
Een heipaal die zijn draagvermogen geheel
ontleent aan de (positieve) kleef heet kleefpaal (zie ook bij paalfundering).
Toch kan het draagvermogen van een kleefpaal sterk verminderen of
ontoereikend worden:
- inklinken van de grond waarin
de kleefpaal staat, vermindert het draagvermogen (bijvoorbeeld door
verlaging van de grondwaterstand, of door het opbrengen van een
zandpakket waardoor het water uit de grond geperst wordt)
- roeren van de grond of trillen
van de bodem in de nabijheid van de paal (de kleefkracht vermindert in
dit geval) vermindert het draagvermogen
- door een verbouwing of door toepassen van zwaardere bouwelementen of
huisraad wordt het draagvermogen overschreden; ook kan het draagvermogen
kleiner worden wanneer het gewicht dat op de palen rust anders verdeeld
wordt.
Een heipaal die een eind tot in de draagkrachtige laag (vaste zandlaag) reikt, dankt zijn
draagvermogen aan de puntweerstand aan de voet en wordt stuitpaal
genoemd.
Onder bepaalde omstandigheden kan zich ook bij op stuit geheide palen
negatieve kleef ontwikkelen, doordat nazakkende (inklinkende) grond als het ware aan
de paal gaat hangen. Dit doet zich voor bij veen- en kleilagen, vooral
na opbrengen van een fors zandpakket.
Kortom:
- positieve kleef van kleefpaal (bij samendrukbare laag, klei)
- puntweerstand en enigszins negatieve kleef bij stuitpaal (bij draagkrachtige laag, zand).
negatieve kleef ten gevolge van inklinkende grondlagen na opbrengen van
grondmassa:
"De conusweerstand qc is gedefinieerd als de verticale kracht op de punt gedeeld door
de oppervlakte (doorsnede) van de conus.
De kleef is de totale wrijvingskracht op de mantel gedeeld door de oppervlakte van de mantel.
Het kleefgetal is de kleef gedeeld door de conusweerstand, maal 100%."
Kleefgetal en conusweerstand (qc) voor diverse grondsoorten (bron
Terreinonderzoek):